Rb 's-Hertogenbosch 240512 kosten gevorderd € 4.490,68 na correctie vanwege 50 % eigen schuld; begroot op 10 uur x € 235,00 + 19%; geen kantoorkn; geen eigen schuld
- Meer over dit onderwerp:
Rb 's-Hertogenbosch 240512 vuurwerk ontploft in gezicht; vaststelling uitgangspunten schadeberekening leent zich niet voor deelgeschil omdat nader onderzoek vereist is;
- kosten gevorderd € 4.490,68 na correctie vanwege 50 % eigen schuld; begroot op 10 uur x € 235,00 + 19%; geen kantoorkosten; geen eigen schuld
3.9. In het verzoekschrift verzoekt [partij A] veroordeling van [partij B] in de kosten van de procedure. Uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 1019aa Rv volgt dat ook als het verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, de rechtbank de kosten van de procedure dient te begroten en dat dit alleen anders is indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Dat van deze situatie sprake is, is gesteld noch gebleken.
3.10. De rechtbank is van oordeel dat gelet op de aard en de complexiteit van de zaak, het gevorderde aantal bestede uren de dubbele redelijkheidstoets niet doorstaat. De rechtbank acht een besteding van tien uren aanvaardbaar. Het door de advocaat van [partij A] gehanteerde uurtarief (€ 235,00 exclusief BTW, € 279,65 inclusief BTW) heeft [partij B] niet betwist en komt de rechtbank ook niet onredelijk voor. De rechtbank ziet geen aanleiding voor het honoreren van de gehanteerde opslag voor kantoorkosten. De rechtbank begroot de kosten van dit deelgeschil daarom op EUR 3.596,50 (10 uur x € 2.796,50 vermeerderd met het door [partij A] betaalde griffierecht van € 800,00). Nu de aansprakelijkheid van [partij B] jegens [partij A] vast staat, zal de rechtbank [partij B] ook veroordelen in voormelde kosten. Het verweer van [partij B] dat het onredelijk is om de kosten voor het opstellen van het verzoekschrift geheel voor rekening van [partij B] te laten komen omdat hij zelf ook kosten heeft gemaakt en nog zal maken voor de onderhavige zaak, snijdt geen hout. Ook hetgeen [partij B] overigens op dit punt heeft aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel. LJN BW6836