Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 130715 kosten gevorderd en toegewezen obv 22 x € 235,00 + 5% + BTW, totaal € 6.506,23

Rb Oost-Brabant 130715 vader is strafrechtelijk veroordeeld tzv shaken-baby syndroom; beroep AVP op opzetclausule faalt; niet het criminele gedrag dat beoogd is uit te sluiten;
- kosten gevorderd en toegewezen obv 22 x € 235,00 + 5% + BTW, totaal € 6.506,23

3.20.

[wettelijk vertegenwoordiger] verzoekt de rechtbank ASR te veroordelen in de kosten van de deelgeschilprocedure en de daaraan voorafgegane buitengerechtelijke kosten. Nu de conclusie luidt dat ASR dekking moet verlenen voor de door [belanghebbende] veroorzaakte schade, is veroordeling in de door [wettelijk vertegenwoordiger] genoemde kosten aan de orde. Deze kosten zullen eerst op grond van artikel 1019aa Rv worden begroot. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets te worden gehanteerd: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn.

3.21.
De totale kosten van de deelgeschilprocedure begroot [wettelijk vertegenwoordiger] , na ter zitting haar verzoek te hebben vermeerderd, op € 6.506,23. Met het deelgeschil zijn volgens de opgave van [wettelijk vertegenwoordiger] 22 uren gemoeid. Het uurtarief van de raadsman bedraagt € 235,00, exclusief 5% kantoorkosten en BTW. ASR stelt dat het totaalbedrag, wat door ASR aan de hand van het verzoekschrift was berekend op € 4.926,52, noch het in het verzoekschrift genoemde aantal uren (toen nog 10,5), de dubbele redelijkheidstoets doorstaan. Zij verzoekt om matiging tot € 1.250,00.

3.22.
De rechtbank volgt ASR niet in haar verweer dat de kosten de dubbele redelijkheidstoets niet doorstaan. Anders dan waar ASR van uitgaat, zijn de kosten gemoeid met de overname van het dossier door een nieuwe advocaat (van hetzelfde kantoor) niet in rekening gebracht, zo blijkt uit de ter zitting overgelegde specificatie. Evenmin blijkt uit de specificatie dat kosten voor dossierstudie en literatuurstudie ‘telkens’ in rekening worden gebracht. De rechtbank acht een uurtarief van € 235,00 redelijk. ASR heeft daartegen overigens ook geen verweer gevoerd. Ook het aantal aan de zaak bestede uren komt de rechtbank niet onredelijk hoog voor. Anders dan ASR stelt, is geen sprake van een relatief overzichtelijk en eenvoudig te beantwoorden juridisch vraagstuk. De rechtbank ziet daarom geen grond voor matiging van de kosten en begroot deze conform de opgave van [wettelijk vertegenwoordiger] op
€ 6.506,23.

3.23.
Met betrekking tot de gevraagde veroordeling van ASR in de aan de procedure voorafgegane buitengerechtelijke kosten overweegt de rechtbank dat begroting daarvan op grond van artikel 1019aa Rv niet aan de orde is, nu het geen kosten betreft die zien op de deelgeschilprocedure.

3.24.
Voor de goede orde overweegt de rechtbank dat nu jegens [belanghebbende] noch een verzoek tot veroordeling van de kosten van het deelgeschil, noch een verzoek tot begroting van die kosten is ingediend, veroordeling of begroting jegens [belanghebbende] niet aan de orde is.ECLI:NL:RBOBR:2015:4480