RBROT 040821 hetgeen WAM-ass aanvoert is te mager om voorshands bewezen authenticiteit aanrijding te ontzenuwen
- Meer over dit onderwerp:
RBROT 040821 hetgeen WAM-ass aanvoert is te mager om voorshands bewezen authenticiteit aanrijding te ontzenuwen
2.De feiten
2.1.
[naam eiser] reed in de nacht van 29 op 30 april 2019 als bestuurder van een personenauto (Mercedes E-klasse, hierna: de taxi) rechtdoor op een voorrangsweg, de Benjamin Franklinstraat in Rotterdam. Hij is in aanraking gekomen met een van rechts uit de Helmondstraat komend busje (Mercedes Sprinter, hierna: het busje). Dit busje werd bestuurd door [naam 1] (hierna: [naam 1]). [naam 1] had het busje op 29 april 2019 gehuurd van Bo-rent en deze was bij Allianz verzekerd overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorvoertuigen (WAM).
2.2.
[naam eiser] heeft de achterkant van het schadeformulier ingevuld. Hij heeft geschreven: “Ik reed op een voorrangsweg op Benjamin Franklinstr te Rotterdam en tegenpartij kwam van uit Van Helmondstraat te Rotterdam waarbij hij haaientanden heeft!!” Daarnaast heeft [naam eiser] ingevuld dat hij tussen de 45 en 50 kilometer per uur reed ten tijde van de aanrijding.
2.3.
De politie is direct na de aanrijding ter plaatse gekomen en heeft een proces-verbaal opgemaakt. In het proces-verbaal staat – voor zover relevant – vermeld:
“ Toedracht
[naam eiser] is hierna te noemen voertuig 1.
[naam 1] is hierna te noemen voertuig 2.
Voertuig 1 reed op de Benjamin Franklinstraat, vanuit de Lekstraat, in de richting van de Marconistraat. Voertuig 2 reed op de Benjamin Franklinstraat, vanuit de Marconistraat, in de richting van de Van Helmondstraat.
Voertuig 2 wilde op de Benjamin Franklinstraat, linksaf de Van Helmondstraat op slaan. Echter had voertuig 2, vermoedelijk voertuig 1 over het hoofd gezien.
Voertuig 2 kon voertuig 1 niet meer ontwijken om een aanrijding te voorkomen.
Voertuig 2 kwam in botsing met voertuig 1. Voertuig 1 reed ongeveer 45 a 50 kilometer per uur. Voertuig 2 reed ongeveer 25 kilometer per uur. Beiden droegen hun gordel. Beide voertuigen hebben zeer ernstige onherstelbare schade.
Beide bestuurders hadden “letsel”. Bestuurder van voertuig 1 werd uit voorzorg vacuüm verpakt vanwege hoofd en nekklachten. Bestuurder van voertuig 2 had lichte klachten van hoofdpijn. (…).”
2.4.
Bij e-mail van 13 mei 2019 heeft [naam eiser] Allianz, als aansprakelijkheidsverzekeraar van het busje, aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het ongeval op 30 april 2019. Allianz heeft in haar reactie van 13 mei 2019 onder andere geschreven:
“Voor deze specifieke aanrijding erkennen wij vooralsnog geen aansprakelijkheid. Op dit moment loopt er een onderzoek naar de feiten en omstandigheden van deze aanrijding.”
2.5.
Allianz heeft de onderzoeksbureaus MVOA en Dekra ingeschakeld om de feiten en omstandigheden van de aanrijding te onderzoeken.
2.6.
MVOA heeft de schade aan de bij de aanrijding betrokken auto’s geïnspecteerd alsmede het storingsgeheugen van beide auto’s uitgelezen. Het rapport van haar bevindingen is op 20 mei 2019 uitgebracht. Dit rapport vermeldt, voor zover hier van belang:
“(…) a. Storingsinformatie E-klasse:
(…) Dit betekent, dat de snelheid van de Mercedes E-klasse kort voor deze registraties (de botsing), waarschijnlijk meer dan 68 a 70 km/h tot mogelijk 80 km/h is geweest.(…)
3. Eindbeoordeling en aanbevelingen:
Het voorgaande samengevat geldt, dat de Mercedes E klasse met de rechtervoorzijde tegen de linker voorflank van de Mercedes Sprinter is gebotst.(…)Wordt naar de beschrijving in het politierapport gekeken dan zou de Sprinter ter plaatse linksaf zijn geslagen voor de uit tegengestelde richting naderende Mercedes E klasse. Dan zou er sprake zijn geweest van een botsing waarbij de Mercedes E-klasse met de voorzijde tegen de rechter (voor)flank van de Sprinter zijn gebotst. Dit is aldus niet in overeenstemming met de schade(…)
Ten slotte geldt dat in het politierapport gesproken wordt over de omstandigheid, dat de Mercedes E-klasse met een snelheid van 45-50 km/h reed. Mocht men dat van de betrokken bestuurder hebben vernomen dan is dat niet juist; de snelheid van deze Mercedes E-klasse is volgens de data uit het voertuig hoger geweest; te denken valt aan meer dan ± 70 km/h.”
