Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 170414 kosten gevorderd en toegewezen; 43 uren x € 200,- + 6,5% + 21% BTW, totaal € 11.082,39,-

Rb Oost-Brabant 170414 overstekende fietser; zowel fietser als automobilist door rood; na billijkheidscorrectie 100% aansprakelijkheid;
- kosten gevorderd en toegewezen; 43 uren x € 200,- + 6,5% + 21% BTW
, totaal € 11.082,39,-

De kosten van dit deelgeschil

4.13.
[verzoekers] stelt dat zij voor deze deelgeschilprocedure in totaal € 11.082,39,- advocaatkosten heeft moeten maken en daarnaast € 274,- griffierecht heeft betaald. Het bedrag aan advocaatkosten hangt samen met in totaal 43 gedeclareerde uren van de advocaat/advocaten van [verzoekers] tegen een tarief van € 200,- per uur, te vermeerderen met 6,5% kantoorkosten en 21% BTW.

4.14.
Aegon acht het aantal door de advocaat van [verzoekers] aan dit deelgeschil bestede uren echter bovenmatig. Tegen twee opgevoerde werkzaamheden heeft Aegon dit verweer nader ingekleed.
Ten eerste acht Aegon de aan het opstellen van een verzoekschrift bestede aantal van 21,5 uren onredelijk hoog. Er is in het verzoekschrift volgens Aegon teveel aandacht besteed aan de omvang van de schade, terwijl het verzoek zich daar niet op richt. Verder acht Aegon het overbodig dat het verzoekschrift door een kantoorgenoot van mr. Middeldorp wordt gelezen en aangevuld.
Ook bovenmatig, aldus Aegon, is het aantal van 14 uur dat aan de mondelinge behandeling wordt besteed. Met de bestudering van het verweerschrift, de zitting zelf en de afwikkeling daarvan is volgens Aegon hooguit 6 uur gemoeid.

4.15.
Ter zitting heeft mr. Middeldorp in reactie op het verweer van Aegon op dit punt nog aangevoerd dat zij in juni 2013 bij deze zaak is betrokken in verband met het starten van dit deelgeschil. Tot dan was mr. Middeldorp onbekend met deze zaak. Verder heeft mr. Middeldorp gesteld dat een uitgebreide toelichting op de schade van [slachtoffer] (en haar ouders) is gegeven ter onderbouwing van de aansprakelijkheidsvraag. Verder leidt het beleid binnen het kantoor van mr. Middeldorp om een ervaren advocaat mee te laten kijken volgens haar uiteindelijk tot minder hoge kosten en moesten er, gelet op het uitgebreide verweer van Aegon, bovendien veel uren besteed worden aan de voorbereiding van de zitting.

4.16.
De rechtbank overweegt als volgt. De uren die mr. Middeldorp aan het opstellen van het verzoekschrift heeft besteed, acht de rechtbank verdedigbaar en redelijk. Mr. Middeldorp is immers (enkel) benaderd voor het voeren van dit deelgeschil en was tot die tijd niet bekend met de zaak van [slachtoffer] en de reeds lopende onderhandelingen tussen [verzoekers] en Aegon. Voor het opstellen van het verzoekschrift diende mr. Middeldorp zich dus volledig in het geschil tussen partijen te verdiepen. Verder heeft Aegon weliswaar gesteld dat zij het overbodig acht dat het verzoekschrift door een kantoorgenoot van mr. Middelkoop wordt meegelezen en aangevuld, maar vervolgens dat standpunt niet nader toegelicht na de stellingname door mr. Middeldorp dat die werkwijze uiteindelijk tot minder hoge kosten leidt. De rechtbank passeert daarom dat verweer van Aegon op dit punt.
Voorts volgt de rechtbank Aegon niet in haar stelling dat het aantal opgevoerde uren voor de mondelinge behandeling bovenmatig is. Weliswaar betreft het een aanzienlijk aantal uren, maar hierbij acht de rechtbank van belang dat tot één week voor de zitting [verzoekers] op goede gronden in de veronderstelling verkeerde dat ook Aegon uitging van de door FTO geschetste toedracht van het ongeval. Toen Aegon op het laatste moment - namelijk pas in haar verweerschrift - haar tot dan toe ingenomen standpunt wijzigde en een onderdeel van het rapport van FTO betwistte, ontstond voor mr. Middeldorp de noodzaak zich daarop gedegen voor te bereiden. Dat zij daarmee het door Aegon redelijk geachte aantal van 6 uren heeft overschreden, is aan deze tournure van Aegon te wijten.
Ten slotte rechtvaardigt het grote (financiële) belang van de voorliggende zaak dat mr. Middeldorp zich daar gedegen in heeft verdiept. Het daarbij gehanteerde uurtarief van € 200,- acht de rechtbank alleszins redelijk.
De rechtbank zal daarom de kosten van het deelgeschil begroten conform het verzoek van [verzoekers] en zal Aegon veroordelen dit bedrag aan [verzoekers] te betalen. ECLI:NL:RBOBR:2014:1977