RBDHA 260919 kosten verzocht € 11.808 (49,2 uur x € 240 + 6% + 21%) gematigd tot 5.000 + 6% + 21%, begroot, niet toegewezen 15 x 240,00 + 21% = 4.356
- Meer over dit onderwerp:
RBDHA 260919 Gemeente niet aansprakelijk voor gevolgen val van rollator als gevolg van oneffenheid naast afwateringsrooster;
- kosten verzocht € 11.808 (49,2 uur x € 240 + 6% + 21%) gematigd tot 5.000 + 6% + 21%, begroot, niet toegewezen 15 x 240,00 + 21% = 4.356
Kosten deelgeschil
4.15.
Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter de kosten van de deelgeschilprocedure aan de zijde van de benadeelde begroot, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking worden genomen. Dat geldt ook als een verzoek in deelgeschil wordt afgewezen. Begroting kan alleen achterwege blijven, als de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake, zodat de rechtbank de kosten die [verzoekster] voor deze procedure heeft gemaakt, zal begroten.
4.16.
Bij de begroting van de kosten moet de rechtbank de zogenaamde “dubbele redelijkheidstoets” hanteren; zowel het inroepen van rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moet redelijk zijn.
4.17.
[verzoekster] heeft haar daadwerkelijk gemaakte kosten becijferd op € 11.808,00 (49,2 uur à € 240 per uur, te vermeerderen met 6% aan kantoorkosten en 21% aan btw). Vervolgens heeft [verzoekster] de buitengerechtelijk kosten gematigd tot € 5.000,00, te vermeerderen met 6% aan kantoorkosten en 21% aan btw. De gemeente heeft als verweer gevoerd dat ook het gematigde bedrag bovenmatig is.
4.18.
Met de gemeente is de rechtbank van oordeel dat deze zaak niet zodanig complex is, dat dit een tijdsbesteding van (bij inachtneming van het gematigde bedrag) 20 uur voor dit deelgeschil rechtvaardigt. Dit geldt te meer gelet op het aan [verzoekster] in rekening gebrachte (specialisatie)tarief. De rechtbank vindt in dit geval een tijdsbesteding van 15 uur redelijk.
4.19.
Uitgaande van het gerekende tarief van € 240,00 (exclusief btw) en het door [verzoekster] betaalde griffierecht van € 914,00, begroot de rechtbank de kosten van dit deelgeschil op € 5.270,00. De rechtbank heeft daarbij geen rekening gehouden met de door [verzoekster] genoemde kantoorkosten, nu deze naar het oordeel van de rechtbank geacht worden te zijn verdisconteerd in het genoemde uurtarief.
4.20.
Omdat de aansprakelijkheid van de gemeente niet is komen vast te staan, zal de rechtbank de kosten alleen begroten en de gemeente niet veroordelen tot betaling daarvan. Het begrote bedrag hoeft alleen door de gemeente te worden betaald, als haar aansprakelijkheid alsnog komt vast te staan. ECLI:NL:RBDHA:2019:10100