Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zeeland-West-Brabant 150316 kosten gevorderd obv 22,8 x € 220,00 excl. BTW en kantoorkosten; toegewezen obv € 180,00, excl. BTW en kantoorkosten, in totaal € 2.000,00 + griffierecht

Rb Zeeland-West-Brabant 150316 onvoldoende bewijs in deelgeschil tzv inkomenssituatie zonder ongeval; voorlichting AD-er nodig, maar niet in deelgeschil;
- kosten gevorderd obv 22,8 x € 220,00 excl. BTW en kantoorkosten; toegewezen obv € 180,00, excl. BTW en kantoorkosten, in totaal € 2.000,00 + griffierecht

3.11. 

Wat het verzoek onder c betreft, overweegt de rechtbank dat een deel van de door [VERZOEKER]] genoemde advocaatkosten betrekking heeft op niet nader toegelichte werkzaamheden voorafgaande aan het concipiëren van het verzoekschrift'en een ander deel op onderhandelingen die partijen buiten rechte naar aanleiding van het door [VERZOEKER]] bij de rechtbank ingediende verzoekschrift hebben gevoerd. De rechtbank is van oordeel dat dergelijke kosten niet zijn aan te merken als 'kosten bij de behandeling van het verzoek' als bedoeld in artike ll019aa lid 1 Rv. Juist omdat deze kosten in verband met de begroting daarvan onderscheiden dienen te worden van andere kosten als bedoeld in artikel 6:96 BW, ligt het voor de hand om de 'kosten bij de behandeling van het verzoek' enigszins strikt uit te leggen en deze te beperken tot kosten die daadwerkelijk verband houden met het voeren van de procedure. Voor zover het verzoek betrekking heeft op de kosten voorafgaande aan het concipiëren van het verzoekschrift en op de hiervoor genoemde onderhandelingen, dient het dus te worden afgewezen. Dit laat onverlet dat dergelijke kosten wel als buitengerechtelijke kosten in de zin van artikel 6:96 BW voor vergoeding in aanmerking kunnen komen.

3.12. 
Met inachtneming van het voorgaande stelt [VERZOEKER]], voor zover dit is af te leiden uit de overgelegde specificatie, dat zijn advocaat 22,8 uren heeft besteed aan de behandeling van het deelgeschil tegen een uurtarief van € 220,00 exclusief BTW en kantoorkosten. Bij de begroting van de kosten die in verband met het deelgeschil zijn gemaakt, dient de rechter de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets te hanteren: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te zijn. ASR heeft aangevoerd dat het gestelde aantal aan de zaak bestede uren en het opgevoerde uurtarief bovenmatig en niet redelijk zijn.

3.13. 
De rechtbank neemt bij de beoordeling van de redelijkheid van de kosten de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking: 
- ASR heeft onweersproken gesteld - en dit blijkt ook uit de overgelegde specificaties - dat de onderhandelingen over de schadevergoeding (mede) zijn gevoerd door een andere advocaat (een kantoorgenoot van mr. Quispel) dan die welke de werkzaamheden in verband met de deelgeschilprocedure heeft uitgevoerd. De rechtbank gaat ervan uit dat de procedure meer tijd heeft gekost dan redelijkerwijs nodig was geweest indien de werkzaamheden door één advocaat zouden zijn verricht. 
- Tegenover de betwisting van de redelijkheid van het gehanteerde uurtarief, heeft de advocaat van [VERZOEKER] desgevraagd niet meer of anders aangevoerd dan dat hij aspirant-lid van de Vereniging LSA is en dat hij zich heeft aangemeld voor de Grotius specialisatiecursus letselschade. Daarmee is niet duidelijk over welke (op de behandeling van personenschadezaken gerichte) kennis en ervaring mr. Quispel beschikt die het gehanteerde uurtarief rechtvaardigen. Mede gelet op de ingewikkeldheid van de zaak, zal de rechtbank uitgaan van een uurtarief van € 180,00, exclusief BTW en kantoorkosten. 
- In de specificatie is vermeld dat drie uren besteed zijn aan reistijd en een uur aan 'overige werkzaamheden'. Namens [VERZOEKER] is niet toegelicht waarom gedurende de reis naar de rechtbank: de zaak niet kon worden voorbereid, terwijl die voorbereiding tevens in rekening is gebracht. De 'overige werkzaamheden' zijn verder niet gespecificeerd of toegelicht. Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden zal de rechtbank: de met de behandeling van het verzoek gemoeide redelijke kosten begroten op € 2.000,00 aan advocaatkosten (inclusief kantoorkosten en BTW) en € 285,00 aan griffierecht. ASR zal veroordeeld worden tot betaling van deze kosten, zodat het verzoek in zoverre toewijsbaar is. www.wetdeelgeschillen.info