Overslaan en naar de inhoud gaan

RBLIM 011025 motorrijder zonder helm botst op 50 km/u weg met 97 á 109 km/u tegen op de weg kerende auto; geen aansprakelijkheid auto

RBLIM 011025 motorrijder zonder helm botst op 50 km/u weg met 97 á 109 km/u tegen op de weg kerende auto; geen aansprakelijkheid auto

2De feiten

2.1.

Op 9 mei 2020 heeft een verkeersongeval (hierna: het ongeval) plaatsgevonden aan de Gewandeweg te Geleen. [eiser] reed op een motor en is in botsing gekomen met een auto die bestuurd werd door de heer [naam] (hierna: [naam] ). [naam] was op dat moment aan het keren op de weg. Van het ongeval zijn camerabeelden overgelegd1. [eiser] heeft letsel opgelopen als gevolg van het ongeval.

2.2.

Na het ongeval is politie ter plaatse gekomen. In het proces-verbaal ‘Aanrijding misdrijf’ van het ongeval van 9 mei 20202 is onder meer het volgende opgenomen, waarbij [naam] is aangeduid als ‘bestuurder 1’ en [eiser] is aangeduid als ‘bestuurder 2’:

Bestuurder 1 stond geparkeerd in de parkeervakken op de Gewandeweg te Geleen.

Bestuurder 1 stond met de neus geparkeerd in de richting van de Tomeikerweg en met de achterbumper in de richting van de Kerenshofweg.

Bestuurder 2 reed over de Kerenshofweg in de richting van de Tomeikerweg.

Bestuurder 1 rijdt vanuit parkeerstand met zijn voertuig de weg op om te keren met de neus in de richting van de Kerenshofweg. Op dat moment nadert bestuurder 2 hem van achteren.

Bestuurder 2 remt, maar kan zijn voertuig niet meer tijdig tot stilstand brengen over de afstand dat de rijbaan vrij en te overzien is en rijdt tegen de linkerkant van bestuurder 1.

Bestuurder 2 droeg geen helm.

Indicatieve snelheid motor tussen de 97 en 109 km per uur, waar 50 km/h toegestaan is.

Letsel bestuurder 2: onder andere, ribbreuken, polsbreuk, schouderblad gebroken, rechter oor gescheurd en klaplong.

2.3.

[naam] is door de politie gehoord. In het proces-verbaal ‘van verhoor verdachte’ van 9 mei 20203 heeft [naam] onder meer verklaard:

[…]

Ik weet mij te herinneren dat ik ben ingestapt in de auto. Ik heb vervolgens de gordel omgedaan en heb de auto gestart. Ik was voornemens te keren om weer dezelfde weg terug te rijden zoals ik ook was gekomen.

Voordat ik wegreed heb ik voor mijzelf goed gekeken in de spiegels […], zowel in de linker spiegel als in de binnen spiegel. Ik heb ook voor mij gekeken.

Toen ik goed in de spiegels en voor mij gekeken had en mij overtuigd had van het feit dat ik veilig kon wegrijden, de weg was voor mij vrij ben ik langzaam weggereden met de auto en keerde direct naar links. Ik reed weg uit de parkeerhaven en keerde naar links de weg op. Tijdens het keren bleef ik naar links en om mij heen kijken.

Plotseling hoorde ik een heel hard schakelend motor geluid links van mij. Ik hoorde hele harde toeren geluiden van een motor links van mij en direct hierna voelde ik links van mij een hele harde klap tegen de auto. Ik schrok hevig. Ik wilde uitstappen en keek om mij heen. Ik zag toen dat ik een aanrijding had gehad met een motorrijder.

[…]

Ik moet u zeggen dat het mij allemaal te vlug is gegaan. Ik bedoel hiermee de snelheid en het hoge toeren geluid van de motorrijder. Ik heb nooit de kans gehad om hem tijdig te zien. Ik was machteloos. Ik had mij goed overtuigd voor en tijdens het wegrijden of de weg vrij was en ook toen ik begon weg te rijden, maar ik werd in een keer geconfronteerd met een hele snelle motorrijder.