2.7.
Op 17 juni 2019 heeft de onderzoeker van Dekra, [naam 2] (hierna: [naam 2]) [naam eiser], in aanwezigheid van diens advocaat, geïnterviewd. Het daarvan opgemaakte gespreksverslag is als bijlage 6 gevoegd bij het rapport van onderzoek van [naam 2] van 16 juli 2019 (hierna: het rapport van onderzoek). Dit verslag vermeldt, voor zover hier van belang:
“(…) Aanrijding:
M: U bent betrokken geweest bij een aanrijding. Bij onderzoek is gebleken dat de aanrijding niet zo kan hebben plaatsgevonden, als op het voorblad van het aanrijdingsformulier is omschreven. Ook de omschrijving zoals die in de politie registratie staat vermeld, komt niet overeen met het schadebeeld van de betrokken voertuigen bij de aanrijding. Kunt u mij vertellen wat er volgens u op 30 april 2019, omstreeks 00.15 uur, is gebeurd?
A: Ik was avond/nacht aan het werk als taxichauffeur. Ik reed die nacht in mijn Mercedes E klasse (…). Ik had net een klant afgezet in Rotterdam, waar precies kan ik u niet meer vertellen. Nadat ik deze klant had afgezet kreeg ik via de telefoon een nieuwe oproep waar ik naar op weg was. Ik weet ook niet meer precies waar ik heen moest. Ik reed die nacht op de Benjamin Franklinstraat te Rotterdam, komende uit de richting van de Lekstraat en gaande in de richting van het Marconiplein/ Schiedamseweg te Rotterdam. (…) Ik denk dat ik ongeveer 50 kilometer per uur reed op dat moment. Ik ken de omgeving ter plaatse en ik wist dat ik op dat moment op een voorrangsweg reed. Gekomen bij de kruising met de van Helmondstraat wilde ik de kruising rechtdoor oversteken. Ik heb op dat moment geen auto van rechts zien aankomen, maar toen ik op de kruising reed, zag ik in een flits een auto van rechts komen. Ik heb gelijk op de rem getrapt, maar werd gelijk op dat moment hard aangereden. De auto die van rechts kwam en die mij voorrang had moeten verlenen, reed mijn auto rechtsvoor aan. Door de klap werd mijn auto 360 graden gedraaid en stond ik na de aanrijding met de voorzijde van mijn auto in tegengestelde richting.(…)
V: Wat was de snelheid van uw auto onmiddellijk vóór de botsing?
A: Ik denk dat ik ongeveer 50 kilometer per uur reed. Het is binnen de bebouwde kom.(…)
V: Wat deed u daar op dat moment op het industrieterrein?
A: Ik was als taxichauffeur aan het werk en reed van het ene adres naar het volgende adres.
V: Weet u hoe laat u die dag bent begonnen met werken en hoelang u al aan het werk was?
A: Nee dat weet ik niet meer. Ik mag maximaal 12 tot 14 uur per dag werken en mijn Mercedes was voorzien van een taximeter.
V: Weet u nog een beetje wat uw route is geweest die avond/nacht?
A: Nee dat kan ik u niet meer vertellen.
V: Zou er aan de hand van uw taximeter nog te traceren zijn waar en hoe u heeft gereden?
A: Dat denk ik wel.
Schadeformulier:
V: Ik toon u een schadeformulier. Herkent u dit?
A: Ja dat is het formulier, waarvan de voorzijde door de politie is ingevuld. Ik heb daags na de aanrijding, zelf, de achterzijde ingevuld. Ik heb dit ook met 30 april 2019 ondertekend omdat dit de dag van de aanrijding was. Ik weet ook niet meer precies wanneer ik de achterzijde zelf heb ingevuld. Volgens mij heeft de politie het formulier in het ziekenhuis ingevuld en heb ik daar moeten ondertekenen. Ik heb toen op de voorzijde alleen mijn handtekening gezet. (…)
V: Klopt de tekening zoals weergeven op het aanrijdingsformulier?
A: Nee, ik ben er achteraf achter gekomen dat de tekening niet klopt zoals hij is getekend. De tekening is volgens mij ook door de politie gemaakt.(…)
Eigendom Mercedes:
(…) V: Waar en wanneer heeft u deze auto besteld en wanneer heeft u de auto opgehaald
A: ik heb deze auto gekocht bij van Mossel. Ik weet niet meer precies wanneer ik de auto heb besteld. Dit zal ergens in december 2018 of januari 2019 zijn geweest. De auto is op 4 maart 2019 op mijn naam gezet en ik denk ook die dag afgeleverd.
