Rb Breda 060812 kosten; zonder specificatie geëist 23,5 uur; 10 uur toegewezen; 10 x € 245,00 + 5 % + 19 %
- Meer over dit onderwerp:
Rb Breda 060812 3,3 meter brede laadschop rijdt in duisternis op openbare weg; geen eigen schuld slachtoffer vanwege voorzienbare schrikreactie
- kosten; zonder specificatie geëist 23,5 uur; 10 uur toegewezen; 10 x € 245,00 + 5 % + 19 %
3.11. [verzoeker] verzoekt de rechtbank om een begroting van de door hem voor deze procedure gemaakte kosten. Deze kosten omvatten volgens [verzoeker]:
a. griffierecht EURO 267,00
b. kosten raadsman
- opstellen verzoekschrift 8 uur
- bestuderen verweerschrift 2 uur
- voorbereiden zitting 2 uur
- behandeling zitting 4 uur
- reistijd i.v.m. zitting 3 uur
- correspondentie, telefoon etc 2 uur
- overleg met cliënt 2,2 uur
totaal 23,2 uur x EURO 245,00 = EURO 5.684,00
+ 5% kantoorkosten EURO 284,20
+ 19% BTW EURO 1.133,96
totaal EURO 7.369,16
3.12. NN betwist de verschuldigdheid van deze kosten. Zij stelt dat de kosten niet voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets. NN onderbouwt haar standpunt als volgt.
Een uurtarief van EURO 245,00 (exclusief 5% kantoorkosten en 19% BTW) is erg hoog voor een zaak die vooralsnog slechts de aansprakelijkheidsvraag betreft en die geen uitzonderlijke expertise vergt. Zij meent dat een uurtarief van EURO 200,00 (exclusief BTW) redelijk is.
Voorts stelt NN dat de gestelde bestede tijd van 23,2 uur niet is onderbouwd door overlegging van een urenspecificatie, declaraties en betalingsbewijzen.
Tot slot stelt NN dat voor het opstellen van het verzoekschrift, gelet op de omstandigheid dat de inhoud daarvan in lijn is met hetgeen partijen hebben besproken in de daaraan voorafgaande correspondentie, niet meer dan 4 uur kan worden genoteerd, zodat in alle redelijkheid een tijdsbesteding van 10 uur dient te worden aangehouden.
3.13. In art. 1019aa lid 1 Rv is bepaald dat de rechter in de beschikking de kosten begroot die gemoeid zijn met de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt en dat de rechter daarbij alle redelijke kosten als bedoeld in art. 6:96 lid 2 BW in aanmerking neemt. Het dient derhalve redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te zijn.
3.14. Gelet op het verweer van NN ligt met name ter toetsing de hoogte van de gevorderde kosten voor.
De hoogte van het gehanteerde uurtarief wordt naar het oordeel van de rechtbank hoofdzakelijk bepaald door de ervaring van de belangenbehartiger en het belang van de zaak. In dat kader is door [verzoeker] onbetwist gesteld dat zijn belangenbehartiger sinds 2001 fulltime werkzaam is op het gebied van de personenschade, dat zij sinds 2006 advocate is en dat zij de Grotiusopleiding Personenschade met goed gevolg heeft doorlopen. Het exacte beloop van de schadevordering is nog niet in te schatten maar beloopt, gelet op de blijvende beperkingen en verlies van arbeidsvermogen, zeker meer dan EURO 25.000,--, aldus [verzoeker]. De rechtbank acht onder deze omstandigheden het gehanteerde uurtarief redelijk.
3.15. De door [verzoeker] gestelde bestede tijd is door NN betwist en door [verzoeker] niet nader met een specificatie onderbouwd. [verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling slechts aangegeven dat de bij verzoekschrift begrote tijd daadwerkelijk is besteed en dat zo nodig een specificatie kan worden overgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat het op de weg van [verzoeker] had gelegen om de specificatie, zoals ook door de rechtbank bij brief van 21 maart 2012 aan de belangenbehartiger van [verzoeker] verzocht, uiterlijk 7 dagen voorafgaande aan de mondelinge behandeling over te leggen. De rechtbank acht de in het verzoekschrift gestelde gemaakte kosten dan ook onvoldoende onderbouwd.
NN heeft aangegeven dat de tijdsbesteding ten behoeve van het onderhavige deelgeschil dient te worden gesteld op 10 uren. De rechtbank zal, nu een tijdsbesteding van 10 uren niet is betwist, op basis hiervan de kosten begroten. Dit komt dan neer op een honorarium van EURO 2.450,-- te vermeerderen met 5 % kantoorkosten, zijnde EURO 2.572,50. Inclusief 19 % BTW en het betaalde griffierecht ter hoogte van van EURO 267,00 begroot de rechtbank de kosten op een bedrag van EURO 3.328,28. Conform verzoek zal NN tot betaling daarvan aan [verzoeker] worden veroordeeld. LJN BX3739