Rb Rotterdam 081216 afwijzing kosten deelgeschil, want ingesteld met doel betaling van facturen te verkrijgen
- Meer over dit onderwerp:
Rb Rotterdam 081216 vordering tzv bevoorschotting BGK; onbetaald gebleven deel declaraties (€ 3.835,58 van € 10.407,06) vormt geen breekpunt in onderhandelingstraject;
- afwijzing kosten deelgeschil, want ingesteld met doel betaling van facturen te verkrijgen
4.4.
In beginsel kan een verzoek tot toekenning van een (aanvullend) voorschot op de buitengerechtelijke kosten in een deelgeschil aan de orde komen. De investering in tijd, geld en moeite bij de behandeling van dat verzoek brengt echter mee dat dit niet voor ieder verzoek om een (aanvullend) voorschot op de buitengerechtelijke kosten geldt en dat het afhankelijk is van de omstandigheden van het geval of wordt voldaan aan de voorwaarde dat de verzochte beslissing voldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.
4.5.
In dit geval gaat het buitengerechtelijke onderhandelingstraject tussen partijen voort en is er tot op heden slechts sprake van een mogelijk geschil tussen partijen over de redelijkheid van de door [eiser] gemaakte kosten van rechtskundige bijstand. HDI heeft daarover immers nog geen definitief standpunt ingenomen, maar wil de verdere discussie uitstellen totdat de uitkomst van de neurologische expertise bekend is. Niet in geschil is dat die uitkomst op korte termijn wordt verwacht. Voorts vormt het thans onbetaald gebleven deel van de declaraties van de belangenbehartiger van [eiser] geen breekpunt in het onderhandelingstraject. De belangenbehartiger heeft desgevraagd immers verklaard zijn werk niet te zullen neerleggen vanwege het thans openstaande bedrag en HDI heeft toegezegd dat de werkzaamheden van de belangenbehartiger die met de medische expertises samenhangen te zullen bevoorschotten. Het risico dat de belangenbehartiger door het openstaande bedrag van zijn declaraties beïnvloedbaar wordt en zijn taak niet naar behoren zal uitvoeren, komt gelet op de beperkte hoogte van dat bedrag niet reëel voor.
4.6.
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de verzochte beslissing – gelet op de investering in tijd, geld en moeite – onvoldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. Dit leidt tot afwijzing van de onderdelen A en B van het verzoek.
4.7.
Op grond van artikel 1019aa Rv dient in beginsel begroting plaats te vinden van de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Dit laatste is op grond van hetgeen onder 4.5. is overwogen naar het oordeel van de rechtbank het geval. Het deelgeschil is ingesteld met het doel om betaling van facturen te verkrijgen en niet om een vaststellingsovereenkomst tot stand te brengen of dichterbij te brengen. Dit leidt er toe dat de onderdelen C en D van het verzoek eveneens afgewezen dienen te worden. ECLI:NL:RBROT:2016:9274