Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Bosch 050208 kosten gehoorprothese; levensverwachting hoger dan gemiddeld

Hof Den Bosch 050208 kosten gehoorprothese; levensverwachting hoger dan gemiddeld
4.5.4. De rechtbank oordeelde vervolgens dat, rekening houdend met de huidige gemiddelde levensverwachting van een man, [geïntimeerde] nog 4 maal een nieuwe gehoorprothese zal moeten aanschaffen.
[appellant] gaat uitvoerig in op de door de rechtbank aangenomen gemiddelde levensverwachting. Deze zou geen tachtig jaar zijn, maar vijfenzeventig à zesenzeventig jaar. Dat zou betekenen dat [geïntimeerde] geen vier gehoorprotheses meer zou hoeven aan te schaffen maar nog maar drie, aldus [appellant].
4.5.5. [appellant] stelt op zichzelf terecht dat de rechtbank bij haar uitgangspunt van de gemiddelde leeftijd van een man niet op 4 maar op 3 nieuwe gehoorprotheses had moeten uitkomen. Gelet echter op de betrekkelijk lage bedragen waarvan de rechtbank is uitgegaan alsmede op het door [geïntimeerde] terecht aangevoerde feit dat op zijn leeftijd, en in aanmerking genomen de hoge leeftijd die ook zijn nog levende ouders inmiddels al hebben bereikt, het niet onredelijk is voor hem van een boven het gemiddelde gelegen leeftijd - in het gemiddelde zijn immers ook de op jonge leeftijd overleden mannen begrepen - uit te gaan, acht het hof niettemin het totale bedrag waartoe de rechtbank is gekomen een juist bedrag. Hoe de zorgverzekeringen er in de toekomst uit zullen zien, is voorts onvoorspelbaar. Uit de door [geïntimeerde] overgelegde gegevens blijkt het hof in ieder geval, dat [geïntimeerde] met de huidige stand van de zorgverzekering geen vergoeding voor zijn gehoorprothese ontvangt.
LJN BC4964