Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 090616 kosten; gevorderd 14,9 uur x € 300,00; begroot, niet toegewezen 14,9 x € 220,00

Rb Oost-Brabant 090616 verjaring en schending klachtplicht door aansprakelijkstelling op 09-01-2015 vanwege op 19-03-2009 bekend geworden "medische misser" waarvan huisarts meldde dat niemand enige blaam trof;
- kosten; gevorderd 14,9 uur x € 300,00; begroot, niet toegewezen 14,9 x € 220,00

Kosten deelgeschil 

4.10. 
Ten aanzien de kosten van dit deelgeschil stelt de rechtbank voorop dat ondanks de afwijzing van het verzoek, op de voet van artikel 1019aa Rv in beginsel begroting dient plaats te vinden van de kosten die X heeft gemaakt in het kader van deze deelgeschilprocedure. 

4.11. 
X begroot de kosten voor het deelgeschil op in totaal € 5.811,22. Dit bedrag hangt volgens X samen met een bedrag van € 78,- wegens griffierecht en met 14,9 gedeclareerde uren tegen een tarief van € 300,- per uur, te vermeerderen met 6% kantoorkosten en 21% BTW. 
Ten aanzien van de begroting van de kosten, merkt JBZ c.s, op dat het urenaantal haar niet bovenmatig voorkomt. Wel maakt JBZ c.s. bezwaar tegen het door X gehanteerde uurtarief van € 300,- per uur (excl. kantoorkosten en BTW). JBZ c.s. acht een tarief van€ 220,- onder de gegeven omstandigheden meer passend. 

4.12. 
De rechtbank overweegt als volgt. De uren die mr. Brens aan dit deelgeschil heeft besteed - 14,9 uur - acht de rechtbank verdedigbaar en niet onredelijk. JBZ c.s. heeft daartegen ook geen bezwaar gemaakt. Wel ziet de rechtbank aanleiding het gehanteerde uurtarief te matigen. Het gaat bîj deze kostenbegroting om de redelijke kosten die X zelf moet maken en waarvan zij vergoeding kan vorderen. Een uurtarief van € 300,- per uur is niet een tarief dat - behoudens bijzondere omstandigheden, die X niet heeft gesteld - aan een particulier in rekening wordt gebracht. De rechtbank zal het uurtarief matigen tot € 220,- per uur (exclusief 6% kantoorkosten en 21% BTW) en daarvan uitgaande de kosten van het deelgeschil begroten op in totaal € 4.282,36 (14,9 x 220 x 1,06 x 1,21 + 78). 

4.13. 
Nu van aansprakelijkheid aan de zijde van JBZ c.s. geen sprake is, is een veroordeling in deze kosten - zoals X heeft verzocht - niet aan de orde. Dit verzoek zal worden afgewezen. 

citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2016/rb-oost-brabant-090616