Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 010420 kosten: geen veroordeling in kosten noch kostenbegroting

RBMNE 010420 niet ontvankelijk; verzoek voorschot had bij hof moeten worden aangebracht nu er hoger beroep is ingesteld tegen uitspraak bodemrechter
- kosten: geen veroordeling in kosten noch kostenbegroting.

De beoordeling

3.1.
De rechtbank is het met GlaxoSmithKline eens dat het verzoek van [verzoeker] niet kan worden toegewezen. Een deelgeschilprocedure is bedoeld om – als betrokkenen bij een geschil over letselschade er onderling niet uitkomen – een impasse in de onderhandelingen te doorbreken zodat partijen weer verder kunnen. In deze zaak is er al geruime tijd een geschil tussen partijen over de vraag of GlaxoSmithKline aansprakelijk is en schade van [verzoeker] moet vergoeden en daarover is een bodemprocedure gestart waarin nu hoger beroep loopt. [verzoeker] vraagt hier niet een voorschot als voorlopige voorziening in een bodemprocedure, maar als deelgeschilbeslissing naast een bodemprocedure die inmiddels bovendien bij een andere instantie aanhangig is.
Dat een bodemprocedure aanhangig is staat op zich niet aan de ontvankelijkheid van een verzoek om een beslissing in een deelgeschil in de weg, maar in artikel 1019x lid 2 Rv staat wel dat als ‘de zaak ten principale reeds aanhangig is, het verzoek [rb: om een beslissing in deelgeschil] wordt gedaan aan de rechter voor wie de zaak ten principale aanhangig is’. In dit geval is de bodemzaak aanhangig bij het gerechtshof en ligt het in de rede dat een deelgeschilbeslissing – net als een voorlopige voorziening in de bodemprocedure – gevraagd moet worden bij dezelfde rechter om te voorkomen dat er tegenstrijdige beslissingen worden genomen.
Verder geldt dat als wordt aangenomen dat dit verzoek ondanks het hoger beroep als deelgeschil kon worden ingediend bij de rechtbank – omdat het nu gaat om een andere vraag (voorschot) dan in de bodemprocedure (aansprakelijkheid) – het verzoek moet worden afgewezen. Er zijn geen onderhandelingen over een eindregeling gaande en er is geen aanleiding om aan te nemen dat een beslissing in dit deelgeschil ertoe bijdraagt dat partijen het, ondanks hun geschil en de procedure die daarover wordt gevoerd, alsnog eens worden.

3.2.
Het deelgeschil was niet de goede weg om tot toewijzing van een voorschot te komen en daarom ziet de rechtbank geen aanleiding om op de voet van 1019aa Rv de kosten te begroten en om GlaxoSmithKline te veroordelen tot betaling van die kosten. ECLI:NL:RBMNE:2020:1262