[…]

2.4.

[naam] is nogmaals door de politie gehoord. In het proces-verbaal ‘van verhoor verdachte’ van 2 juli 20204 is onder meer opgenomen:

[…]

Ik vraag u of u ten tijde van het verblijf gekke geluiden heeft gehoord.

Heeft u motorgeluiden gehoord.

Antwoord B:

Ik moet u zeggen dat dit mij niet is opgevallen.

Het enige wat ik mogelijk gehoord heb is het voorbij rijden van de trein.

Ik heb geen motorgeluiden gehoord.

Ik heb hele andere dingen aan mijn hoofd als ik het kerkhof bezoek.

[…]

2.5.

[eiser] is door de politie gehoord. In het proces-verbaal ‘van verhoor verdachte’ van
8 juli 20205 heeft [eiser] onder meer verklaard:

[…]

Ik kan mij herinneren dat ik zaterdag 9 mei 2020 rond 12.00 uur contact heb gehad met mijn neef […].

Hij vroeg mij of ik in de gelegenheid was naar hem toe te komen om naar een motor te komen kijken.

[…]

Verder deelde […] mij mede dat de motor een raar bijgeluid had en hij vroeg mij om hier eens na te kijken. Dit deed ik vervolgens door het starten van de motor.

U moet weten het is een motor van het merk Yamaha, type R6. Het is een racemotor.

Ik startte de motor en […] hoorde […] dat hij niet goed liep.

[…]

De eerste indicatie […] was dat de carburateur mogelijk vervuild was. Na een paar keer gas te geven bleef het geluid echter aanhoren. Vervolgens vroeg […] aan mij of ik er een stukje mee wilde rijden om te beoordelen waar dit geluid van af kwam.

Ik besefte mij dat ik eigenlijk geen motorkleren bij mij had en ook geen helm. Echter het was zeer rustig, gezien het corona gebeuren en het was een zaterdag. Dus ik besloot om toch met de motor een stukje te rijden over de Gewandeweg om te kijken wat er aan de hand was. Ik ben vervolgens met de motor gaan rijden terwijl ik dus geen helm droeg.

[…]

Ik heb het eerste stukje tot aan het kruispunt gas gegeven. […] Nadat ik de kruising gepasseerd had gaf ik gas bij. ik ben van de eerste naar de tweede versnelling gegaan. Echter direct hierna zag ik ook plotseling dat er rechts voor mij een auto vanaf de parkeerplaats de weg op reed.

Ik zie dit plotseling gebeuren en ik veronderstelde dat de auto recht door wilde rijden. Dus ik besloot om nog meer gas bij te geven om de auto links voorbij te rijden. Dit deed ik omdat het door mijn hoofd ging dat ik niet meer kon remmen daar er nieuwe banden op zaten. Ik besloot dus zoals gezegd gas bij te geven en de auto links in te halen.

In een flits zag ik dat de auto niet rechtdoor ging maar naar links stuurde. U moet weten het ging allemaal zo snel. Ik dacht toen dat de auto naar links het bedrijventerrein wilde oprijden. Dus ik gaf nog meer gas bij om hem rechts van achteren voorbij te rijden. Remmen zou wel kunnen echter bij nieuwe banden was ik bang er onder uit te gaan. De snelheid te hoog was en omdat ik nieuwe banden had.

Ik meende mij te herinneren dat de auto echter een draai maakte en ik meen mij te herinneren dat de auto de draai niet haalde en dat hij ook nog achter uit reed. Echter toen ging het allemaal mis en ben ik met de voorzijde van de motor tegen de auto geklapt. Ik kan mij dit herinneren als slow motion. Daarna weet ik mij niets meer te herinneren, dan dat ik op de intensive care wakker werd van het UMC te Maastricht.

[…]

Ik vind het goed om de camerabeelden te zien.

[…]

Alleen de beelden tonen iets anders. Ik zie nu dat het sneller is gegaan qua snelheid dat dat ik beleefd heb.

