RBMNE 161019 kosten deelgeschil; verzocht 15,5 uur x € 210,00 x 1,21 = € 3.938,55, toegewezen € 2.541,00 (10 x € 210 x 1,21)
- Meer over dit onderwerp:
RBMNE 161019 de overledene heeft niet aan de aansprakelijke partij laten weten dat zij aanspraak maakt op immateriële schadevergoeding
- bgk: verzocht 22,54 uur x € 210 x 1,21 =, € 5.818,89 toegewezen 8 uur x € 210 x 1,21 = € 2.140,45
- kosten deelgeschil; verzocht 15,5 uur x € 210,00 x 1,21 = € 3.938,55, toegewezen € 2.541,00 (10 x € 210 x 1,21);
- griffiegeld gekort omdat ten onrechte geen verzoek van onbepaalde waarde was ingediend
de kosten van het deelgeschil
2.19.
De rechtbank moet de kosten van de deelgeschilprocedure begroten, ook als een verzoek niet wordt toegewezen. Dit staat in artikel 1019aa lid 1 Rv. Hoe de kosten moeten worden begroot is geregeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Daaruit volgt dat de rechtbank bij de begroting van de kosten de zogenoemde dubbele redelijkheidstoets moet gebruiken; zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn. Dit betekent dat als een deelgeschilprocedure volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld, de kosten daarvan niet voor vergoeding in aanmerking komen.
2.20.
De kosten voor dit deelgeschil bedragen volgens [verzoeker] € 3.938,55, te vermeerderen met het griffierecht van € 914,00. HDI vindt dat er geen vergoeding van kosten zou moeten plaatsvinden omdat het verzoek volstrekt onnodig of onterecht is ingediend. Bovendien vindt zij het aantal uren dat aan het verzoek is besteed onredelijk hoog.
2.21.
De rechtbank is het niet eens met HDI dat de kosten van het deelgeschil niet voor vergoeding in aanmerking komen. Er is wel reden om het aantal aan uren te matigen. Over de toedracht en de directe gevolgen van het ongeval bestaat geen verschil van mening en de aansprakelijkheid voor het ongeval is erkend. De schadeposten zijn beperkt en overzichtelijk. Een tijdsbesteding van 10 uur voor het deelgeschil is in de gegeven omstandigheden redelijk, zodat een bedrag van € 2.541,00 inclusief btw (10 x € 210 x 1,21) moet worden vergoed door HDI. Ook de vergoeding van het griffierecht zal worden gematigd. Door aanvankelijk het hele deelgeschil voor te leggen en betaling van het hele schadebedrag van € 34.545.,04 te verzoeken, is op deze zaak een hoog griffierecht van € 914 van toepassing, terwijl bij het verzoek van onbepaalde waarde, zoals dat is geformuleerd in het gewijzigde verzoekschrift, een griffierecht van € 297,00 in rekening zou zijn gebracht. De rechtbank ziet geen reden dat HDI het hogere griffierecht aan [verzoeker] zou moeten vergoeden. Daarom zal de gevraagde vergoeding voor het griffierecht worden gematigd tot een bedrag van € 297,00 ECLI:NL:RBMNE:2019:4976