Rb Overijssel 180215 verweer zorginstelling tav verdeling voorschot kosten faalt; beiden de helft
- Meer over dit onderwerp:
Rb Overijssel 180215 eiseres heeft zichzelf letsel toegebracht tijdens verblijf in zorginstelling; rb houdt vast aan vraagstelling psychiater;
- verweer zorginstelling tav verdeling voorschot kosten faalt; beiden de helft
De kosten
2.11.
Partijen hebben geen bezwaren geuit tegen de kosten van de deskundige, die worden begroot op € 4.356,-- (inclusief BTW).
2.12.
In het tussenvonnis van 29 oktober 2014 heeft de rechtbank bepaald dat beide partijen de helft van voornoemd voorschot dienen te dragen. [eiseres] heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Zij heeft een minimum inkomen en procedeert op basis van een toevoeging. Gedaagde procedeert op kosten van een verzekeraar. [eiseres] stelt dan ook dat zij niet de meest gerede partij is om kosten van deze omvang te dragen. In dit kader wijst zij ook op het bepaalde in artikel 195 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). In haar akte van 18 december 2014 heeft Mediant hierop gereageerd. Zij stelt dat de hoofdregel is dat de eisende partij het voorschot deponeert. De aansprakelijkheid van Mediant wordt betwist en de omstandigheid dat Mediant haar aansprakelijkheid heeft verzekerd is geen reden om de kosten van de deskundige voor rekening van Mediant te laten komen.
2.13.
In het aangevoerde door [eiseres] ziet de rechtbank geen reden om terug te komen op de eerdere beslissing dat de kosten van de deskundige gelijkelijk ten laste van partijen worden gebracht. Nu [eiseres] op basis van een toevoeging procedeert, kan haar ingevolge artikel 195 Rv in verbinding met artikel 199 Rv niet worden opgelegd het voorschot te betalen. De rechtbank zal daarom bepalen dat haar aandeel in de kosten van het deskundigenbericht voorlopig ten laste van ’s Rijks kas zullen komen. Hangende het geding wordt het ten laste van ’s Rijks kas betaalde bedrag voorlopig in debet gesteld. Bij het eindvonnis zal beslist worden ten laste van welke partij de kosten van het deskundigenbericht uiteindelijk zullen worden gebracht.
2.14.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. Wordt aan deze verplichting niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.15.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.