V: Weet u wat de nieuwwaarde is ven de Mercedes?
A: Ik denk ergens rond de EUR 80.000,00.
V: Is de Mercedes gefinancierd of heeft u deze uit eigen middelen aangeschaft?
A: Ik heb de Mercedes aangeschaft middels Financial Lease Mercedes en ik betaal EUR 847,00 per maand voor de lease. Daarnaast betaal ik EUR 376,00 per maand aan verzekering.(…)
KVK:
V: U staat bij de KVK ingeschreven als taxichauffeur, hoe lopen de zaken?
A: Sinds de aanrijding ligt het bedrijf stil. Ik had u al verteld dat ik al voor de aanrijding had gesolliciteerd en na de aanrijding kreeg ik te horen dat ik was aangenomen bij ROG Maassluis. Ik ben daar 11 juni op contractbasis begonnen met een proeftijd van 1 maand. Ik hoop dat ik mijn proeftijd goed doorkom want dit is een droombaan.(…)
Confrontatie tegenstrijdigheden:
(…)
V: U heeft meerdere keren aangegeven dat u van mening bent dat u op het moment van de aanrijding 50 kilometer reed, klopt dat?
A: Ja dat klopt.
V: Er is door MVOA een ongevalsanalyse gedaan, waaruit kan worden opgemaakt dat u met een snelheid heeft gereden van tussen de 68 en 80 kilometer per uur. Wat heeft u hierop te zeggen?
A: Dat lijkt mij onmogelijk. Ik ben echt van mening dat ik 50 kilometer heb gereden. Het kan best dat ik tussen de 50 en 60 heb gereden, maar niet tussen de 68 en 80 kilometer per uur. (…)”
2.8.
[naam 2] heeft op 3 juni 2019 gesproken met [naam 1]. Het verslag van dit gesprek is als bijlage 5 gevoegd bij het rapport van onderzoek. [naam 1] heeft, voor zover van belang, verklaard:
“(…) Aanrijding:
V: Kunt u in uw eigen bewoording vertellen wat er op 30 april 2019 is gebeurd?
A: Ik heb op maandag 29 april 2019 een auto gehuurd bij Bo-rent aan de Matlingeweg te Rotterdam. (…) Ik weet dat de Benjamin Franklinstraat een voorrangsweg is en dat je als bestuurder die uit de van Helmondstraat komt, het verkeer op de Benjamin Franklinstraat voorrang moet verlenen. Ik weet alleen nog dat ik die nacht, richting de kruising reed. Volgens mij ben ik niet gestopt bij de haaientanden vlak voor de kruising, maar reed ik heel zachtjes de kruising op. Ik reed denk ik 5 a 10 kilometer. Ik keek naar rechts en wilde toen naar links kijken, maar op dat moment werd ik aangereden. Er ontstond een hele harde klap, waarbij de huurauto linksvoor werd aangereden. Door de klap van de aanrijding, draaide mijn auto 180 graden en ik kwam tot stilstand tegen het trottoir. Door de klap sloeg mijn hoofd tegen het linker portier. (…)
Toen ik daar in het ziekenhuis was is ook de politie nog langs geweest. Zij hebben mij een anrijdingsformulier gegeven dat op de voorzijde geheel door de politie was ingevuld. Ook de tekening moet door de politie zijn gemaakt. Ik heb daar toen niet echt goed naar gekeken, maar later zag ik dat de tekening en de omschrijving niet helemaal was zoals het is gegaan. De politie heeft ook op het formulier ingevuld dat de auto’s waren afgevoerd door een takelbedrijf. (…)”
2.9.
De conclusies en aanbevelingen uit het rapport van onderzoek zijn, voor zover relevant:
“14. SAMENVATTING EN/OF CONCLUSIES
(…)
Mede gelet op de rapportage van MVOA is het heel aannemelijk dat de verklaringen, ten aanzien van de precieze rijrichting en omstandigheden ten aanzien van de aanrijding die door de bestuurder van het voertuig van verzekerde en tegenpartij zijn afgelegd, op waarheid berusten.
Ook na overleg met de verbalisanten van de politie, die ten tijde van de aanrijding ter plaatse zijn geweest, kwamen zij tot de conclusie dat de aanrijding moet hebben plaatsgevonden zoals later door betrokkenen omschreven.
