Overslaan en naar de inhoud gaan

RBOBR 280720 verzocht € 8.310,25 begroot op 15 X € 250,- + 21% BTW + € 304,- = € 4.841,50

RBOBR 280720 gemeente aansprakelijk voor botsing fietser met te laag hangend verkeersbord op trottoir; toetsing aan uitvoeringsvoorschriften BABW
- botsing fietser met laag hangend verkeersbord op trottoir; beroep op relativiteitsvereiste (6: 163 BW) gaat niet op
eventuele eigen schuld zou de vergoedingsplicht kunnen verminderen maar heft aansprakelijkheid niet op; aansprakelijkheid toegewezen
verzocht € 8.310,25 begroot op 15 X € 250,- + 21% BTW)+ € 304,- = €4.841,50

Kosten

5 .11.
[ verzoeker ] verzoekt een veroordeling in de kosten. Hoe de kosten moeten worden begroot is geregeld in artikel 6:96 lid 2 BW. Daaruit volgt dat de rechtbank bij de begroting van de kosten de zogenoemde dubbele redelijkheldstoets moet gebruiken. Dit betekent dat zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten redelijk moeten zijn.

5.12.
Volgens [ verzoeker ] bedragen de kosten in totaal € 8.657,55 voor 27 uren. Tot en met het verzoekschrift zijn in totaal 12 uren besteed. Voor de periode daarna rekent [ verzoeker ] in totaal 15 uren voor het bestuderen van het verweerschrift, het voorbereiden van de mondelinge behandeling en de rechtsbijstand tijdens de zitting.
Het uurtarief van € 250,00 moet worden vermeerderd met 6% kantoorkostenen 21% BTW.

5.13.
Volgens de gemeente voldoen de kosten niet aan de dubbele redelijkheidstoets, De uren kunnen niet worden gecontroleerd omdat specificaties ontbreken. Ook is 12 uur voor het opstellen van het verzoekschrift niet redelijk. Ten slotte moeten de kantoorkosten inbegrepen zijn in het uurtarief.

5.14.
De rechtbank zal bij het begroten van de kosten het aantal uren matigen tot 15. De rechtbank acht dit aantal uren redelijk voor een zaak als deze, waarin alleen een beslissing wordt gevraagd over de aansprakelijkheid van de gemeente en waarin het uurtarief voor een gespecialiseerd advocaat in rekening wordt gebracht. Ook neemt de rechtbank in aanmerking dat de zitting ongeveer drie kwartier heeft geduurd. De rechtbank ziet geen grond om het aantal uren verder te matigen.

5.15.
De gemeente heeftde redelijkheid van de in rekening gebrachte kantoorkosten in het verweerschrift betwist, ter zitting heeft mr. Leemhuis niet toegelicht waar deze kosten op zien. De rechtbank acht, mede in aanmerking genomen het uurtarief van € 250,00,de kantoorkosten dan ook niet toewijsbaar.

5.16.
In totaal begroot de rechtbank de kosten van dit deelgeschil aan de zijde van [ verzoeker ] ,op €4.841,50 (15 X € 250,- + 21% BTW)+ € 304,- (griffierecht). Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2020/RBOBR-280720

Met dank aan de heer mr. B. Leemhuis, De Peel Letselschade Advocaten B.V., voor het inzenden van deze uitspraak. ook op rechtspraak.nl:
ECLI:NL:RBOBR:2020:5006