[…]

Allereerst komt dit heel schokkend op mij over. ik was ook in de veronderstelling dat ik in de tweede versnelling zat. alleen nu zie en hoor ik dat ik in de derde versnelling zat. Dit vlak voor het ongeluk. […]

[…] het was allemaal niet verstandig en ik heb de beelden nu bekijkend heel veel geluk gehad.

[…]

2.6.

Er is een Verkeers Ongeval Analyse6 (hierna: VOA) door de politie opgemaakt. In het daarvan op 1 augustus 2020 gedateerde rapport is onder meer opgenomen:

[…]

C. was er sprake van een snelheidsovertreding?

[…]

Ad C. Uit onderzoek blijkt, dat de bestuurder van het voertuig, merk Yamaha, heeft gereden met een indicatieve snelheid van minimaal 97 en maximaal 109 km/uur, althans met een hogere snelheid van de terplaatse toegestane snelheid van 50 km/uur.

Hierbij werd geen rekening gehouden met het snelheidsverlies ten tijde van de botsing en nodig om een deel van de schade aan de beide voertuigen te veroorzaken, alsmede het snelheidsverlies tijdens het eventueel voor het rem/blokkeerspoor afgelegde, niet afgetekende remweg. De werkelijk gereden snelheid moet derhalve beduidend hoger gelegen hebben dan de vermelde indicatieve snelheid.

[…]

2.2.6

Uitzicht en zicht

Het uitzicht ter plaatse was goed en werd niet belemmerd […]. Als gevolg van de stand van de zon en de schaduwwerking van de bomen aan de zijde van het crematorium, viel, ook ten tijde van het ongeval, een groot deel van de schaduw van deze bomen over meer dan de helft van het wegdek van de Gewandeweg.

Het is niet uitgesloten dat als gevolg van deze schaduw, het zicht op elkaar nadering werd beïnvloed, danwel belemmerd.

[…]

4.2.

Uitzicht en zicht op elkaars nadering.

Gezien vanuit de naderingsrichting van de motorfiets, zal de personenauto vanuit de schaduw de rijbaan van de Gewandeweg opkomen en daardoor mogelijk later zichtbaar zijn voor de bestuurder van de motorfiets, dan wanneer er geen sprake zou zijn van deze schaduw.

[…]

Gezien vanuit de vertrekpositie van de personenauto, vanuit de in de schaduw gelegen parkeerstrook, en het bochtige wegverloop van de rijbaan van de Gewandeweg is het niet uitgesloten dat de bestuurder van de personenauto, als gevolg van de schaduwwerking op het wegdek en dit bochtige wegverloop, de vanuit de richting Hofkamp naderende motorrijder niet heeft kunnen waarnemen. Zeer waarschijnlijk heeft de bestuurder van de personenauto de motorrijder pas waargenomen, toen hij reeds gedeeltelijk aan het keren was en zich nagenoeg in het midden van de rijbaan van de Gewandeweg bevond. Immers is de bestuurder van de personenauto langzaam gedraaid en halverwege de rijbaan tijdens het keren gestopt.

[…]

Resumé

Indien de bestuurder van de motorfiets ter plaatse niet harder had gereden dan de ter plaatse geldende maximum snelheid van 50 km/uur, had de aanrijding niet plaats gevonden.

2.7.

[eiser] heeft Achmea aansprakelijk gesteld voor de door [eiser] geleden en nog te lijden schade. Achmea heeft aansprakelijkheid afgewezen.

3Het geschil

3.1.

[eiser] vordert, na wijziging van eis, dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. primair zal verklaren voor recht dat Achmea, in haar hoedanigheid van WAM-verzekeraar van [naam] , gehouden is tot betaling van 100% van de door [eiser] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade ten gevolge van het verkeersongeval van 9 mei 2020;

subsidiair zal verklaren voor recht dat Achmea, in haar hoedanigheid van WAM-verzekeraar van [naam] , gehouden is tot betaling van 80%, althans een in goede justitie te bepalen percentage van meer dan 50%, van de door [eiser] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade ten gevolge van het verkeersongeval van 9 mei 2020;

meer subsidiair zal verklaren voor recht dat Achmea, in haar hoedanigheid van WAM-verzekeraar van [naam] , gehouden is tot betaling van 50%, althans een in goede justitie te bepalen percentage, van de door [eiser] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade ten gevolge van het verkeersongeval van 9 mei 2020;

II. Achmea zal veroordelen tot vergoeding van de door [eiser] nog te begroten geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade, voor het onder I te bepalen percentage, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2020, althans vanaf de dag der dagvaarding, althans de datum van het in dezen te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;

III. Achmea zal veroordelen in – kort gezegd – de kosten van dit geding;

IV. althans een beslissing zal nemen die de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.

3.2.

