RBMNE 250320 bgk; uurtarieven redelijk, uren ook, vanwege eigen schuld wordt 20% van € 10.634,34, dus € 2.126,87, toegewezen
- Meer over dit onderwerp:
RBMNE 250320 val fietser over uitritconstructie met trottoirkolk; strijd met ASVV; 80% eigen schuld, geen billijkheidscorrectie;
- bgk; uurtarieven redelijk, uren ook, vanwege eigen schuld wordt 20% van € 10.634,34, dus € 2.126,87, toegewezen;
- 20 uur redelijk, uurtarief van € 250,00 + 6% + 21% evenzo; vanwege eigen schuld wordt 20% toegewezen
Buitengerechtelijke kosten
2.19.
[verzoeker] vraagt betaling van buitengerechtelijke kosten van € 10.634,34. Het gaat om de buitengerechtelijke kosten van Wijs Letselschade (13 uur) door wie [verzoeker] eerst is bijgestaan, de buitengerechtelijke kosten die mr. Boendermaker (16,7 uur) sinds de overname van het dossier aan de kwestie heeft besteed en de kosten van het rapport van PVR Projecten.
Achmea vindt dat dit verzoek moet worden afgewezen. Er is volgens haar niet gebleken van andere werkzaamheden dan de gebruikelijke. Ook rechtvaardigt het buitengerechtelijke traject geenszins een totale tijdsinvestering van 30,7 uur. Volgens Achmea is er bovendien een grote overlap van uren die als buitengerechtelijke kosten zijn genoteerd en ook weer worden opgevoerd als deelgeschilkosten.
2.20.
Bij de beoordeling van dit verzoek hanteert de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. De rechtbank vindt het redelijk dat [verzoeker] , gezien het ongeval dat hij heeft gehad, kosten maakt. Kosten die gemoeid zijn met het vaststellen van aansprakelijkheid en de schadeomvang moeten in principe vergoed worden. Het klopt dat het niet de bedoeling is dat dezelfde uren/werkzaamheden zowel als buitengerechtelijke kosten als als deelgeschilkosten worden opgevoerd. Achmea wijst op productie 10, de inhoud daarvan heeft volgens haar een grote overlap met de inhoud van het verzoekschrift. Aan dit verweer gaat de rechtbank voorbij; er zal altijd enige overlap zijn tussen buitengerechtelijk verricht werk (de inhoud van verzonden brieven/e-mails) met, als het op een procedure aankomt, een verzoekschrift. Ook het aantal uren, 13 door Wijs Letselschade en 16,7 door mr. Boendermaker, vindt de rechtbank, gezien de urenverantwoordingen die als productie 16 en 17 zijn overgelegd, redelijk. De hoogte van de nota van PVR Projecten (productie 18) is niet in discussie.
Dit betekent dat de rechtbank het verzoek tot betaling van buitengerechtelijke kosten in principe zal toewijzen. Ook voor vergoeding van buitengerechtelijke kosten geldt dat deze moet worden verminderd met het aangenomen percentage eigen schuld. Dit heeft de Hoge Raad beslist in het arrest van 21 september 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA7624 [naam] / [naam] ). Daarom zal de rechtbank 20% van € 10.634,34, dus € 2.126,87, toewijzen. ECLI:NL:RBMNE:2020:1205