Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 230719 geen begroting kosten; deelgeschilprocedure onnodig

RBGEL 230719 Verzoek tot onder meer voorschot, bekostiging Winnock afgewezen vanwege onvoldoende medische gegevens; redelijkheid bgk niet vast te stellen;
- Geen begroting kosten; deelgeschilprocedure onnodig

Kosten deelgeschil

4.12.
[verzoeker] heeft verzocht op de voet van artikel 1019aa lid 1 Rv € 10.335,15 aan advocaatkosten te begroten (inclusief zitting in totaal 28,50 uur tegen een uurtarief van € 285,00 exclusief 6% kantoorkosten en 21% btw).

Allianz voert primair aan dat geen plaats is voor een begroting van de kosten van het deelgeschil, omdat het deelgeschil onnodig en onterecht is ingesteld, gelet op de bestaande onzekerheid ter zake van het causaal verband tussen de door [verzoeker] gestelde voortdurende klachten/beperkingen en het ongeval.

4.13.
De rechtbank overweegt dat begroting van de kosten aan de zijde van de gelaedeerde is voorgeschreven in artikel 1019aa lid 1 Rv, ook in het geval het verzochte wordt afgewezen. Dat is slechts anders indien het maken van proceskosten niet redelijk wordt geoordeeld in de zin van artikel 6:96 lid 2 BW, bijvoorbeeld omdat de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld.

4.14.
Ten tijde van de indiening van het verzoekschrift was (de advocaat van) [verzoeker] genoegzaam bekend met het standpunt van Allianz ten aanzien van het ontbreken van relevante medische informatie en het ontbreken van causaal verband tussen de door [verzoeker] gestelde klachten en beperkingen en het ongeval, zoals onder meer blijkt uit de brief van Allianz van 3 augustus 2017, waarin zij [verzoeker] het rapport van de medisch adviseur van Allianz van 3 juli 2017 toestuurt (zie onder 2.10.) en het e-mailbericht van 10 februari 2018 van mr. Demirtas aan Allianz (onderdeel van productie 14 bij het verzoekschrift). Bij die stand van zaken mag van een advocaat, zeker een advocaat die een specialistentarief hanteert, worden verwacht dat hij op voorhand inziet dat een verzoek in deelgeschil om vaststelling van schadeplichtigheid met daarbij een aanvullend voorschot bovenop een reeds betaald voorschot niet, althans hoogstwaarschijnlijk niet toewijsbaar zal worden geoordeeld zonder (nadere) medische onderbouwing van dan wel nader deskundigenonderzoek naar het daarvoor benodigde causale verband tussen de door [verzoeker] gestelde klachten en het ongeval en dat een voorlopig deskundigenbericht meer in de rede zou hebben gelegen. Dat meer (medische) informatie nodig is, heeft (de advocaat van) [verzoeker] ter zitting ook bevestigd.

Gelet op het voorgaande is de rechtbank daarom van oordeel dat de verzoeken onder 1 tot en met 4 onnodig zijn ingesteld. Dat geldt ook voor het verzoek onder 5 tot betaling van een voorschot op buitengerechtelijke kosten, nu [verzoeker] geen inzicht heeft gegeven in de reeds aan hem betaalde voorschotten, waardoor het ervoor moet worden gehouden dat met het door Allianz betaalde bedrag van € 9.550,00 al een voorschot op de buitengerechtelijke kosten is betaald. De slotsom is dat begroting van de kosten van het deelgeschil achterwege zal worden gelaten. ECLI:NL:RBGEL:2019:4489