Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 180919 15 uur voor verzoekschrift bovenmatig, 10 uur redelijk; correspondentie en overleg 1 uur; overige 8 uren redelijk, totaal 19 x € 210,00 x 121% = € 4827,90

RBGEL 180919 whiplash, plausibiliteitstoets; Juridisch causaal verband; voorschot wegens studievertraging.
- rol regelend 1e verzekeraar en 2e verzekeraar bij twee opeenvolgende ongevallen
- tegenverzoek tzv neuropsycholgisch onderzoek tijdig nu het 7 dagen voor de zitting door de rechtbank is ontvangen
- stelling dat de studievertraging pas kan worden gerekend vanaf moment dat studie zou zijn afgerond gaat niet op
- BGK gevorderd € 23.389,13, waarvan € 13.214,40 betaald, aanvullend voorschot van € 7.000,00 toegewezen
- 15 uur voor verzoekschrift bovenmatig, 10 uur redelijk; correspondentie en overleg 1 uur; overige 8 uren redelijk, totaal 19 x € 210,00 x 121% = € 4827,90

Kosten deelgeschil

4.18.
[verzoekster] heeft verzocht op de voet van artikel 1019aa lid 1 Rv € 6.352,50 aan advocaatkosten te begroten; 25 uur tegen een uurtarief van € 210,00 exclusief en 21 % btw, waarin begrepen 2 uur aan zittingsduur. ASR c.s. werpt daartegen in de eerste plaats op dat begroting achterwege moet blijven omdat het verzoek onnodig is ingesteld, omdat partijen tot een oplossing hadden kunnen komen indien de advocaat van [verzoekster] had ingestemd met een gesprek. Daarnaast maakt ASR c.s. bezwaar tegen de opgevoerde tijdsbesteding van 15 uur voor het opstellen van het verzoekschrift. NH 1816 voegt hier nog aan toe dat het deelgeschil ten onrechte jegens haar is ingesteld en zij geen invloed heeft gehad op de schadeafwikkeling, zodat zij niet kan worden veroordeeld tot betaling van de kosten van dit deelgeschil.

4.19.
Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter in de beschikking de kosten begroot die gemoeid zijn met de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt en dat de rechter daarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking neemt. Daarbij geldt een dubbele redelijkheidstoets: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te de zijn (MvT, Kamerstukken II, 2007-2008, 31 518, nr. 3, p. 18). Dit betekent dat de kosten niet voor begroting en vergoeding in aanmerking komen indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld.

4.20.
Anders dan ASR c.s. is de rechtbank van oordeel dat het onderhavige deelgeschil niet volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Gelet op de uiteenlopende standpunten van partijen was niet voorzienbaar dat partijen tot overeenstemming hadden kunnen komen wat betreft het causaal verband tussen de gezondheidsklachten en (tenminste één van) de ongevallen. Reeds daarom is deze procedure nodig geweest. De rechtbank volgt NH 1816 niet in haar stelling dat zij de kosten van het deelgeschil niet hoeft te dragen, omdat zij ten onrechte als partij is opgenomen. Niet valt in te zien dat de kosten van de deelgeschilprocedure niet als kosten van schadeafwikkeling door beide verzekeraars zouden worden gedeeld, indien de procedure alleen tegen ASR was ingesteld. De rechtbank zal de kostenveroordeling dan ook uitspreken jegens ASR c.s. De rechtbank acht een tijdsbesteding van 15 uur voor een verzoekschrift met producties, rekening houdend met de aard van het letsel en de mate van complexiteit van de zaak, bovenmatig. De rechtbank acht daarvoor 10 uur redelijk. Voor correspondentie en overleg kent de rechtbank in totaal 1 uur toe. Voor het overige acht de rechtbank de begroting van de kosten redelijk. De begroting komt dan in totaal op een bedrag van € 5.722,90 (€ 210,00 + 21% x 19, vermeerderd met € 89 5,00 aan griffierecht). ECLI:NL:RBGEL:2019:6090