Ten aanzien van de snelheid van het voertuig van tegenpartij kan nog worden vermeld dat:
Uit de onderzoekrapportage van MVOA kan worden opgemaakt dat zij van mening zijn dat het voertuig van tegenpartij harder heeft gereden dan de toegestane maximumsnelheid van 50 kilometer per uur. Door MVOA wordt een schatting gemaakt waarbij men aangeeft dat het voertuig van tegenpartij met een snelheid van tussen de 68/70 tot mogelijk 80 kilometer per uur met hebben gereden.
(…)
15. AANBEVELINGEN
Ondanks het feit dat er wel duidelijkheid is ontstaan over de juiste toedracht van de aanrijding zijn er nog wel de nodige aandachtspunten die mijns inziens nader onderzoek rechtvaardigen.
(…)
Door de bestuurder van het voertuig van verzekerde is tijdens het interview uitleg gegeven waarom hij die bewuste avond een auto zou hebben gehuurd en welke route hij zou hebben gereden. Door hem wordt aangegeven dat hij denkt ongeveer 40 tot 50 kilometer te hebben afgelegd. Uit de rittenstaat is op te maken dat hij slechts 18.5 kilometer heeft gereden.
Door de bestuurder is verklaard dat hij spullen moest verhuizen van de [adres 1] naar de [adres 2]. Ook dit komt niet overeen met de door Bo-rent aangeleverd rittenstaat.
Snelheid waarmee tegenpartij gereden zou hebben
Uit de ongevalsanalyse van MVOA kan worden opgemaakt dat het voertuig van tegenpartij heeft gereden met een snelheid van 68/70 tot 80 kilometer per uur, op een locatie waar een maximum snelheid is toegestaan van 50 kilometer per uur.
Uitlezen van taximeter Mercedes tegenpartij
Mede gelet op de door tegenpartij afgelegde verklaring lijkt het mij zinvol om de taximeter van het voertuig van tegenpartij alsnog te laten onderzoeken.
Nader onderzoek naar rittenlijst/opdrachten taxi van tegenpartij
Tegenpartij kon niet aangeven waar hij zijn laatste klant had afgezet en naar welk adres hij op weg was om die avond/nacht een nieuwe klant op te halen. Het lijkt mij zinvol om nader onderzoek te doen naar de ritten die tegenpartij die avond/nacht heeft afgelegd.
Aanschaf van de Mercedes van tegenpartij
Aan tegenpartij is gevraagd een kopie van het leasecontract van de door hem aangeschafte Mercedes te overleggen. Tot op het moment van sluiten van deze rapportage is daar niet aan voldaan. Het lijkt mij zinvol om nader onderzoek te doen naar de aanschaf van de Mercedes en de voorwaarden in het leasecontract. Dit mede gelet op het feit dat tegenpartij heeft aangegeven dat hij voor de aanrijding al had gesolliciteerd naar een baan in de ICT branche en hij met ingang van 11 juni 2019 is begonnen met zijn nieuwe baan, in de ICT bij ROG.
Tevens moet worden opgemerkt dat tegenpartij, buiten de door hem aangeschafte Mercedes, eigenaar was van nog twee andere voertuigen, een Mercedes C klasse, voorzien van het kenteken [kentekennummer 1] en een Renault Megane, voorzien van het kenteken [kentekennummer 2], welke auto ook aangeschaft zou zijn op basis van een leasecontract (…)”
2.10.
De advocaat van [naam eiser] stuurt op 18 maart 2019 een e-mail aan Allianz waarin – voor zover relevant – staat:
“Het is duidelijk dat de verzekerde van Allianz een verkeersfout heeft gemaakt en daarmee is de aansprakelijkheid een gegeven. Client zou harder dan 50 km/u hebben gereden aldus de toedrachtsonderzoeker. Mocht dat inderdaad het geval zijn dan is er mogelijk een deel eigen schuld. Wat mij betreft mag u daar een voorbehoud voor maken totdat dat nader uitgekristalliseerd is.”
2.11.
De huisarts van [naam eiser] stuurt op 19 februari 2021 een uitdraai van het huisartsenjournaal. Daarin staat – voor zover relevant – het volgende vermeld:
“(…) 9-12-2019 S : Nog steeds veel klachten m.b.t. ongeval eerder dit jaar. Denkt er veel aan terug en slaapt dan slecht. Werkt wel gewoon. Maar voelt zich depressief. Wil graag antidepressiva proberen. Ziet het niet zitten om naar psycholoog te gaan; praat niet graag over zijn gevoelens.”
(…)
8-7-2019 S: Heeft nog steeds veel last van herbelevingen. voelt zich constant angstig, voelt zich daarnaast ook heel somber en verdrietig, zit erg in zijn hoofd.
(…)
16-5-2019 S: Heeft nog steeds veel pijn aan de nek en de schouders. zit helemaal vast. gaat morgen naar de fysiotherapeut, wil graag extra medicatie voor de pijn en iets om te slapen. Schrikt af en toe wakker door een herbeleving is dan angstig en nat van het zweet. durft ook nog niet in de auto zelf te rijden en als hij bijrijder is bij zijn vrouw is hij ook zeer gespannen.
