Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zutphen 071107 verlies verdienvermogen stoffeerder; Rb gaat uit kapitalisatie per 010102

Rb Zutphen 071107 verlies verdienvermogen stoffeerder; Rb gaat uit kapitalisatie per 010102
2.8. Voor de onderbouwing van deze post heeft [eiser] verwezen naar een tweetal berekeningen van de hand van Venema d.d. 18 september 2002 (productie 23) en d.d. 27 augustus 2002 (productie 24). Venema is er daarbij (impliciet, nu hij het winstaandeel van [eiser] -naar OVZ niet heeft besteden- op 40% heeft gesteld) van uitgegaan dat het winstaandeel van [eiser] in de met [eiser] gevormde vennootschap onder firma 60% bedraagt. Venema heeft de schade van [eiser], bestaande uit gemis van zijn winstdeel, voor 2001 op f 26.444,-- (€ 12.000,--) begroot, uitgaande van een winstaandeel (vanaf 2001) van f 96.349,--. Aan [eiser] is een WAZ-uitkering toegekend (op basis van volledige arbeidsongeschiktheid), welke in 2002 € 10.591,-- bruto per jaar bedroeg.

2.9. Het verweer van OVZ dat Venema voor wat betreft de door [eiser] geleden schade ten onrechte is uitgegaan van de jaarcijfers van 2000 en 2001 wordt verworpen op dezelfde gronden als dat verweer ten aanzien [eiser] in het tussenvonnis van 31 januari 2007 (r.o. 2.35.) is verworpen.
Opgemerkt wordt nog dat Venema (die is uitgegaan van een kapitalisatiedatum van
1 januari 2002) voor wat betreft de door [eiser] geleden toekomstige schade is uitgegaan van een winstdeel van f 96.349,--, hetgeen niet bovenmatig voorkomt. Bovendien heeft OVZ, ofschoon dat op haar weg had gelegen, niet door middel van branchegegevens aannemelijk gemaakt dat bedoelde inkomensprognose niet realistisch is.
Evenals ten aanzien van [eiser] is beslist (tussenvonnis van 31 januari 2007, r.o. 2.37.) dient ook bij de begroting van de schade van [eiser] rekening te worden gehouden met de vermogensrendementsheffing.
OVZ heeft geen verweer gevoerd tegen de hoogte van de door Venema gehanteerde kapitalisatierente en inflatiecorrectie. Het feit dat de inkomensschade van [eiser] over de jaren 2002 tot 2007 inmiddels concreet zou kunnen worden begroot, staat er niet aan in de weg om van de kapitalisatiedatum van 1 januari 2002 te blijven uitgaan. OVZ heeft het tegendeel ook niet betoogd. OVZ heeft ten aanzien van [eiser] niet het verweer gevoerd dat Venema er ten onrechte vanuit is gegaan dat [eiser] zonder ongeval tot zijn 65e jaar zou hebben doorgewerkt.

2.10. Het vorenstaande brengt met zich dat de door Venema bij zijn schadeberekening gehanteerde uitgangspunten geen correctie behoeven. Venema heeft het netto jaarinkomen van [eiser] zonder ongeval begroot op € 31.629,68,-- en het netto jaarinkomen na ongeval op € 9.441,96 (productie 23, bladzijden 20 en 22). De contante waarde van de nominale vergoeding (over de periode 1 januari 2002 tot de maand waarin [eiser] 65 jaar wordt) is door Venema begroot op € 253.786,-- en de contante waarde van de te compenseren vermogensrendementsheffing op € 19.553,--, tezamen € 273.339,-- (productie 23, bladzijden 26 en 28). Deze uitkomsten zijn als zodanig niet door OVZ weersproken.
Het [eiser]Z aa[eiser] betaalde voorschot ad € 43.764,62 is reeds in voormeld tussenvonnis van 31 januari 2007 geheel verdisconteerd in de door OVZ aan [eiser] te betalen schadevergoeding ter zake van verlies aan arbeidsvermogen, zodat dit bedrag niet in mindering zal worden gebracht op de aan [eiser] toekomende schadevergoeding.
LJN BB8032