Overslaan en naar de inhoud gaan

RBAMS 120924 aanrijding motorfiets en fiets; niet geschikt voor deelgeschil, nu oordeel gevraagd wordt over vrijwel alles; compensatie proceskosten

RBAMS 120924 aanrijding motorfiets en fiets; niet geschikt voor deelgeschil, nu oordeel gevraagd wordt over vrijwel alles; compensatie proceskosten

DE GRONDEN VAN DE BESLISSING

  1. [verzoeker] heeft in deze deelgeschilprocedure primair een verklaring voor recht gevraagd ‘van de aansprakelijkheid van [verweerder] voor de schade’ en subsidiair om ‘de omvang van de aansprakelijkheid van [verweerder] als gevolg van het ongeval te bepalen’. Verder verzoekt [verzoeker] [verweerder] te veroordelen tot volledige aansprakelijkheid voor de schade die [verzoeker] als gevolg van het ongeval op 14 maart 2021 heeft geleden, ter hoogte van € 7.193,06 en te vermeerderen met de wettelijke rente, alles met veroordeling van [verweerder] in de kosten van de procedure van € 3.895,-.

  2. De deelgeschilprocedure van artikel 1019w e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is een bijzondere procedure. De zaak komt snel op zitting, het is een relatief goedkoop procedure vanwege het lage griffierecht en in beginsel zijn er minder mogelijkheden tot het leveren van bewijs dan in een gewone (bodem)procedure, waar bijvoorbeeld getuigen kunnen worden gehoord. Ten slotte begroot de rechter de kosten aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt en neemt hij daarbij alle redelijke kosten in aanmerking, ook als de benadeelde in het ongelijk wordt gesteld.

  3. De procedure ex artikel 1019w Rv is bedoeld voor situaties waar een partij aanspraak maakt op schade door dood of letsel, partijen in onderhandeling zijn over een oplossing maar daarbij een beslissing van de rechter nodig hebben omdat zij verschillen van mening over een deel van het geschil. De beslissing van de rechter, en daarmee de beëindiging van het deelgeschil, moet kunnen bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

  4. Dat is niet wat in deze zaak voorligt, nu [verzoeker] op alle punten een beslissing vraagt, te weten over de toedracht van het ongeval, de aansprakelijkheid van [verweerder] , de vermeende schade, de causaliteit tussen de schade en het ongeval en [verzoeker] voorts verzoekt het door hem berekende bedrag aan schade toe te wijzen. Als op al deze punten een beslissing is genomen, zijn onderhandelingen tussen partijen niet meer nodig. Bovendien zijn partijen, zo is ter zitting meegedeeld, niet in onderhandeling en hebben zij ook nooit over een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van het geschil onderhandeld. Het verzoek is in zoverre prematuur. In artikel 1019z Rv is verder bepaald dat het verzoek wordt afgewezen voor zover de verzochte beslissing naar zijn oordeel onvoldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

  5. [verzoeker] heeft weliswaar gesteld dat er waarschijnlijk nog toekomstige schade is, maar met een beslissing over de hiervoor genoemde geschilpunten is de kans klein dat eventuele toekomstige schade onderhandelingen tussen partijen op gang brengt. Tot slot weegt mee dat wanneer onderhavige zaak als een deelgeschil ex artikel 1019w zou kwalificeren, in wezen elke schadezaak als deelgeschilprocedure kan worden aangebracht. Dat is niet de bedoeling geweest van de wetgever.

  6. Slotsom is dan ook dat het verzoek van [verzoeker] wordt afgewezen, nu het zich niet leent voor een behandeling in een deelgeschilprocedure.

  7. Overigens is maar de vraag, als dat wel het geval was geweest, of het verzoek inhoudelijk kans van slagen zou hebben, nu de feiten onvoldoende vaststaan. Normaliter is er in dit soort ongevallenzaken een uitgebreid politiedossier op grond waarvan de toedracht van een ongeval kan worden vastgesteld. Een politiedossier ontbreekt echter, zodat alleen kan worden uitgegaan van de lezing van partijen, die uiteenloopt. Nu sprake is van een aanrijding tussen een fiets en een motorfiets is [verweerder] slechts aansprakelijk wanneer komt vast te staan dat er overmacht was aan de zijde van [verzoeker] . Die moet dan ook voldoende stellen (en bij gemotiveerde betwisting bewijzen) dat hij [verweerder] vlak voor de aanrijding niet heeft gezien en evenmin op tijd had kunnen zien. Vooralsnog is een en ander niet uit de stukken op te maken.

  8. Als gezegd worden in een deelgeschil de kosten normaliter begroot aan de zijde van de benadeelde. Nu de deelgeschilprocedure onterecht is ingesteld geeft dat aanleiding om de kosten van de procedure te compenseren, in die zin dat elk van partijen de eigen kosten draagt. ECLI:NL:RBAMS:2024:5915