Rb Gelderland 300315 kosten gevorderd obv 21:25 uur x € 297,00; toegewezen obv € 230,00, want onverklaarde stijging uurtarief
- Meer over dit onderwerp:
Rb Gelderland 300315 gevorderde medewerking aan AD-onderzoek afgewezen na akkoord ter zitting; vraagstelling AD-er; aanvullend voorschot VAV afgewezen;
- BGK € 32.288,56 bij bevoorschotting hoofdsom € 32.064,00 is gelet op twee expertises geen wanverhouding;
- kosten gevorderd obv 21:25 uur x € 297,00; toegewezen obv € 230,00, want onverklaarde stijging uurtarief
Begroting kosten deelgeschil, verzoek e)
4.18.
Uit het voorgaande volgt, anders dan NN heeft betoogd, dat het verzoek niet volstrekt onnodig of onterecht is ingediend. De rechtbank zal op de voet van artikel 1019aa Rv overgaan tot de begroting van de kosten van [verzoekster] bij de behandeling van het verzoek. [verzoekster] heeft verzocht deze kosten te begroten op € 8.158,29 (21:25 uur tegen een uurtarief van € 297,00, vermeerderd met kantoorkosten en BTW), te vermeerderen met griffierecht.
4.19.
NN heeft verweer gevoerd tegen het gevorderde uurtarief, in welk verband aangevoerd is dat de advocaat van [verzoekster] tot voor kort € 230,00 per uur rekende. Voorts is met betrekking tot de hoogte van het gevorderde bedrag aangevoerd dat het geen complexe zaak is en dat het aan [verzoekster] zelf te wijten is dat de kosten zo hoog zijn opgelopen.
4.20.
[verzoekster] heeft niet weersproken dat haar advocaat altijd heeft gerekend met een uurtarief van € 230,00, hetgeen ook volgt uit de facturen die zij als productie 11 heeft overgelegd. Daarom zal, nu gesteld noch gebleken is waarom het uurtarief inmiddels tot € 297,00 zou zijn gestegen, met dat uurtarief rekening worden gehouden. Tegen het aantal uren is geen concreet verweer gevoerd, zodat het totaal te begroten bedrag wordt vastgesteld op € 6.550,71 (21:25 uur x € 230,00, vermeerderd met 6% kantoorkosten en 21% BTW alsmede € 282,00 aan griffierecht). De kosten van betekening van het verzoek zijn niet nader gespecificeerd zodat die verder buiten beschouwing worden gelaten.
4.21.
Vast staat dat NN aansprakelijk is voor de schade die [verzoekster] als gevolg van het ongeval lijdt. NN zal daarom, zoals verzocht, tot betaling aan [verzoekster] van het aldus begrote bedrag worden veroordeeld. ECLI:NL:RBGEL:2015:6871