Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 150115 behandeling met waterstofperoxide; nader onderzoek naar mogelijke schending schadebeperkingplicht door delay in medische behandeling

Rb Amsterdam 150115 kapperszaak aansprakelijk voor schade door behandeling met waterstofperoxide;
– nader onderzoek naar mogelijke schending schadebeperkingplicht door delay in medische behandeling;

- kosten gevorderd obv 24,8 uur, totaal € 5.701,52, toegewezen obv 16,5 x € 190,00 + 21%, totaal € 3.793,35

4.6.

Partijen zijn het eens dat doorgaan met een behandeling als de onderhavige op een aangedane huid, moet worden aangemerkt als een beroepsfout, ongeacht welk percentage waterstofperoxide wordt gebruikt. In dit kader is niet relevant of het een wondje of een vlekje betreft. De rechtbank volgt partijen hierin. Voorts zal moeten worden beoordeeld in hoeverre deze fout heeft geleid tot het letsel dat bij [verzoekster] is opgetreden. In aanmerking nemend dat tussen partijen in confesso is dat een beschadigde huid niet verder behandeld mag worden, alsmede de bevindingen in de rapportage van Kappel, ligt het naar het oordeel van de rechtbank in de rede dat daaruit tenminste enige mate van schade is ontstaan. Nu [kapperszaak] echter gemotiveerd heeft betwist dat alle door [verzoekster] gestelde schade is ontstaan door de behandeling, onder meer vanwege de omstandigheid dat zij pas na drie weken, na terugkomst van vakantie, een arts heeft bezocht, is naar het oordeel van de rechtbank (nog) niet vast te stellen wat de gevolgen zijn geweest van de beroepsfout van [kapperszaak]. Het ligt in de rede dat daartoe een deskundige wordt aangezocht. Het is dan ook in dit stadium niet mogelijk de verzochte verklaring voor recht dat [kapperszaak] aansprakelijk is voor de door [verzoekster] geleden en nog te lijden schade, veroorzaakt door de kappersbehandeling die op 19 juli 2011 heeft plaatsgevonden en tot verbranding en vervolgens verwijdering van een deel van de behaarde hoofdhuid van [verzoekster] heeft geleid, toe te wijzen. De rechtbank ziet in het voorgaande, mede indachtig hetgeen hierover ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van de zijde van [verzoekster] is gesteld, evenwel aanleiding het mindere toe te wijzen, te weten een verklaring voor recht dat [kapperszaak] aansprakelijk is voor de door [verzoekster] als gevolg van de hiervoor in 4.6 omschreven beroepsfout geleden en nog te lijden schade.

ECLI:NL:RBAMS:2015:140