HR 170223 AG Hartlief: 9 vragen over medische informatie in medische aansprakelijkheidskwesties
- Meer over dit onderwerp:
HR 170223 AG Hartlief: 9 vragen over medische informatie in medische aansprakelijkheidskwesties
Bij de Hoge Raad loopt een zogenoemde prejudiciële procedure die betrekking heeft op de omgang met medische informatie bij de afwikkeling van medische aansprakelijkheidskwesties. Ter voorbereiding van zijn advies aan de Hoge Raad (een zogenoemde conclusie) wil advocaat-generaal (AG) Hartlief zoveel mogelijk zicht krijgen op de praktijk. Daarom is hij geïnteresseerd in informatie van derden over de context, de betrokken belangen en de argumenten. Hoe wordt in de praktijk omgegaan met medische informatie in het kader van de afwikkeling van medische aansprakelijkheidskwesties en waarom?
De zaak: medische aansprakelijkheid en medische informatie
In de zaak waarin de prejudiciële vragen zijn gesteld heeft een patiënte een ziekenhuis aansprakelijk gesteld omdat zij zich op het standpunt stelt dat bij de behandeling die zij heeft ondergaan een fout is gemaakt. Het ziekenhuis heeft de patiënte gevraagd om een zogenoemde ‘medische machtiging’ in te vullen, waarmee het de behandelaars in het ziekenhuis wordt toegestaan om medische informatie te delen met, onder meer, een jurist. Volgens het ziekenhuis is dat nodig om de claim te beoordelen en een standpunt te bepalen. De vraag waar het in de prejudiciële procedure om gaat, is kort samengevat de volgende: “Mogen juristen van een aansprakelijk gestelde medisch hulpverlener (zoals een ziekenhuis) kennis nemen van het medisch dossier van de patiënt, ook wanneer de patiënt daar geen machtiging voor afgeeft?”
De zaak ligt op dit moment bij de AG voor het indienen van een conclusie. Ter voorbereiding van deze conclusie, vraagt hij derden om informatie om zoveel mogelijk zicht te krijgen op de praktijk.
Mogelijkheid om te reageren
Heeft u kennis en ervaring met betrekking tot dit onderwerp, dan kunt u via de site van de Hoge Raad een aantal vragen beantwoorden. U kunt dat doen tot en met 10 maart 2023. Indien u slechts een deel van de vragen kunt beantwoorden, dan heeft dat mogelijk nog steeds meerwaarde voor het onderzoek door de AG. U wordt daarom vriendelijk verzocht ook in dat geval dat deel van de vragen te beantwoorden. De antwoorden kunnen worden verwerkt in de conclusie, die zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. Waar zinvol zal in de conclusie worden verwezen naar de antwoorden en de herkomst daarvan zonder dat dit herleidbaar is naar een concrete persoon.
Voor de vragen:
Ga uit van de volgende situatie, behalve waar in de vraag anders wordt aangegeven:
Een patiënt is behandeld door een hulpverlener als bedoeld in art. 7:446 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Neem gemakshalve aan dat de hulpverlener een rechtspersoon is, zoals een ziekenhuis of een kliniek. Alleen de (para)medische behandelaars hebben inzage in de medische gegevens van de patiënt (afgezien van de patiënt zelf). De patiënt stelt zich op het standpunt dat bij de behandeling een fout is gemaakt, waarvoor de hulpverlener aansprakelijk is. De hulpverlener of diens aansprakelijkheidsverzekeraar (hierna: ‘verzekeraar’) vraagt de patiënt een zogenoemde ‘medische machtiging’ te verstrekken, die, kort gezegd, inhoudt dat het de (para)medische behandelaars wordt toegestaan in het kader van de afwikkeling van de (eventuele) schadeclaim (relevante) medische gegevens van de patiënt te verstrekken aan (bepaalde) derden.
1. Komt u of bent u in aanraking gekomen met de hiervoor geschetste situatie?
2. Wat is doorgaans de inhoud van een van de patiënt verlangde medische machtiging in de hiervoor geschetste situatie?
3. Aan welke derden mogen volgens een dergelijke medische machtiging doorgaans medische gegevens van de patiënt worden verstrekt?
4. Is de medische machtiging doorgaans beperkt tot bepaalde doeleinden en, zo ja, welke?
5. In welk deel van de gevallen die overeenkomen met de hiervoor geschetste situatie is de patiënt (naar uw inschatting) niet bereid een medische machtiging te verstrekken (met de inhoud die de hulpverlener en/of de verzekeraar verlangt)? Kunt u een inschatting geven in de vorm van een percentage? Welke redenen legt de patiënt aan een weigering ten grondslag?
6. Komt het voor dat, indien de patiënt enerzijds en de hulpverlener en/of verzekeraar anderzijds het niet eens worden over de inhoud van de medische machtiging, de (para)medische behandelaars toch (relevante) medische gegevens verstrekken aan derden zonder dat daarvoor een dekkende medische machtiging is afgegeven? Wat zijn daarvoor, in de praktijk, mogelijke beweegredenen? Wat zijn in de praktijk mogelijke bezwaren daartegen?
7. Zijn er gevallen die overeenkomen met de hiervoor geschetste situatie waarin de (inhoud van de) medische machtiging (naar uw inschatting) een struikelblok vormt voor de buitengerechtelijke afwikkeling van de schade? Waarom vormt zij volgens u in die gevallen een struikelblok?
8. Komt het voor dat, in afwijking van de hiervoor geschetste situatie, de patiënt niet wordt gevraagd een medische machtiging af te geven en de (para)medische behandelaars toch (relevante) medische gegevens verstrekken aan derden? Wat zijn daarvoor, in de praktijk, mogelijke beweegredenen? Wat zijn in de praktijk mogelijke bezwaren daartegen?
9. Welke andere opmerkingen wilt u maken in verband met de hiervoor geschetste situatie of daarmee samenhangende problematiek?
Het invulveld vindt u dan op: HogeRaad.nl