Achmea betwist de vorderingen. Achmea verzet zich niet tegen de wijziging van eis als zodanig, maar concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4De beoordeling

Aansprakelijkheid

4.1.

Aan de orde is de vraag of Achmea, als WAM-verzekeraar van [naam] , aansprakelijk is voor de schade van [eiser] .

4.2.

Volgens [eiser] blijkt uit de VOA dat het ongeval is ontstaan doordat [naam] bij het keren en oprijden van de Gewandeweg, de hem van achter naderende motor geen voorrang heeft gegeven. [naam] heeft immers, kort na elkaar, twee bijzondere manoeuvres uitgevoerd, namelijk het uit parkeerstand (of stilstand) wegrijden en het vervolgens stoppen om op de weg te keren. Het uitvoeren van deze manoeuvres vereist een grote mate van oplettendheid. Dat [eiser] zich niet aan de geldende maximumsnelheid zou hebben gehouden, heeft volgens de VOA mede het ongeval doen ontstaan, doch het handelen c.q. nalaten van [naam] is de oorzaak geweest. [naam] heeft [eiser] moeten horen aankomen vanwege het sterke motorgeluid. Indien [naam] moeilijk zicht had vanwege de bochtige weg en de schaduw, had [naam] extra alert moeten zijn op geluid en had [naam] daar op moeten anticiperen door bijvoorbeeld een paar seconden te wachten met wegrijden, aldus [eiser] .

4.3.

De rechtbank volgt het betoog van [eiser] – in navolging van het verweer van Achmea – niet. Daarbij betrekt de rechtbank dat zij de camerabeelden van het ongeval heeft gezien. Daarop is een bijzonder heftige botsing tussen de motor van [eiser] en de auto van [naam] te zien, waarbij de rechtbank – mede aan de hand van de overige processtukken – de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking neemt.

4.3.1.

Vaststaat dat [eiser] een zeer forse snelheidsovertreding heeft begaan. Uit de VOA blijkt dat de indicatieve snelheid van de motor op 97 tot 109 kilometer per uur is geschat, maar dat de werkelijk gereden snelheid beduidend hoger moet hebben gelegen. Bij een snelheid van meer dan 109 kilometer per uur heeft [eiser] al meer dan twee keer zo hard gereden dan wettelijk toegestaan was op de Gewandeweg (50 kilometer per uur).

4.3.2.

Er was sprake van een bochtige weg en er waren schaduwpartijen aanwezig op het deel van de weg waar [naam] stond geparkeerd. Het staat voldoende vast dat deze omstandigheden invloed hebben gehad op het zicht dat zowel [naam] als [eiser] heeft gehad. Uit de VOA volgt dat [naam] , toen deze vanuit het parkeervak de Gewandeweg opreed om te gaan keren, mogelijk later zichtbaar is geweest voor [eiser] vanwege de schaduw op de rijbaan. Dit is in lijn met de eigen verklaring van [eiser] bij de politie: “…zag ik ook plotseling dat er rechts voor mij een auto vanaf de parkeerplaats de weg op reed”. Daarnaast volgt uit de VOA dat het zeer waarschijnlijk is dat [naam] [eiser] pas heeft waargenomen toen hij reeds gedeeltelijk aan het keren was en zich nagenoeg in het midden van de rijbaan van de Gewandeweg bevond. Ook dit komt overeen met hetgeen [naam] bij de politie heeft verklaard: “Plotseling hoorde ik een heel hard schakelend motor geluid links van mij […] en direct hierna voelde ik […] een hele harde klap tegen de auto. […] Ik zag toen dat ik een aanrijding had gehad met een motorrijder”. Dit terwijl [naam] heeft verklaard dat hij van tevoren goed in de spiegels had gekeken en ook tijdens het keren om zich heen is blijven kijken. Op grond van de VOA en deze verklaring van [naam] kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangenomen dat [naam] [eiser] van tevoren heeft zien aankomen, zoals [eiser] tijdens de mondelinge behandeling heeft gesteld.

