Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb 's-Gravenhage 011111 verzoeken t.z.v. delay na darmperforatie afgewezen; kosten gematigd tot € 5000,00 en niet toegewezen vanwege rechtsbijstandverzekering

Rb 's-Gravenhage 011111 verzoeken t.z.v. delay na darmperforatie afgewezen; kosten gematigd tot € 5000,00 en niet toegewezen vanwege rechtsbijstandverzekering 

Kosten 
4.13.De rechtbank overweegt dat artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt dient te begroten, ook als het verzoek (gedeeltelijk) wordt afgewezen. Dit is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Nu dit is gesteld noch gebleken dient de rechtbank, in tegenstelling tot hetgeen het ziekenhuis betoogt, de kosten te begroten. 

4.14.Mr. Bocxe stelt 20 uur te hebben besteed aan het opstellen van het verzoekschrift, 2 uur aan het beoordelen en het bespreken van het verweerschrift, 5 uur aan het vervaardigen van de mondelinge aantekeningen, 1 uur aan de reistijd voor de zitting en 4 uur aan de zitting (inclusief voorbespreking en nagesprek). Uitgaande van een uurtarief van € 297,--, vastgesteld aan de hand van de criteria van de Vereniging van Advocaten Slachtoffers Personenschade (hierna: ASP), 6% kantoorkosten en 19% BTW, begroot [verzoekster] haar kosten dus op totaal € 11.988,35. 

4.15.Het ziekenhuis voert aan dat het niet redelijk is de criteria van de ASP tot uitgangspunt te nemen bij de berekening van de kosten ex artikel 1019aa Rv. ASP is immers een samenwerkingsverband van advocaten die louter optreden voor benadeelden, aldus het ziekenhuis. Als deze criteria al zouden worden gevolgd, dient op het basistarief van € 194,-- een factor van 1,5 x 0,8 (in plaats van de door mr. Bocxe toegepaste factor van 1,5) te worden toegepast, nu het om een zaak gaat met een financieel belang van minder dan € 25.000,--. Het uurtarief zou daarmee uitkomen op € 232,80, zo stelt het ziekenhuis. 

4.16. De rechtbank overweegt dat de kosten dienen te voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 lid 2 BW. Mede gelet op het feit dat over de omvang van de schade nog geen duidelijkheid bestaat, is de rechtbank van oordeel dat niet meegegaan kan worden in de door mr. Boxce gehanteerde berekeningswijze van haar uurtarief. Daarbij komt dat het verzoekschrift drie verzoeken bevat die ter zitting zijn ingetrokken en zijn vervangen door twee andere verzoeken. Een substantieel deel van hetgeen in het verzoekschrift is opgenomen is daardoor onnodig vermeld. Voorts voert mr. Bocxe kosten aan voor het opstellen van de mondelinge aantekeningen, terwijl deze mondelinge aantekeningen, zoals hiervoor reeds is overwogen, niet zijn voorgedragen en dus geen deel uitmaken van het procesdossier. De rechtbank zal de met deze zaak gemoeide kosten gelet op dit alles matigen en begroten op € 5.000,--, te vermeerderen met het door [verzoekster] betaalde griffierecht van € 258,--, daarmee in totaal € 5.258,--. 

4.17.Tussen partijen staat vast dat [verzoekster] een rechtsbijstandverzekering bij DAS heeft afgesloten, op grond waarvan het ziekenhuis betoogt niet tot vergoeding van de onder 4.16 genoemde kosten gehouden te zijn. [verzoekster] stelt dat DAS de kosten weliswaar heeft voorgeschoten, maar dat de verzekeraar van het ziekenhuis, Medirisk, deze kosten uiteindelijk (gedeeltelijk) dient te voldoen. [verzoekster] verwijst daartoe naar de convenanten 'Regeling (buitengerechtelijke) kosten - materieel' en 'Regeling (buitengerechtelijke) kosten - letsel' van het Verbond van Verzekeraars. De rechtbank oordeelt dat uit de conventanten lijkt te volgen dat deze alleen van toepassing zijn wanneer tussen partijen een minnelijke regeling wordt getroffen ten aanzien van de afwikkeling van de totale schade. Nu dit (nog) niet het geval is, kan de rechtbank niet vaststellen of [verzoekster] te dien aanzien wel kosten zal maken. Het verzoek tot veroordeling van het het ziekenhuis tot betaling van deze kosten zal dan ook worden afgewezen. LJN BU6717