(…)
2-5-2019 S: 30 april aanrijding gehad. is van rechter kant aangereden. airbags zijn uitgegaan. is naar het ziekenhuis gebracht voor nek foto’s. die waren allemaal goed. nu nog veel pijn aan de nek en de schouders, duizeligheid. stijfheid kan niet goed met het hoofd draaien. dacht echt dat hij dood zou gaan. gebruikt nu neurofen werkt als taxichauffeur, zzp-er.(…)”
3.De vordering
3.1.
[naam eiser] vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat Allianz aansprakelijk is voor de schade die [naam eiser] heeft geleden als gevolg van de aanrijding in de nacht van 29 op 30 april 2019 en Allianz te veroordelen tot vergoeding van de door [naam eiser] geleden schade nader op te maken bij staat, met veroordeling van Allianz in de proceskosten.
3.2.
Aan zijn vordering heeft [naam eiser] ten grondslag gelegd dat Allianz als aansprakelijkheidsverzekeraar van het Bo-rent busje op grond van artikel 3 WAM aansprakelijk is voor de schade die [naam eiser] heeft geleden als gevolg van een verkeersongeval dat in de nacht van 29 op 30 april 2019 heeft plaatsgevonden. De bestuurder van het Bo-rent busje, [naam 1], heeft onrechtmatig gehandeld en in strijd met artikel 80 Rvv nagelaten om aan [naam eiser] voorrang te verlenen waardoor het ongeval heeft plaatsgevonden. Als gevolg van het ongeval heeft [naam eiser] schade geleden.
3.3.
Allianz concludeert tot afwijzing van de vorderingen. Primair betwist Allianz dat sprake is geweest van een authentieke aanrijding. Subsidiair stelt Allianz zich op het standpunt dat de vordering moet worden afgewezen omdat [naam eiser] niet heeft voldaan aan zijn stelplicht en bewijslast ter zake van het beroep op artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek. Meer subsidiair betoogt Allianz er sprake is van eigen schuld (6:101 BW) van [naam eiser].
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.De beoordeling
4.1.
De kern van het geschil tussen partijen betreft de vraag of er in de nacht van 29 op 30 april 2019 een authentieke aanrijding heeft plaatsgevonden waarbij [naam eiser] en [naam 1] als bestuurders betrokken waren. Indien er een authentiek ongeval heeft plaatsgevonden dan is er sprake van een verzekerd evenement en is er dekking onder de WAM verzekering.
Authentieke aanrijding
4.2.
Tussen partijen is in geschil op wie de bewijslast rust ten aanzien van de authenticiteit van de aanrijding. [naam eiser] stelt zich op het standpunt dat Allianz met haar stelling dat sprake is van een geënsceneerde aanrijding een bevrijdend verweer voert en daarom de bewijslast draagt van die stelling. Allianz voert daarentegen aan dat [naam eiser] zich beroept op de rechtsgevolgen van het bestaan van een verzekerd evenement, bestaande uit schade als gevolg van een onzeker voorval (de aanrijding). De rechtbank is van oordeel dat de door Allianz bepleite bewijslastverdeling juist is. Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Rv is het aan [naam eiser], als de partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van het bestaan van een verzekerd evenement, om voldoende onderbouwd te stellen en zo nodig te bewijzen dat er een authentieke aanrijding heeft plaatsgevonden.
4.3.
Ter onderbouwing dat er een authentieke aanrijding heeft plaatsgevonden heeft [naam eiser] verwezen naar het proces-verbaal van de politie, het schadeformulier (r.o. 2.2), het verslag van het gesprek dat [naam eiser] heeft gehad met [naam 2] (r.o. 2.7) en het gesprek dat [naam 1] heeft gehad met [naam 2] (r.o. 2.8). [naam eiser] en [naam 1] hebben consistent en in overeenstemming met de schade aan de taxi en het busje verklaard. Dit, samen met de constatering door de politie ter plaatse kort na het ongeval, onder meer van de zeer ernstige onherstelbare schade aan de voertuigen en het letsel bij [naam eiser] en [naam 1], is voorshands voldoende voor het bewijs dat een authentieke aanrijding heeft plaatsgevonden.
4.4.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of Allianz voldoende tegenbewijs heeft geleverd om dit door [naam eiser] geleverde bewijs te ontzenuwen.
4.5.
