Rb Den Bosch 291009 onjuiste opgave autoschade, onderzoekskosten 2665,02
- Meer over dit onderwerp:
Rb Den Bosch 291009 onjuiste opgave autoschade, onderzoekskosten 2665,02
3.2. [de heer R] heeft bij Interpolis een schadeclaim ingediend met betrekking tot schade aan zijn auto, een Mercedes met [kenteken x], welke veroorzaakt zou zijn door een aanrijding met een auto bestuurd door [de heer J], op 17 juni 2007 omstreeks 21.40 uur in de gemeente Berlicum. [de heer J] reed in een huurauto van Europcar Autoverhuur en dit bedrijf is bij Interpolis verzekerd.
3.3. Op 22 juni 2007 heeft Interpolis aan het onderzoeksbureau Dekra Nederland BV opdracht gegeven onderzoek te doen naar het ontstaan van de aanrijding en de schade die daardoor is ontstaan. Dekra heeft vervolgens een toedrachtonderzoek uitgevoerd en een ongevallenanalyse opgesteld. Haar bevindingen en conclusies heeft zij beschreven in een rapport ‘Toedrachtonderzoek’ van 16 juli 2007 en een rapport ‘Ongevallenanalyse’ van gelijke datum. Deze rapporten bevinden zich tussen de processtukken. Hieruit blijkt dat Dekra verklaringen heeft opgenomen van [de heer J] en [de heer R] op 3 respectievelijk 9 juli 2007. Zij heeft ter plaatse van de T kruising met de Loofaert te Berlicum onderzoek ingesteld. Daar heeft zij geen enkel spoor aangetroffen van een ongeval. Zij heeft de foto’s uit het dossier en door haar zelf genomen foto’s waarnaar zij verwijst, in het rapport gevoegd. Dekra heeft op 27 juni 2007 een reconstructie van de aanrijding uitgevoerd, waaruit volgens haar blijkt dat er geen passing kon worden gevonden welke de gehele schade van beide voertuigen kon verklaren.
Dekra heeft haar bevindingen uitvoerig beschreven in voormelde rapporten en komt tot de conclusie dat de schadebeelden aan beide betrokken voertuigen niet met elkaar overeenkomen en zij het, gezien het schadebeeld van de voertuigen, aannemelijk acht dat beide voertuigen met een vast object in aanraking zijn gekomen. Dekra komt tot de slotsom dat de aanrijding niet conform de opgave door [de heer R] kan hebben plaatsgevonden en er derhalve onterecht een schade bij Interpolis is geclaimd.
3.4. In reactie op de bevindingen van Dekra, vermeld in haar onderzoeksrapporten, heeft [de heer R] ter comparitie verklaard dat er in de rapporten niet staat opgenomen dat de gestelde aanrijding onmogelijk plaatsgevonden zou kunnen hebben.
3.5. Voormelde expertiserapporten leveren naar het oordeel van de kantonrechter voorshands voldoende bewijs op voor de stelling van Interpolis dat de bij haar door [de heer R] geclaimde schade niet het gevolg is van de door hem gestelde aanrijding met [de heer J] op 17 juni 2007 omstreeks 21.40 uur op de T-splitsing van de weg Loofaert te Berlicum.
De schriftelijke verklaringen van de heer [de heer R], [de heer J] en een onbekende derde, op welke verklaringen [de heer R] zich uitdrukkelijk beroept, leveren onvoldoende tegenbewijs. Daarbij komt dat de onbekende derde weliswaar heeft verklaard dat hij twee auto’s tegen elkaar heeft zien staan, maar hij ook heeft verklaard dat hij de aanrijding zelf niet heeft zien gebeuren.
3.6. Nu [de heer R] uitdrukkelijk bewijs heeft aangeboden van zijn stellingen, zal hij in de gelegenheid gesteld worden om tegenbewijs te leveren.
3.7. In afwachting van de bewijsvoering zal de kantonrechter iedere verdere uitspraak aanhouden.
4. De beslissing
De kantonrechter:
In conventie en in reconventie:
Laat [de heer R] toe tot het bewijs van zijn stelling dat de door hem bij Interpolis geclaimde schade en de thans door hem in reconventie gevorderde schade het gevolg is van een aanrijding tussen hem en [de heer J] op 17 juni 2007 omstreeks 21.40 uur op de T-splitsing van de weg Loofaert te Berlicum; LJN BK3463