RBMNE 121125 kosten gevorderd € 9.424,69 obv 23,8 bestede uren x € 255 / € 320 + BTW, toegewezen obv van 21,8 uur x € 255 / € 300 + BTW, totaal € 7.031,31
- Meer over dit onderwerp:
RBMNE 121125 na getuigenverhoor in deelgeschil acht rb bewezen dat verzoeker ten tijde van ongeval op vluchtstrook in de auto zat;
- kosten gevorderd € 9.424,69 obv 23,8 bestede uren x € 255 / € 320 + BTW, toegewezen obv van 21,8 uur x € 255 / € 300 + BTW, totaal € 7.031,31
a.s.r. moet de kosten van het deelgeschil betalen, deze worden begroot op € 7.031,31
3.23. De rechtbank moet de kosten van deze deelgeschilprocedure begroten. Dit staat in artikel 1019aa lid 1 Rv. Hoe de kosten moeten worden begroot, staat in artikel 6:96 lid 2 BW. Hieruit volgt dat de rechtbank bij de begroting van de kosten de zogenoemde dubbele redelijkheidstoets moet gebruiken; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn.
3.24. De kosten voor dit deelgeschil bedragen volgens [Verzoeker] € 9.424,69 inclusief btw, te vermeerderen met het griffierecht. [Verzoeker] komt tot dit bedrag door uit te gaan van 23,8 bestede uren tegen een uurtarief van € 255,00 van mr. Braanker en een uurtarief van € 320,00 van mr. De Koning exclusief BTW.
3.25. a.s.r. voert aan dat het uurtarief van € 255,00 van mr. Braanker te hoog is, omdat zij pas sinds 30 augustus 2024 is beëdigd als advocaat. Volgens a.s.r. is een uurtarief van maximaal € 183,50 exclusief BTW gerechtvaardigd. a.s.r. vindt ook het uurtarief van mr. De Koning van € 320,00 te hoog. Zij acht een uurtarief in de bandbreedte van € 215,00 tot € 250,00 passend. A.s.r. voert daarnaast aan dat 4 uur voor het beoordelen van het verweerschrift bovenmatig is. A.s.r. verzoekt de rechtbank om dit te matigen tot 2 uur.
3.26. De rechtbank is van oordeel dat een uurtarief van € 255,00 van mr. Braanker niet onredelijk is, gelet op de inhoud van de zaak. De rechtbank zal het uurtarief van mr. De Koning matigen tot € 300,00 exclusief btw. Gezien de aard van het deelgeschil, de complexiteit ervan en het verweer van a.s.r. vindt de rechtbank het aantal uren dat [Verzoeker] in rekening heeft gebracht voor het beoordelen van het verweerschrift te hoog. De rechtbank zal het aantal uren daarom matigen tot 21,8 uur. Daarmee worden de kosten begroot op 16,2 uur x € 255,00 = € 4.131,00 aan kosten van mr. Braanker en 5,6 uur x € 300,00 = € 1.680,00 aan kosten van mr. De Koning. Samen is dit € 5.811,00, te vermeerderen met 21% btw = € 7.031,31 en het door [Verzoeker] betaalde griffierecht van € 331,00. a.s.r. zal tot betaling daarvan aan [Verzoeker] worden veroordeeld.
4. De beslissing
De rechtbank
4.1. verklaart voor recht dat [Verzoeker] letsel heeft opgelopen als gevolg van het ongeval dat op 16 augustus 2023 heeft plaatsgevonden en dat a.s.r. gehouden is de daaruit voortvloeiende materiële en immateriële schade te vergoeden, te vermeerderen met de daarover verschuldigde wettelijke rente;
4.2. begroot de kosten van dit deelgeschil op € 7.031,31 inclusief btw te vermeerderen met het door [Verzoeker] betaalde griffierecht van € 331,00 en veroordeelt a.s.r. tot betaling daarvan aan [Verzoeker];
4.3. wijst het meer of anders verzochte af.
Met dank aan mr. C.C.J. de Koning en mr. J.C. Braanker, Slot Letselschade, voor het inzenden van deze uitspraak.
Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2025/RBMNE-121125