Allianz heeft diverse omstandigheden genoemd die volgens haar aanleiding zijn om ernstig te twijfelen aan de authenticiteit van de aanrijding. De door Allianz genoemde omstandigheden zijn – samengevat – als volgt:
De situatieschets op het schadeformulier is niet in overeenstemming met de schade aan de auto’s;
[naam eiser] en [naam 1] zijn op 29 april 2019 tot twee keer toe op (nagenoeg) dezelfde plaats op hetzelfde moment;
De verklaring die [naam 1] heeft afgelegd ten overstaan van [naam 2] over wat hij heeft gedaan op 29 april 2019 komt niet overeen met de track-and-trace gegevens van het Bo-rent busje;
De taxi heeft veel stilgestaan op 29 april 2019 en de plaats van het stilstaan (industrieterrein) is vreemd;
De financiën van [naam eiser] roepen vragen op nu hij met de door hem opgegeven omzet uit zijn werkzaamheden als taxichauffeur de leasetermijnen van de Mercedes E-klasse niet of nauwelijks kon dragen. Daarnaast blijkt uit de leaseovereenkomst dat [naam eiser] alleen onder de verplichtingen uit de leaseovereenkomst uit zou kunnen komen bij een total loss van het voertuig. Dit gegeven, in combinatie met de nieuwe functie van [naam eiser] als ICT’er bij ROG Maassluis per 11 juni 2019, is opmerkelijk;
De verklaring van [naam eiser] over de snelheid waarmee hij reed ten tijde van het ongeval klopt niet. Uit het rapport van MVOA volgt dat [naam eiser]’s snelheid ten tijde van de aanrijding tussen de 68 en 80 kilometer per uur is geweest, terwijl [naam eiser] op de achterkant van het schadeformulier heeft aangegeven 45 tot 50 kilometer per uur gereden te hebben en tegen [naam 2] heeft verklaard dat hij hooguit 60 kilometer per uur heeft gereden;
De verklaring van [naam eiser] over zijn gedragingen vlak voor het ongeval is niet te controleren. [naam eiser] weet niet meer waar hij zijn laatste klant had afgezet en waar hij heen moest om de volgende klant op te halen. [naam eiser] heeft zijn taximeter verkocht, zodat de door hem gereden route niet meer valt te achterhalen.
4.6.
[naam eiser] heeft hiertegen het volgende ingebracht. De politieagenten hebben de situatieschets gemaakt en niet [naam eiser], zodat [naam eiser] niet kan worden verweten dat die niet klopt. Dat de taxi van [naam eiser] en het busje van [naam 1] op 29 april 2019 twee keer in elkaars nabijheid zijn geweest kan zo zijn, maar dit is toeval. Verder regardeert het feit dat [naam 1] niet naar waarheid heeft verklaard [naam eiser] niet. Dat de taxi veel heeft stilgestaan op 29 april 2019 op een industrieterrein is niet vreemd, [naam eiser] heeft op een strategische plaats van waaruit hij snel zijn klanten kan bereiken, gewacht op nieuwe opdrachten. Voor wat betreft de leaseovereenkomst geldt dat het een (bedrijfsmatige) keuze van [naam eiser] geweest om deze met Mercedes te sluiten, een overeenkomst die door Mercedes financieel is getoetst en geaccordeerd. Bovendien had [naam eiser] eerder eenzelfde type Mercedes. [naam eiser] wilde een functie als ICT’er combineren met het werk als taxichauffeur en had daarmee andere inkomsten om de leasetermijnen van te betalen. Verder stelt [naam eiser] dat het rapport van MVOA in opdracht van Allianz is gemaakt en daarmee geen onpartijdig rapport is. Dat [naam eiser] zich tijdens het gesprek met [naam 2] niet exact wist te herinneren waar hij was geweest de avond van 29 april 2019 is niet vreemd, [naam eiser] heeft als taxichauffeur veel ritten op een dag en kan niet alle adressen exact onthouden. De taximeter had [naam eiser] verkocht nadat de taxi total loss bleek, Allianz had eerder naar de taximeter moeten vragen. Tot slot voert [naam eiser] aan dat de Uber-gegevens van 29 april 2019 wel door hem zijn overgelegd en dat daaruit blijkt dat hij die avond geen ritten voor Uber heeft gereden.
4.7.
De rechtbank oordeelt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat in de nacht van 29 op 30 april 2019 een aanrijding heeft plaatsgevonden waarbij [naam eiser] als bestuurder van de taxi en [naam 1] als bestuurder van het busje betrokken waren. Voor wat betreft de toedracht van de aanrijding gaat Allianz uit van de verklaringen van [naam eiser] en [naam 1] en niet (langer) van de toedracht zoals die blijkt uit de situatieschets. Daarbij komt dat [naam eiser] en [naam 1] tegenover [naam 2] eensluidend en in overeenstemming met de schade aan de auto’s hebben verklaard over de aanrijding en dat beiden hebben verklaard dat het schadeformulier door de politieagenten is ingevuld. Hetgeen Allianz onder a. heeft aangevoerd is daarmee niet (langer) een omstandigheid op grond waarvan aan de authenticiteit van de aanrijding kan worden getwijfeld.