4.3.3.

[eiser] reed, zoals hij zelf heeft verklaard, op een geleende racemotor met nieuwe banden. Tussen partijen staat vast dat eerst een (vet)laag van die nieuwe banden moet worden afgereden, voordat hard met een motor kan worden geremd. Hierdoor had [eiser] geen mogelijkheid om abrupt te remmen. Hij droeg bovendien geen beschermende kleding en geen helm. Bij de politie heeft [eiser] verklaard dat hij geen motorkleding bij zich had en ook geen helm, maar tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] aangegeven dat hij dacht dat hij niets bij zich had, maar dat hij (wel) noodkleding en een helm bij zich had, maar daar niet bij heeft stilgestaan. Hoe het ook zij, door geen beschermende kleding en helm te dragen, heeft [eiser] naar het oordeel van de rechtbank bewust het risico genomen dat de kans op letsel hoogstwaarschijnlijk groter zou zijn bij een aanrijding dan wanneer hij wel beschermende kleding en een helm had gedragen.

4.3.4.

Onder voornoemde omstandigheden (de veel te hoge snelheid, het slechte zicht vanwege het bochtige wegverloop en de schaduw, het niet dragen van beschermende kleding en een helm, en het rijden op een geleende racemotor met nieuwe banden) heeft [eiser] in een split second gas bijgegeven, toen hij de auto (van [naam] ) zag opdoemen. [eiser] veronderstelde dat de auto rechtdoor zou wegrijden (en niet zou gaan keren op de weg). Toen hij zag dat dat niet gebeurde, heeft [eiser] volgens zijn eigen verklaring nóg een keer gas bijgegeven, omdat hij meende dat [naam] het bedrijventerrein aan de andere kant van de Gewandeweg wilde oprijden. Hiermee heeft [eiser] (tot tweemaal toe) bewust het risico genomen dat de auto mogelijk een andere manoeuvre zou maken dan hij in gedachten had. De rechtbank ziet dit als zeer onverantwoordelijk en risicovol rijgedrag, mede gelet op de hoge snelheid die [eiser] kennelijk toen al had bereikt.

4.4.

Aan het voorgaande kan niet afdoen dat [naam] [eiser] mogelijk van tevoren heeft horen aankomen, hetgeen overigens niet is komen vast te staan, omdat [naam] heeft aangegeven dat het hem niet is opgevallen dat hij motorgeluiden heeft gehoord (maar dat hij mogelijk wel het voorbijgaan van een trein heeft gehoord). Rekening houdend met de buitensporigheid van het verkeersgedrag van [eiser] , met name de zeer forse snelheidsovertreding die in grote mate heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval, en de overige weers- en verkeersomstandigheden, heeft [naam] in wezen geen verkeersfout gemaakt (door [eiser] geen voorrang te verlenen) op het moment dat hij aan het keren was op de weg. De rechtbank kan zich in de gegeven omstandigheden en bij het zien van de camerabeelden voorstellen dat [naam] machteloos was, zoals hij heeft verklaard, en dat het allemaal zo snel is gegaan dat hij geen tijd heeft gehad om überhaupt (op tijd en adequaat) te reageren. Er is daarom geen sprake van een aan [naam] toe te rekenen omstandigheid die tot de schade bij [eiser] heeft bijgedragen. Voor een billijkheidscorrectie in het voordeel van [eiser] is dan, zoals Achmea heeft aangevoerd, geen plaats. Enige aansprakelijkheid van Achmea kan daarom niet worden aangenomen. Rechtbank Limburg 1 oktober 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:11575