Rb Zutphen 040213 kosten gevorderd 21,7 x € 237,60; toegewezen 16 x € 180,-, in totaal € 3.960,89; geen specialistische kennis vereist
- Meer over dit onderwerp:
Rb Zutphen 040213 pleziertocht per paard en wagen; paard in draf, wagonette slaat om; eigenaar paard voor 100% aansprakelijk;
- kosten gevorderd 21,7 x € 237,60; toegewezen 16 x € 180,-, in totaal € 3.960,89; geen specialistische kennis vereist
4.13. [verzoekster] heeft gesteld dat de buitengerechtelijke kosten voor wat betreft de deelgeschilprocedure tot en met het opstellen van het verzoekschrift € 2.067,-- (exclusief kantoorkosten en BTW) bedragen. Met de werkzaamheden is volgens de advocaat van [verzoekster] 8,7 uur gemoeid. De advocaat van [verzoekster] hanteert daarbij een uurtarief van € 237,60. De advocaat van [verzoekster] gaat daarbij uit van het curatorentarief van € 198,-- per uur, vermenigvuldigd met een belangfactor van 1,5 alsmede een ervaringsfactor van 0,8. De advocaat van [verzoekster] begroot de kosten verbonden aan de verdere behandeling van het verzoekschrift op € 3.089,--, exclusief kantoorkosten en BTW, hetgeen correspondeert met 13 uur.
4.14. [verweerder BV sub 1] en [verweerder sub 2] hebben geen verweer gevoerd tegen het aantal door [verzoekster] opgevoerde uren alsmede de hoogte van het uurtarief. De door [verzoekster] in deze opgevoerde kosten kunnen de dubbele redelijkheidstoets (die de rechtbank ambtshalve uitvoert omdat alleen redelijke kosten op grond van artikel 6:96 BW voor vergoeding in aanmerking komen) niet doorstaan. De rechtbank wil wel meegaan in het aantal uren dat door de advocaat van [verzoekster] is opgevoerd voor de werkzaamheden tot en met het opstellen van het verzoekschrift. Naar redelijkheid begroot de rechtbank de kosten voor het bestuderen van het verweerschrift, overleg met [verzoekster] (inclusief reistijd), voorbereiding van de zitting, de mondelinge behandeling (inclusief reistijd, voor- en nabespreking) op 7,3 uur. Dat er na de zitting nog werkzaamheden, door [verzoekster] begroot op 1 uur, zouden moeten plaatsvinden, valt -zonder nadere toelichting die niet is gegeven- niet in te zien, zodat daarmee bij de kostenbegroting geen rekening wordt gehouden.
Totaal komen voor vergoeding in aanmerking 16 uren.
4.15. De rechtbank zal evenmin meegaan in het door [verzoekster] opgevoerde uurtarief. Immers, in het onderhavige deelgeschil is sprake van een gewone aansprakelijkheidskwestie, voor de behandeling waarvan (anders dan bijvoorbeeld de begroting van de ongevalschade) geen specialistische kennis is vereist. Het curatorentarief kan in deze dan ook geen uitgangspunt zijn. Een uurtarief van € 180,--, te vermeerderen met 6% kantoorkosten en 21 % BTW komt redelijk voor. Het financieel belang van de zaak rechtvaardigt thans geen aanpassing van het uurtarief. In deze zal geen korting worden toegepast vanwege de ervaring van de advocaat die het verzoekschrift heeft opgesteld. In verband met zwangerschapsverlof van bedoelde advocaat heeft een meer ervaren kantoorgenoot de behandeling van deze zaak overgenomen.
De kosten van de deelgeschilprocedure worden daarom begroot op 16 uur x € 180,- = € 2.880,-- vermeerderd met 6% kantoorkosten ad € 172,80, 21% BTW ad € 641,09 en het griffierecht van € 267,--, totaal € 3.960,89.
4.16. Deze beschikking zal slechts ten aanzien van de kosten uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. Een verklaring voor recht levert geen voor tenuitvoerlegging vatbare titel op, zodat uitvoerbaarheid bij voorraad in zoverre geen betekenis heeft en om die reden achterwege zal blijven. LJN BZ0473