Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 080319 kosten verzocht 15,64 uur x € 286,00 + 5% + 21%, toegewezen 12 uur x € 286,00 + 5% + 21%; geen correctie voor ES

RBGEL 080319 Ongeval tussen fietser en bus; wederzijdse causaliteit 85% en 15%; Geen reden om de 50% aansprakelijkheid te verhogen;
- kosten verzocht 15,64 uur x € 286,00 + 5% + 21%, toegewezen 12 uur x € 286,00 + 5% + 21%
; geen correctie voor ES

4.8.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de schadevergoedingsplicht van HTM en Achmea niet verder gaat dan de reeds erkende 50%. De door [verzoekster] gevorderde verklaring voor recht zal dan ook worden afgewezen.

4.9.
[verzoekster] heeft verzocht de kosten van het deelgeschil te begroten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1019aa Rv. Hierbij geldt de dubbele redelijkheidstoets in die zin dat het redelijk dient te zijn dat deze kosten gemaakt zijn en dat de hoogte van die kosten eveneens redelijk is. Dat betekent dat indien een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen. Van deze laatste situatie is in dit geval geen sprake.

4.9.1.
[verzoekster] heeft haar kosten begroot op een bedrag van € 5.682,99 (15,64 uur x € 286,00 per uur, te vermeerderen met 5% kantoorkosten en 21% BTW). Verweerders hebben aangevoerd dat kosten als een bespreking met cliënt en een bezoek aan de plek van het ongeval al eerder in het onderhandelingstraject zijn gemaakt en daarom niet in het kader van dit deelgeschil kunnen worden opgevoerd.

4.9.2.
De rechtbank is van oordeel dat het aantal in rekening gebrachte uren, gezien de omvang en inhoud van het verzoekschrift en de mate van complexiteit van het deelgeschil, bovenmatig is. De rechtbank acht het redelijk om het aantal aan de zaak bestede uren te matigen tot 12 uur in totaal. Gezien het voorgaande zal de rechtbank de kosten begroten op een bedrag van € 4.360,36 (12 uur x € 286,00 vermeerderd met 5% kantoorkosten en 21% BTW). Deze kosten zullen worden vermeerderd met het door [verzoekster] betaalde griffierecht van € 291,00, zodat het totaal uitkomt op een bedrag van € 4.651,36.

Achmea en HTM zullen als aansprakelijke partijen worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag.

4.10.
Verweerders hebben verzocht [verzoekster] te veroordelen in de kosten van de procedure. Het bepaalde in artikel 289 Rv is echter in de deelgeschilprocedure niet van toepassing. ECLI:NL:RBGEL:2019:987