Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 260719 verzoek onnodig ingesteld nu onderhandelingen gaande waren en van impasse geen sprake was

RBGEL 260719 Letsel na val bij aanhouding. Geen onderhandelingen in een impasse welke door een deelgeschil moet worden doorbroken.
- verzoek onnodig ingesteld nu onderhandelingen gaande waren en van impasse geen sprake was

4.6.

Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter in de beschikking de kosten begroot die gemoeid zijn met de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt en dat de rechter daarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking neemt. Daarbij geldt een dubbele redelijkheidstoets: het dient redelijk te zijn dat deze kosten zijn gemaakt en de hoogte van deze kosten dient eveneens redelijk te de zijn. Dit betekent dat de kosten niet voor begroting (en vergoeding) in aanmerking komen indien de deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld.

4.7.
Nu [verzoeker] een deelgeschilprocedure aanhangig heeft gemaakt en het verzoek heeft gehandhaafd, terwijl tussen partijen onderhandelingen gaande waren en van een impasse geen sprake was, luidt de conclusie dat het verzoek onnodig is ingesteld. De kosten bij de behandeling van het verzoek komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking, zodat begroting van deze kosten achterwege dient te blijven. ECLI:NL:RBGEL:2019:4426