Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 121218 kosten verzocht 15 uur, 38 minuten, x € 205,00 + 6% + 21% = € 3.681,06 (?); toegewezen 10 uur x € 205,00 + 21% x 50%

RBDHA 121218 auto slaat (niet toegestaan) linksaf in file op N-weg en blokkeert daarmee de weg voor motorfiets; filegedragscode nvt; 50% ES 
kosten verzocht 15 uur, 38 minuten, x € 205,00 + 6% + 21% = € 3.681,06 (?); toegewezen 10 uur x € 205,00 + 21% x 50%

Kosten deelgeschil

4.18.
Ingevolge artikel 1019aa lid 1 Rv dient de rechtbank de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te begroten, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking worden genomen. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn.

4.19.
Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat de kosten van de procedure ook voor vergoeding in aanmerking kunnen komen in geval van afwijzing van het verzoek. Dit is alleen anders indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval van laatstgenoemde situatie geen sprake is. De rechtbank gaat in het navolgende dan ook over tot begroting van de kosten.

4.20.
Mr. Gossens verzoekt, onder verwijzing naar de door haar ter zitting overgelegde urenspecificatie, de kosten van dit deelgeschil te begroten op een bedrag van € 3.681,06 (exclusief griffierecht). Daarbij is hij uitgegaan van een tijdsbesteding van 15 uur en 38 minuten, een uurtarief van € 205, 6% kantoorkosten en 21% btw. Het NBM heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van deze kostenopgave.

4.21.
De rechtbank leidt uit de urenspecificatie af dat mr. Gossens ruim 7 uur aan het opstellen van het verzoekschrift heeft besteed. De overige tijd ziet op contacten met de cliënt en het bijwonen van de zitting. Gelet op de inhoud en complexiteit van deze zaak acht de rechtbank het redelijk om rekening te houden met een tijdsbesteding van in totaal 10 uur voor deze procedure en een uurtarief van € 205. De verzochte vergoeding van kantoorkosten wijst de rechtbank bij gebrek aan onderbouwing en gelet op het verweer van het NBM af. Gelet op de huidige gebruikelijke wijze van communicatie - digitaal - houdt de rechtbank het er zonder concrete nadere toelichting voor dat die kantoorkosten niet daadwerkelijk zijn gemaakt.

4.22.
Gezien het voorgaande zal de rechtbank de kosten van deze procedure in redelijkheid begroten op een bedrag van € 2.771,50 (10 uur x € 205, te vermeerderen met 21% btw en voorts te vermeerderen met het betaalde griffierecht van € 291).

4.23.
Nu de schadevergoedingsverplichting op de voet van artikel 6:101 BW wordt verminderd, zal de rechtbank de verplichting om de in artikel 6:96 lid 2 BW bedoelde kosten (kosten die ten titel van schade voor vergoeding in aanmerking komen) te vergoeden in dezelfde mate verminderen. Dit betekent dat een bedrag van € 1.385,75 voor vergoeding door het NBM in aanmerking komt. ECLI:NL:RBDHA:2018:16332