4.8.
Allianz heeft ter zitting ter zake punt b. aangevoerd dat het feit dat de taxi en het Bo-rent busje zich op 29 april 2019 twee keer op hetzelfde moment in elkaars nabijheid bevonden zou kunnen betekenen dat [naam eiser] en [naam 1] hebben gewacht op een geschikt moment of een geschikte plaats om de aanrijding te laten plaatsvinden. Zo bezien kan deze door Allianz opgeworpen omstandigheid de authenticiteit van de aanrijding in twijfel trekken. Echter, geenszins kan worden uitgesloten dat dit toeval is. Daarbij komt dat [naam eiser] heeft verklaard – en dit is door Allianz niet betwist – dat het gaat om plekken in de buurt van eet- en tankgelegenheden waardoor het voor de hand ligt dat [naam eiser] en [naam 1], die beide langere tijd in de omgeving verbleven, daar op enig moment in de buurt waren. Dat [naam eiser] en [naam 1] op enige wijze contact met elkaar hebben gehad voorafgaand aan de aanrijding is door Allianz niet gesteld en blijkt ook niet uit het procesdossier.
4.9.
Met betrekking tot de verklaring van [naam 1] bij [naam 2] die niet overeenkomt met de track-and-trace gegevens van het Bo-rent busje (punt c.) geldt het volgende. Dat de verklaring van [naam 1] afwijkt van de track-and-trace gegevens van het Bo-rent busje betwist [naam eiser] niet. Maar [naam eiser] stelt, en dit is in beginsel terecht, dat onjuistheden in de verklaring van [naam 1] hem niet kunnen worden aangerekend. Dit kan onder omstandigheden anders zijn, bijvoorbeeld als sprake is van bijkomende omstandigheden die vragen oproepen over de authenticiteit van de aanrijding.
4.10.
Allianz voert aan dat het vele stilstaan van de taxi op het industrieterrein op de dag van de aanrijding (punt d.) maakt dat aan de authenticiteit van het ongeval kan worden getwijfeld. Allianz laat echter na nader toe te lichten waarom deze omstandigheid – die op zichzelf voor een taxichauffeur niet ongewoon zal zijn – wijst op een niet-authentieke aanrijding.
4.11.
Als motief voor de geënsceneerde aanrijding voert Allianz aan dat [naam eiser] mogelijk onder zijn leaseovereenkomst wilde uitkomen (punt e.). De omzet van het taxibedrijf was teleurstellend in vergelijking met de kosten die het bedrijf had in de vorm van de leasetermijnen die nog gedurende een lange periode moesten worden betaald. De aanrijding waarbij de auto uiteindelijk total loss is verklaard was voor [naam eiser] een manier om onder zijn betalingsverplichting uit de leaseovereenkomst uit te komen, aldus Allianz. Hoewel uit het procesdossier blijkt dat de kosten van het leasen van de taxi in verhouding tot de omzet van het bedrijf van [naam eiser] zeer hoog waren, heeft Mercedes Benz Financial Lease – zo staat als onbetwist vast – als geldverstrekker op basis van de inkomsten van [naam eiser] de leaseovereenkomst getoetst en akkoord bevonden. Kennelijk was de financiële positie van [naam eiser] zodanig dat hij in staat werd geacht de kosten te dragen. Daarbij komt dat, ook als [naam eiser] de kosten van de leaseovereenkomst niet of moeilijk kon dragen, het de redenering van Allianz dat deze omstandigheid duidt of kan duiden op het ensceneren van een aanrijding, nog aan een nadere toelichting ontbreekt.
4.12.
Ter zake punt f. bedoelt Allianz kennelijk, zo begrijpt de rechtbank, aan de verklaring van [naam eiser] over de snelheid waarmee hij heeft gereden de consequentie te verbinden dat [naam eiser]’s verklaring bij [naam 2] in zijn geheel niet betrouwbaar is. De rechtbank deelt deze conclusie van Allianz niet. Zelfs als [naam eiser] bewust of onbewust foutief zou hebben verklaard over de snelheid waarmee hij heeft gereden ten tijde van de aanrijding, zegt dat niet zonder meer iets over de authenticiteit van het ongeval.
4.13.
De laatste omstandigheid die Allianz noemt is dat zij niet kan controleren wat de gedragingen van [naam eiser] zijn geweest vlak voorafgaand aan het ongeval en dat het bevreemding wekt dat [naam eiser] niet kan verklaren over de door hem gereden route (punt g.). Echter, dat [naam eiser] zes weken na de aanrijding niet meer weet welke rit hij had gemaakt en zou gaan maken, acht de rechtbank niet vreemd. Evenmin kan [naam eiser] worden verweten dat hij de taximeter, waar Allianz niet, althans niet in een vroeg stadium om heeft gevraagd, heeft verkocht nu de taxi total loss was.
