RBDHA 210125 geen kostenbegroting; volstrekt onnodig en onterecht ingestelde procedure
- Meer over dit onderwerp:
RBDHA 210125 ongeval staat vast; iedere onderbouwing van schade of causaal verband ontbreekt; bewijslevering nodig; volgt afwijzing
- geen kostenbegroting; volstrekt onnodig en onterecht ingestelde procedure
2De feiten
2.1.
[verzoeker] (geboren op [geboortedatum] februari 2002) is op 8 november 2021 en 11 februari 2022 betrokken geweest bij een ongeval.
2.2.
NN heeft namens haar verzekerde aansprakelijkheid erkend voor het ontstaan van het ongeval op 8 november 2021. Voor het ongeval dat heeft plaatsgevonden op 11 februari 2022 treedt Promovendum op als WAM-verzekeraar. NN heeft evenwel toegezegd voor beide ongevallen op te treden als de regelend verzekeraar.
2.3.
Ter compensatie van persoonlijke schade als gevolg van het ongeval dat plaatsvond op 8 november 2021 heeft NN aan [verzoeker] € 750,00 vergoed.
3Het geschil
3.1.
[verzoeker] heeft de kantonrechter verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, bij beschikking:
a. voor recht te verklaren dat:
• dat NN aansprakelijk en verantwoordelijk is voor 100% van de ontstane schade en NN te veroordelen in de betaling van en adequate voorschot onder algemene titel;
• dat NN gehouden is tot betaling van deze volledige ontstane schade;
• dat NN dient te worden aangemerkt als regelend verzekeraar;
• dat NN de buitengerechtelijke kosten, incluis de kosten voor het deelgeschil zoals door gemachtigde is aangeven, te voldoen;
• NN haar verantwoording dient te nemen door mee te werken aan het aanwijzen van een derde-deskundige voor de juiste vaststelling van de volledige schade;
• voor zover nodig en noodzakelijk refereert [verzoeker] zich aan het oordeel van de kantonrechter voor verdere instructies naar partijen tot bevordering van de buitengerechtelijke onderhandelingen.
NN te veroordelen tot betaling van de (buitengerechtelijke) kosten.
3.2.
[verzoeker] heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat naar aanleiding van de ongevallen fysieke en psychische schade heeft geleden. NN, als regelend verzekeraar, is aansprakelijk en gehouden tot vergoeding van deze schade. Door de ongevallen heeft [verzoeker] enige tijd niet kunnen werken. Uit de opgestelde schadestaat blijkt de schade, aldus [verzoeker] , maar er kan ook een deskundige worden aangewezen die de concrete schade kan begroten. De buitengerechtelijke kosten maken onderdeel uit van de schade en komen voor vergoeding in aanmerking. De houding van NN in deze schadeafwikkeling is als onrechtmatig te kwalificeren en niet bevorderlijk.
3.3.
NN heeft in haar verweerschrift geconcludeerd tot afwijzing van de verzoeken van [verzoeker] omdat de zaak zich niet leent voor een deelgeschilprocedure. Volgens NN brengt deze procedure partijen namelijk niet verder in de schadeafwikkeling. [verzoeker] heeft (de aard en omvang van) zijn schade nog steeds niet voldoende onderbouwd, ondanks dat al jarenlang wordt verzocht om gegevens aan te leveren. Daarnaast ontbreekt bewijs van het causaal verband tussen de gestelde schade en de ongevallen. Tijdens een huisbezoek dat heeft plaatsgevonden op 15 november 2022 bleek [verzoeker] bijvoorbeeld al voor 8 november 2021 arbeidsongeschikt. Ondanks de ontbrekende onderbouwing van de gestelde schade heeft NN de zaak geprobeerd pragmatisch te regelen, maar de voorstellen van NN zijn steeds afgewezen door [verzoeker] of er is zelfs helemaal niet gereageerd. Voor wat betreft de buitengerechtelijke kosten doorstaan deze niet de dubbele redelijkheidstoets. Uit niets blijkt dat [verzoeker] daadwerkelijk kosten van dienstverlening verschuldigd is aan zijn gemachtigde, zodat van schade die voor vergoeding in aanmerking komt geen sprake is.
