Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-NL 241214 kosten gevorderd en toegewezen 22 x € 265,00 + 6% + 21%, totaal € 7.477,56 plus griffierecht

Rb Midden-NL 241214 whiplash; causaal verband tussen klachten/beperkingen en ongeval; oordeel over rol csqn-verband bij omvang schade;
- voor toekomstige schade dient behandeling in klinische setting te worden ondergaan;

- kosten gevorderd en toegewezen 22 x € 265,00 + 6% + 21% , totaal € 7.477,56 plus griffierecht

4.8. 

De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid I Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. 
X maakt aanspraak op een bedrag van € 7.477,56 (22 uren x € 265,00 + 6% kantoorkosten + 21 btw), te vermeerderen met het griffierecht dat X verschuldigd is. 
Helvetia stelt zich kort gezegd op het standpunt dat het totaalbedrag "een beetje aan de forse kant is", afgezet tegen het feit dat eenvoudige deelgeschillen volgens Helvetia een bedrag van circa € 3.000,00 aan kosten rechtvaardigen en complexe deelgeschillen een bedrag van circa € 5.000,00. Voor het overige refereert Helvetia zich aan het oordeel van de rechtbank. 
Het aan het deelgeschil bestede en opgegeven aantal uren is naar het oordeel van de rechtbank in overeenstemming met de omvang en complexiteit ervan. De met de opstelling van het verzoekschrift en de verdere behandeling van de zaak gemoeide, redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW zullen door de rechtbank dan ook overeenkomstig het verzochte bedrag worden begroot op € 7.477,56, te vermeerderen met het door X betaalde griffierecht van € 282,00. Helvetia zal tot betaling daarvan aan X worden veroordeeld. 

4.9. 
Omdat tegen de beschikking op een verzoek inzake een deelgeschil op grond van artikel 1019bb Rv geen hogere voorziening open staat, zal de rechtbank de gevorderde uitvoerbaar bij voorraad verklaring afwijzen. 

Met dank aan mr. J.F. Roth, SAP Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2015/rb-midden-nl-241214ook op rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBMNE:2014:7324