4.14.
Al met al acht de rechtbank de door Allianz aangevoerde omstandigheden, ook in onderling verband bezien, te mager om de voorshands bewezen toedracht te ontzenuwen. Derhalve staat vast dat er een authentieke aanrijding heeft plaatsgevonden. Nu de toedracht van de aanrijding eveneens vast staat, namelijk dat [naam 1] voorrang had moeten verlenen aan [naam eiser], staat vast dat [naam 1] en daarmee Allianz, aansprakelijk is voor de schade die [naam eiser] naar aanleiding van het ongeval heeft geleden. Dit is door Allianz overigens ook niet (gemotiveerd) betwist.
Stelplicht [naam eiser] 6:162 BW en belang [naam eiser] bij zijn vordering
4.15.
Het subsidiaire verweer van Allianz komt kort gezegd neer op de vraag of [naam eiser] voldoende heeft gesteld voor toewijzing van zijn vordering tot schadevergoeding uit onrechtmatige daad. Daartoe dient [naam eiser] op grond van artikel 6:162 BW naast een onrechtmatige gedraging waarvoor Allianz aansprakelijk is tevens te stellen dat er sprake is van schade en van causaal verband tussen deze schade en de onrechtmatige gedraging. Allianz meent dat [naam eiser] dit onvoldoende heeft gedaan. In het verlengde daarvan voert Allianz het verweer dat [naam eiser] onvoldoende belang heeft bij zijn vordering, omdat hij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden als gevolg van het ongeval, hetgeen vereist is voor een verwijzing naar de schadestaatprocedure.
4.16.
[naam eiser] stelt dat uit de impact van het ongeval, het ongevalsmechanisme an sich en het huisartsenjournaal duidelijk blijkt dat hij letsel heeft opgelopen als gevolg van het ongeval. Een integrale bespreking van de klachten en schadeposten bewaart [naam eiser] voor de schadestaat procedure. Allianz betwist dat de door [naam eiser] aangeleverde medische gegevens voldoende zijn, omdat niet met redelijke mate van waarschijnlijkheid kan worden gesteld dat de schade van [naam eiser] door de aanrijding is ontstaan.
4.17.
Aan een beslissing tot verwijzing naar de schadestaatprocedure worden geen strenge eisen gesteld. [naam eiser] dient feiten te stellen waaruit aannemelijk wordt dat mogelijk schade is of wordt geleden.
4.18.
De rechtbank is van oordeel dat [naam eiser] met het proces-verbaal van de politie (r.o.2.3) en de medische gegevens van de huisarts (r.o.2.11) de mogelijkheid dat hij schade heeft geleden als gevolg van het ongeval op 29 april 2019 voldoende aannemelijk gemaakt. [naam eiser] heeft daarmee voldaan aan de op dit moment op hem rustende stelplicht en heeft tevens voldoende aangetoond belang te hebben bij zijn vordering tot verwijzing naar een schadestaatprocedure. Voor toepassing van het algemene uitgangspunt dat de schadevergoeding zo veel als mogelijk wordt begroot in de hoofdprocedure is geen plaats, nu het debat over de schade en het causaal verband nog onvoldoende is gevoerd.
Eigen schuld
4.19.
Meer subsidiair beroept Allianz zich op eigen schuld van [naam eiser] bij de aanrijding. Ten aanzien van eigen schuld van [naam eiser] stelt Allianz in de eerste plaats dat door de advocaat van [naam eiser] is erkend dat [naam eiser] eigen schuld heeft aan het ontstaan van het ongeval. In de tweede plaats verwijst Allianz naar het rapport van MVOA (r.o.2.6) waarin staat dat [naam eiser] kort voor de aanrijding reed met een snelheid van waarschijnlijk meer dan 68 tot mogelijk 80 kilometer per uur, in een verkeerssituatie waar een snelheid van 50 kilometer per uur is toegestaan.
4.20.
Nu het debat tussen partijen tot dusver met name zag op de vraag naar de authenticiteit van het ongeval, is het debat over de mogelijke eigen schuld van [naam eiser] onvoldoende gevoerd. In deze omstandigheid ziet de rechtbank aanleiding om partijen in de gelegenheid te stellen om in de schadestaatprocedure waarnaar de rechtbank deze zaak zoals verzocht zal verwijzen zich over het punt van de eigen schuld nader uit te laten.
4.21.
Gelet op het bovenstaande wijst de rechtbank de vorderingen van [naam eiser] toe. ECLI:NL:RBROT:2021:8069