Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 211218 kosten; verzocht 15 uur x € 235,00 + 6% + 21%, toegewezen 12 (of 10?) x € 235,00 + 6% + 21%

RBROT 211218 voorschot in deelgeschil; medische situatie staat nog niet vast, waardoor ook totale schade nog ongewis is
- bevoorschotting op bgk, exclusief kosten vanwege bezwaar in Participatiewet zaak;
- kosten; verzocht 15 uur x € 235,00 + 6% + 21%, toegewezen 12 (of 10?) x € 235,00 + 6% + 21%

kosten


4.10.
[ verzoeker ] heeft verzocht de buitengerechtelijke kosten in de zin van artikel 6:96 BW te begroten, alsmede de kosten van deze procedure overeenkomstig artikel 1019aa Rv. 

a) buitengerechtelijke kosten 

4.11. 
[ verzoeker ] verzoekt vergoeding van de buitengerechtelijke kosten van Randstad die zijn begroot op een bedrag van € 6.939,47. Verder verzoekt [ verzoeker ] vergoeding van de buitengerechtelijke kosten van Elfi die zijn begroot op een bedrag van € 6.788,40 en op een bedrag van € 3.339,63. 

4.12. 
De rechtbank zal de ten behoeve van Randstad gevorderde buitengerechtelijke kosten afwijzen, nu deze kosten, gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door NN, onvoldoende deugdelijk zijn gespecificeerd. 
De ten behoeve van Elfi gevorderde buitengerechtelijke kosten ad € 6.788,40 komen als overigens onbetwist voor toewijzing in aanmerking. Dit geldt niet voor de buitengerechtelijke kosten ad € 3.339,63. De rechtbank is met NN van oordeel deze kosten, die zijn gemaakt ten behoeve van een ten behoeve van [ verzoeker ] gevoerde bezwaarprocedure inzake de bijstandsuitkering, in een te ver verwijderd verband staan tot het ongeval. 

b) de kosten van het deelgeschil in engere zin 

4.13. 
[ verzoeker ] begroot de kosten van het deelgeschil in enge zin, gebaseerd op 15 gewerkte advocatenuren tegen een uurtarief van € 235,00, op een bedrag van € 4.521,17, inclusief BTW en 6% kantoorkosten. 

4.14. 
Op de voet van artikel 1019aa Rv dient begroting plaats te vinden van de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt. Deze kosten dienen te voldoen aan de dubbele redelijkheidstoers van artikel 6:96 lid 2 BW. Of het redelijke kosten zijn, hangt af van de vraag of het redelijk is dat die kosten zijn gemaakt én of de hoogte van deze kosten redelijk is. 

4.15. 
Dat het maken van de kosten redelijk is acht de rechtbank evident, gelet op het vastlopen van buitengerechtelijk onderhandelingstraject en de hiervoor genoemde inadequate behandeling van het dossier bij NN. Het aanhangig maken van een deelgeschil was in dit geval een redelijke stap om te zetten. 

4.16. 
NN acht de aan het deelgeschil in engere zin door mr. Yavuzyigitoglu bestede uren te hoog, gelet op de aard van de procedure en de omvang van het verzoekschrift. Voorts acht NN een uurtarief van € 195,00 redelijk. 

4.17. 
Gelet op de complexiteit van deze zaak en het specialisme en de ervaring van mr. Yavuzyigitoglu komt het in rekening gebrachte uurtarief de rechtbank niet onredelijk voor. 
De rechtbank acht voor het deelgeschil in enge zin, gelet op de complexiteit daarvan, de besteding van 12 advocatenuren redelijk. 

4.18. 
De kosten van dit deelgeschil in engere zin worden derhalve begroot op€ 2.350 (10 uren x € 235), plus 6% kantoorkosten (€ 141), vermeerderd met 21% BTW (€ 523,11), vermeerderd met het door [ verzoeker ] betaalde griffiegeld van € 79,00, derhalve op een bedrag van in totaal € 3.093,11.

Met dank aan mr. M. Yavuzyigitoglu, Elfi Letselschade Advocaat voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2019/RBROT-211218