4De beoordeling
Het deelgeschil
4.1.
Ter beoordeling staat in de eerste plaats of het verzoek van [verzoeker] zich leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure als bedoeld in artikel 1019w-1019cc van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De deelgeschilprocedure biedt betrokkenen bij een geschil over letsel- of overlijdensschade in de buitengerechtelijke onderhandelingsfase een eenvoudige en snelle toegang tot de rechter ter bevordering van de totstandkoming van een minnelijke regeling. Bij de beoordeling van het deelgeschil moet de rechtbank zich de vraag stellen of de bijdrage van de verzochte beslissing aan de mogelijke totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst zodanig is dat deze opweegt tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure. Een deelgeschil waarvan te verwachten is dat de beantwoording van die vraag te kostbaar is en/of veel tijd in beslag zal nemen, bijvoorbeeld omdat bewijsvoering nodig zal zijn, zal zich minder snel lenen voor een deelgeschilprocedure.
4.2.
In deze zaak staat slechts vast dat [verzoeker] een ongeval is overkomen op 8 november 2021 waarvoor de aansprakelijk door NN is erkend. Onduidelijk is evenwel gebleven welke schade [verzoeker] heeft geleden als gevolg van dit ongeval en als gevolg van het ongeval van 11 februari 2022. Dat is in deze procedure ook niet duidelijk geworden. De gestelde schade is niet onderbouwd door [verzoeker] met bijvoorbeeld medische stukken zoals een huisartsenjournaal, stukken van het UWV of rapport van de fysiotherapeut of bedrijfsarts, die het verband tonen tussen de ongevallen en de gestelde schade. Ook ontbreken er stukken die de gestelde studievertraging als gevolg van de ongevallen onderbouwt. Om (onder andere) deze stukken heeft NN herhaaldelijk verzocht. Om de omvang van de schade en het causaal verband tussen de schade en de (afzonderlijke) ongevallen te kunnen vaststellen (en pre-existentie uit te sluiten) is bewijslevering nodig waarvoor een deelgeschilprocedure zich niet leent. Dit betekent dat het verzoek van [verzoeker] op grond van artikel 1019z Rv moet worden afgewezen.
Kosten deelgeschil
4.6.
Uit de parlementaire geschiedenis bij artikel 1019aa Rv volgt dat ook als het verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, de kantonrechter de kosten van deze procedure dient te begroten. Hierbij dient de dubbele redelijkheidstoets gehanteerd te worden: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn. Dit betekent dat als een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen (TK 2007-2008, 31518, nr. 3, p. 12). In dat geval kan begroting van de kosten achterwege blijven.
4.7.
De kantonrechter is van oordeel dat van een volstrekt onnodig en onterecht ingestelde procedure sprake is. Al bij e-mail van 11 februari 2022 heeft NN de aansprakelijkheid voor de gevolgen van het ongeval dat heeft plaatsgevonden op 8 november 2021 erkend. In diezelfde e-mail verzoekt NN om informatie (waaronder foto’s) over het letsel, de schade en bijzonderheden waaronder pre-existentie. Nadien is het door NN ingenomen standpunt niet veranderd; zij is blijven verzoeken om informatie aan (de gemachtigde van) [verzoeker] om tot een afwikkeling van de schade te kunnen komen. Dit standpunt van NN is [verzoeker] nu bijna drie jaar bekend, terwijl [verzoeker] de verzochte informatie tot op de dag van vandaag niet heeft verstrekt aan NN. De beslissing in dit deelgeschil lag naar het oordeel van de kantonrechter daarmee zo voor de hand dat het indienen van het verzoek als volstrekt onnodig dient te worden geoordeeld. De kosten van de behandeling van het verzoek komen, gelet op het voorgaande, niet voor vergoeding in aanmerking. Begroting van deze kosten kan derhalve achterwege blijven.
5De beslissing
De kantonrechter
5.1.
wijst het verzochte af. Rechtbank Den Haag 21 januari 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:697