Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 011220 verzocht 26,2 x € 250,00 + 7% + 21% = € 9.393,04, begroot, niet toegewezen, 20 x € 250,00 + 21% = € 6.050,00

RBGEL 011220 Wbf is als regelend verzekeraar opgetreden; ASR is door het slachtoffer niet aan te spreken naast het Wbf
- verzocht 26,2 x € 250,00 + 7% + 21% = € 9.393,04, begroot, niet toegewezen, 20 x € 250,00 + 21% = € 6.050,00

4.6.

De rechtbank dient op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv de kosten van de procedure te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen, ook indien een verzoek niet wordt toegewezen. Bij de begroting van de kosten dient de rechtbank de dubbele redelijkheidstoets te hanteren; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Van dit laatste is, anders dan ASR heeft betoogd, naar het oordeel van de rechtbank geen sprake.

4.7.
[verzoeker] heeft zijn kosten begroot op € 9.393,04, (26,2 uur x € 250,00 per uur, te vermeerderen met kantoorkosten en met 21% btw) te vermeerderen met het griffierecht. ASR heeft bezwaar gemaakt tegen het aantal opgevoerde uren. Zij vindt het aantal opgevoerde uren voor het opstellen van een verzoekschrift te hoog. Voorts heeft ASR bezwaar gemaakt tegen de opgevoerde kantoorkosten, zeker gelet op de hoogte van het uurtarief.

Uit het door [verzoeker] overgelegde urenoverzicht blijkt dat zijn advocaat 21,3 uren heeft besteed aan het opstellen van het verzoekschrift. Gelet op de omvang en de moeilijkheidsgraad van het deelgeschil, wordt 10 uur voor het opstellen van het verzoekschrift redelijk bevonden door de rechtbank. Dat betekent dat in totaal - inclusief zitting en reistijd - voor de behandeling van het deelgeschil een aantal uren van 20 redelijk wordt gevonden. Het uurtarief van € 250,00 exclusief btw wordt redelijk gevonden.

De kantoorkosten van 7 % zal de rechtbank afwijzen, omdat deze kosten niet nader zijn onderbouwd.

Dat betekent dat de kosten van het deelgeschil zullen worden begroot op € 6.050,00 (20 x € 250,00 x 21% BTW), vermeerderd met een bedrag van € 236,00 aan griffierecht.

Omdat de aansprakelijkheid niet vast is komen te staan, zullen de kosten van het deelgeschil slechts worden begroot en zal geen veroordeling tot betaling van deze kosten worden uitgesproken. ECLI:NL:RBGEL:2020:6279