Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Utrecht 121108 dubbele redelijkheidstoets bij beoordeling medische- en paramedische kosten

Rb Utrecht 121108 dubbele redelijkheidstoets bij beoordeling medische- en paramedische kosten
2.20.  [eiseres] vordert ook vergoeding van de kosten van geneeskundige of paramedische behandeling, reiskosten, porti, telefoon en dergelijke. [eiseres] stelt dat de kosten tot en met 8 februari 2002 € 3.600,12 bedragen en de kosten over de periode vanaf 8 februari 2002 tot en met 31 december 2004 € 22.702,81. Nadien zijn de kosten vanzelfsprekend verder opgelopen, aldus [eiseres]. Volgens [eiseres] heeft Fortis ASR aan de hand van de schadestaat van 2 juni 2005 die zij als productie 6 bij dagvaarding heeft overgelegd een deel van deze kosten erkend en bevoorschot.
Bij conclusie van antwoord voert Fortis ASR aan dat [eiseres] deze post nader dient in te vullen en cijfermatig in haar vordering dient op te nemen alsmede alle bewijsstukken dienaangaande in het geding te brengen, voordat zij daartegen verweer kan voeren.

2.21.  De rechtbank zal [eiseres] bij de hiervoor genoemde aktewisseling tevens in de gelegenheid te stellen haar vordering op dit punt te onderbouwen door een en ander te adstrueren door middel van schriftelijke bescheiden, teneinde Fortis ASR in de gelegenheid te stellen haar verweer te formuleren. De rechtbank verzoekt [eiseres] in dat kader de onderhavige schadepost nader te concretiseren en de noodzaak van de behandelingen aan te tonen, een en ander met inachtneming van hetgeen de rechtbank hierna onder punt 2.22. overweegt.

2.22.  Bij de beoordeling van dit geschilpunt zal vervolgens de volgende maatstaf als uitgangspunt dienen. De vergoedingsplicht voor medische kosten is niet beperkt tot behandelingen door officieel erkende medische en paramedische hulpverleners, maar omvat ook alternatieve geneeswijzen die in Nederland min of meer gangbaar zijn. Daarvan kan in ieder geval worden gesproken indien de kosten door een of meer ziektekostenverzekeraars worden vergoed en/of indien artsen patiënten naar dergelijke alternatieve behandelaars verwijzen. Kosten van niet gangbare geneeswijzen komen alleen voor vergoeding in aanmerking indien het nut van de behandeling kan worden geobjectiveerd door bijvoorbeeld een verklaring van een arts. Daarnaast geldt dat het om voor vergoeding in aanmerking te komen niet is vereist dat komt vast te staan dat de behandelingen medisch noodzakelijk zijn. Kosten van behandelingen komen voor vergoeding in aanmerking, indien de behandeling een heilzame bijdrage levert aan het genezingsproces, leidt tot vermindering van klachten of bijdraagt aan het behoud van een zo goed mogelijke lichamelijke toestand. Beslissend is, volgens vaste jurisprudentie, dan ook of de betrokkene in de gegeven omstandigheden - waaronder begrepen zijn persoonlijke omstandigheden - redelijk handelde door de desbetreffende behandeling te ondergaan en verder of de kosten daarvan naar hun omvang redelijk zijn. In dergelijke gevallen mogen dus geen al te zware eisen worden gesteld aan de op het slachtoffer, in dit geval [eiseres], rustende bewijslast van het nut van de behandeling. LJN BG4125