Overslaan en naar de inhoud gaan

RBOVE 120319 kosten gevorderd € 5.628,04; 12 uur voor zitting gematigd tot 7 uur; toegewezen € 4.153,06; uurtarief 230 en 215 + 6%+ 21%

RBOVE 120319 smartengeld bij hersenletsel na arbeidsongeval; rekening houdend pre existentie (o.m. Parkinson) € 17.000,00
- kosten gevorderd € 5.628,04; 12 uur voor zitting gematigd tot 7 uur; toegewezen € 4.153,06; uurtarief 230 en 215 + 6%+ 21%

Kosten deelgeschil

4.15.
Op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv dient de rechter de kosten bij de behandeling van het verzoek te begroten en daarbij de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking te nemen. Bij de begroting van de kosten dient de dubbele redelijkheidstoets te worden gehanteerd: zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten moeten redelijk zijn.

4.16.
Voor de kosten van het deelgeschil maakt [verzoekster] in haar verzoekschrift aanspraak op een totaalbedrag van € 5.628,04. De kantonrechter begrijpt dat dit bedrag als volgt is opgebouwd:

Werkzaamheden tot en met het opstellen van het verzoekschrift:
5,24 uren x € 215,-- + 6% kantoorkosten + 21% BTW = € 1.444,97
2,18 uren x € 230,-- + 6% kantoorkosten + 21% BTW = € 643,10 +

Subtotaal: € 2.088,07

Voorbereiding zitting: 8 uren x € 230,-- + 6% kantoorkosten + 21% BTW
Zitting inclusief reistijd: 4 uren x € 230,-- + 6% kantoorkosten + 21% BTW

Subtotaal: € 3.539,97.

Totaal (€ 2.088,07 + € 3.539,97 =) € 5.628,04.

4.17.
[X] en Achmea maken bezwaar tegen het aantal bestede uren en tegen het gehanteerde basisuurtarief van € 230,-- exclusief BTW.

4.18.
De kantonrechter acht een uurtarief van € 230,-- exclusief BTW voor een gespecialiseerd letselschadeadvocaat (LSA advocaat) niet bovenmatig hoog. Bovendien is voor 5,24 uren een lager uurtarief van € 215,-- exclusief BTW gerekend. Wel acht de kantonrechter het begrote aantal van 12 uren voor het voorbereiden en bijwonen van de zitting, inclusief reistijd, te ruim. Deze uren zullen worden gematigd tot 7. De kantonrechter zal de kosten van het deelgeschil dan ook begroten op € 2.088,07 + € 2.064,99 = € 4.153,06 (inclusief kantoorkosten en BTW). [X] en Achmea zullen worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag en het door [verzoekster] betaalde griffierecht van € 476,--. ECLI:NL:RBOVE:2019:1020