Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-NL 200416 kosten gevorderd en begroot op 10 uren x € 150,00 + 6% + 21% + griffierecht; toegewezen rekening houdend met 10% eigen schuld, totaal € 1.932,21

Rb Midden-NL 200416 val met scooter door ontwijken fietser; geen overmacht; reflexwerking, causale verdeling 90/10, geen toepassing billijkheidscorrectie;
- kosten gevorderd en begroot op 10 uren x € 150,00 + 6% + 21% + griffierecht; toegewezen rekening houdend met 10% eigen schuld, totaal € 1.932,21

4.11.

De kantonrechter dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.
[verzoekster] maakt aanspraak op een bedrag van € 1.923,90 (10 uren x € 150,00 exclusief BTW en kantoorkosten) te vermeerderen met het griffierecht.
[verweerder] heeft geen verweer gevoerd tegen het uurtarief, terwijl hij met betrekking tot het aantal in rekening gebrachte uren te kennen geeft daarmee moeite te hebben omdat een onderbouwing ervan ontbreekt.
De onderhavige zaak betreft naar het oordeel van de kantonrechter een voor wat betreft de omvang en complexiteit ervan beperkt en overzichtelijk deelgeschil. Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is daarmee naar het oordeel van de kantonrechter in overeenstemming. Ondanks dat een onderbouwing in de vorm van een urenspecificatie ontbreekt, zullen de met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW worden begroot overeenkomstig het verzochte bedrag, en met inachtneming van de causale verdeling, derhalve op 90% van € 1.923,90 te vermeerderen met het griffierecht van € 223,00.
[verweerder] zal dus tot betaling van € 1.932,21 aan [verzoekster] worden veroordeeld.

4.12.
In een kostenveroordeling als door [verweerder] in zijn verweerschrift verzocht, voorziet de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade (in artikel 1019aa Rv) niet. Op grond van artikel 1019aa eerste lid Rv begroot de rechter slechts de kosten aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt. Het verzoek van [verweerder] zal de kantonrechter dus afwijzen.ECLI:NL:RBMNE:2016:2610