Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Rotterdam 170615 kosten voorlopig deskundigenbericht vallen niet onder kosten deelgeschil; gevorderd obv € 300, begroot op 12,5 x € 240 + 7% + 21% + griffierecht, totaal € 4.169,10

Rb Rotterdam 170615 aansprakelijkheid orthodontist; voorlopig deskundigenbericht onbruikbaar wegens onvoldoende onderzoek, niet verifieerbare verwijzingen en niet beantwoorden vragen; 
- kosten voorlopig deskundigenbericht vallen niet onder kosten deelgeschil; gevorderd obv € 300, begroot op 12,5 x € 240 + 7% + 21% + griffierecht, totaal € 4.169,10

4.9.

De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, dit in beginsel ook indien een verzoek wordt afgewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de redelijkheidstoets te hanteren: zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Het laatste is echter niet het geval nu [verzoeker] beschikte over een voorlopig deskundigenbericht en naar het oordeel van de rechtbank niet gezegd kan worden dat hij voorafgaand aan deze procedure bekend was of behoorde te zijn met de onbruikbaarheid van dat rapport.

4.10.
In het verzoekschrift heeft [verzoeker] een specificatie gegeven van zijn kosten ad € 4.855,13 (12,5 uren à € 300,-, vermeerderd met 7% kantooropslag en BTW) te vermeerderen met griffierecht ad € 285,- en de kosten van de deskundige ad € 2.143,75. [verweerder 2] c.s. bestrijden de redelijkheid van het uurtarief. Verder betwisten zij dat de kosten van de deskundige zijn aan te merken als kosten van het deelgeschil.

4.11.
Voor de begroting van de kosten in het kader van artikel 1019aa Rv komen in beginsel uitsluitend de kosten in aanmerking die direct verband houden met de gevoerde deelgeschilprocedure. De voorlopig in debet gestelde kosten van de deskundige vallen daar niet onder en worden derhalve buiten de begroting gelaten. Gelet op de expertise van de advocaat van [verzoeker], de ingewikkeldheid en het belang van de zaak komt een uurtarief van € 240,- exclusief 7% kantoorkosten en BTW de rechtbank redelijk voor. De kosten van de deelgeschilprocedure aan de zijde van [verzoeker], inclusief het griffierecht, worden derhalve begroot op (12,5 x € 240,- = € 3.000 + 7%= € 3.210,- + 21%= € 3.884,10 + € 285,- =) € 4.169,10. ECLI:NL:RBROT:2015:4250