Rb R'dam 060208 whiplash; eiser stelt zich niet onder psy. begeleiding; schending schadebep.plicht?
- Meer over dit onderwerp:
Rb R'dam 060208 whiplash; eiser stelt zich niet onder psychologische begeleiding; schending schadebep.plicht?
Fortis heeft zich verder verweerd met de stelling dat [eiser] niet heeft voldaan aan zijn schadebeperkingsplicht. Fortis wijst erop dat neuroloog Vos en de huisarts van [eiser] reeds in 1997 en 1998 psychologische begeleiding aan [eiser] adviseerden, maar dat [eiser] zich tot juni 2001 niet onder psychologische begeleiding heeft gesteld. Zou [eiser] eerder psychologische begeleiding hebben gezocht dan zouden de depressie en de aanpassingsstoornis in de visie van Fortis in een vroeg stadium zijn geweken en zouden ook de overbelastingsverschijnselen eerder aan de orde zijn gesteld, waardoor daar veel beter op had kunnen worden ingespeeld. Een belangrijk deel van de schade zou dan naar het oordeel van Fortis niet zijn ontstaan. De rechtbank acht dit verweer ongegrond. [eiser] is pas per 1 april 2001 uitgevallen uit het arbeidsproces. Vervolgens heeft hij psychologische begeleiding geaccepteerd. Tot 1 april 2001 was er geen sprake van schade waarvan [eiser] zich diende te realiseren dat het op zijn weg lag die te beperken door zich onder psychologische begeleiding te stellen. Het gaat te ver om [eiser] te verwijten dat hij in de jaren voor 1 april 2001 niet heeft voorzien dat hij zich onder psychologische begeleiding diende te stellen om te voorkomen dat hij op enig moment arbeidsongeschikt zou raken. Een aan [eiser] toerekenbare schending van een "plicht" tot schadebeperking welke kan rechtvaardigen dat de schade geheel of ten dele voor zijn rekening dient te blijven, heeft zich naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet voorgedaan. LJN BC6460
Fortis heeft zich verder verweerd met de stelling dat [eiser] niet heeft voldaan aan zijn schadebeperkingsplicht. Fortis wijst erop dat neuroloog Vos en de huisarts van [eiser] reeds in 1997 en 1998 psychologische begeleiding aan [eiser] adviseerden, maar dat [eiser] zich tot juni 2001 niet onder psychologische begeleiding heeft gesteld. Zou [eiser] eerder psychologische begeleiding hebben gezocht dan zouden de depressie en de aanpassingsstoornis in de visie van Fortis in een vroeg stadium zijn geweken en zouden ook de overbelastingsverschijnselen eerder aan de orde zijn gesteld, waardoor daar veel beter op had kunnen worden ingespeeld. Een belangrijk deel van de schade zou dan naar het oordeel van Fortis niet zijn ontstaan. De rechtbank acht dit verweer ongegrond. [eiser] is pas per 1 april 2001 uitgevallen uit het arbeidsproces. Vervolgens heeft hij psychologische begeleiding geaccepteerd. Tot 1 april 2001 was er geen sprake van schade waarvan [eiser] zich diende te realiseren dat het op zijn weg lag die te beperken door zich onder psychologische begeleiding te stellen. Het gaat te ver om [eiser] te verwijten dat hij in de jaren voor 1 april 2001 niet heeft voorzien dat hij zich onder psychologische begeleiding diende te stellen om te voorkomen dat hij op enig moment arbeidsongeschikt zou raken. Een aan [eiser] toerekenbare schending van een "plicht" tot schadebeperking welke kan rechtvaardigen dat de schade geheel of ten dele voor zijn rekening dient te blijven, heeft zich naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet voorgedaan. LJN BC6460