Rb Den Haag 181116 Kosten gevorderd: € 3.769,15 (20,77 uur), toegewezen: € 718,26 (vier uur en griffierecht)
- Meer over dit onderwerp:
Rb Den Haag 181116 Aanrijding auto-bromfiets.Twee versies SAF. Deelgeschil mede met oog op 1019z Rv afgewezen;
-Kosten gevorderd: € 3.769,15 (20,77 uur), toegewezen: € 718,26 (vier uur en griffierecht)
Kosten deelgeschil
4.7.
Op grond van artikel 1019aa Rv dient de kantonrechter de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te begroten, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek in aanmerking dienen te worden genomen. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets te worden gehanteerd: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn.
4.8.
Mr. J.M. Ytsma heeft de kosten begroot op € 3.769,15 (20,77 uur à € 140 ,00per uur, exclusief 6% aan kantoorkosten en 21% aan BTW). Tevens wordt gevorderd een bedrag van € 471 aan griffierecht.
4.9.
De kantonrechter stelt voorop dat op grond van artikel 1019aa Rv uitsluitend voor vergoeding in aanmerking komen de kosten die zijn gemaakt in het kader van het deelgeschil en niet eventuele buitengerechtelijke kosten. Uit de urenspecificatie blijkt dat twee uur is besteed aan het opstellen van het verzoekschrift. Tevens houdt de kantonrechter rekening met twee uur voor voorbereiding en bijwonen van de mondelinge behandeling. Met betrekking tot het griffierecht geldt dat [verzoeker] slechts een griffierecht verschuldigd is van € 79,00, zodat slechts dit bedrag en niet het door mr. Ytsma genoemde bedrag van € 471,00 zal worden toegewezen. Dat leidt ertoe dat de kosten van het deelgeschil aan de zijde van [verzoeker] worden begroot op € 718,26 (vier uur x € 140,00 vermeerderd met 6% kantooropslag en 21% BTW + € 79,00 aan betaald griffierecht).
4.10.
De kantonrechter zal niet overgaan tot een veroordeling van [verweerder] tot betaling van de begrote kosten, nu zijn aansprakelijkheid nog niet vaststaat. Dit leidt ertoe dat de kosten van dit deelgeschil slechts worden begroot en [verweerder] die kosten eerst verschuldigd is, wanneer zijn aansprakelijkheid in rechte is komen vast te staan. ECLI:NL:RBDHA:2016:16923