Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Overijssel 230215 kosten toegewezen obv 15 uren x € 245,00 + 7% + BTW + griffierecht

Rb Overijssel 230215 hoge dwarslaesie voetganger; slachtoffer overlijdt drie maanden later; rb houdt rekening met recentelijk toegekende hogere bedragen; € 125.000;
vordering aanvullende BGK van € 7.083,86 onvoldoende onderbouwd; 
- kosten toegewezen obv 15 uren x € 245,00 + 7% + BTW + griffierecht

4.11

De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij ook de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen. Bij de begroting daarvan dient de rechtbank ook de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten dus redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Daarvan is in deze zaak evenwel geen sprake. [verzoekster] verzoekt te bepalen dat Univé gehouden is de kosten van deze procedure te vergoeden gebaseerd op het door de raadsvrouwe gehanteerde uurtarief, alsmede het griffierecht. 
De rechtbank zal de kosten van het deelgeschil als volgt begroten. De onderhavige zaak betreft naar het oordeel van de rechtbank weliswaar een overzichtelijk, maar inhoudelijk complex deelgeschil. Het daaraan opgegeven aantal uren is echter, gelet op de factor ervaring gerelateerd aan het door de raadsvrouwe gehanteerde uurtarief van € 245,00, aan de hoge kant. Al met al acht de rechtbank het redelijk om uit te gaan van 15 uren, waarbij de zitting en de pleitnota zijn inbegrepen. De toepassing van 7% kantoorkosten is niet weersproken evenmin als de vergoeding van het griffierecht. Univé zal dienovereenkomstig tot betaling aan [verzoekster] worden veroordeeld.

4.12.
Univé heeft verzocht om te bepalen dat [verzoekster] bij toewijzing van het verzochte een bankgarantie dient te stellen. De rechtbank ziet daarvoor geen aanleiding nu Univé nog gelegenheid zal hebben een en ander te compenseren met de uiteindelijk te betalen (vermogens)schadevergoeding. ECLI:NL:RBOVE:2015:944