Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 150710 rolcontainer zit vast op band, wordt met behulp van pallettruck van zijn plek geholpen, met letsel als gevolg; bewijsopdracht

Rb Den Haag 150710 rolcontainer zit vast op band, wordt met behulp van pallettruck van zijn plek geholpen, met letsel als gevolg; bewijsopdracht
4 Beoordeling
4.1 Door [eiser] is gesteld dat hij tijdens zijn werkzaamheden in het Albert Heijn Distributiecentrum in de nacht van 27 op 28 augustus 2007 een rolcontainer tegen zijn gezicht heeft gekregen, dat hij zich na dat voorval bij de EHBO-desk in het Distributiecentrum heeft gemeld, waar hem aspirine werd gegeven, dat zich hij korte tijd nadien heeft gemeld bij zijn leidinggevende, de heer [A] en dat deze hem naar het ziekenhuis heeft gebracht. Deze stellingen van [eiser] zijn door Tempo-Team en Albert Heijn niet dan wel niet voldoende gemotiveerd weersproken.
4.2 Tempo-Team heeft voorts niet gemotiveerd weersproken heeft dat [eiser], zoals hij stelt, ten gevolge van het tegen zijn gezicht komen van de rolcontainer een kaakbreuk heeft opgelopen en heeft kort na het incident - zonder enig voorbehoud - een melding bedrijfsongeval opgesteld. Dat zij toen niet nader heeft onderzocht of heeft doen onderzoeken wat de toedracht van het incident was, kan zij thans niet aan [eiser] (doen) tegenwerpen.
Aan het slot van haar conclusie heeft Albert Heijn - voor het eerst - het ontstaan van schade bij [eiser] in de uitoefening van zijn werkzaamheden betwist, terwijl Albert Heijn aanwezig was bij de comparitie na antwoord en daar het woord heeft gevoerd. Toen heeft Albert Heijn - met Tempo-Team - slechts te kennen gegeven dat niet aanstonds duidelijk was dat [eiser] een gebroken kaak had, maar zij heeft daar toen geen consequenties aan verbonden.
4.3 Onder de hiervoor onder 4.1 en 4.2 weergegeven omstandigheden moet het verweer van Tempo-Team en Albert Heijn, voor zover dat strekt ten betoge dat [eiser] niet (voldoende) gesteld en aannemelijk gemaakt heeft dat hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor Tempo-Team bij Albert Heijn schade heeft opgelopen, worden gepasseerd. Dat de mate waarin [eiser] schade heeft geleden door [eiser] nog niet is weergegeven, doet aan dit oordeel niet af.
4.4 Nu aan het vereiste dat de wet in artikel 7:658 BW stelt, dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden, is voldaan, is Tempo-Team in beginsel aansprakelijk voor die schade, tenzij zij aantoont dat zij haar zorgverplichting als omschreven in het eerste lid van voormeld artikel is nagekomen of sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Dat van opzet of bewuste roekeloosheid bij [eiser] sprake zou zijn is door of namens Tempo-Team niet gesteld en ook anderszins niet gebleken.
4.5 Onderzocht moet dan ook worden of Tempo-Team (en/of Albert Heijn hebben) heeft voldaan aan haar (hun) zorgplicht. Van een specifieke wetgeving waarin is geregeld op welke wijze rolcontainers uit de rolbaan moeten worden verwijderd is niet gebleken, zodat niet gesteld kan worden dat Tempo-Team (en/of Albert Heijn) in strijd heeft gehandeld met een specifiek op de onderhavige situatie toegesneden wettelijke regel. Het gaat dus om de vraag of Tempo-Team (en/of Albert Heijn) naar algemene normen en regels heeft voldaan aan haar zorgplicht, zoals omschreven in artikel 7:658 lid 1 BW.
4.6 Bij de beantwoording van de onder 4.5 geformuleerde vraag stelt de kantonrechter overigens voorop dat voormelde zorgplicht niet beoogt een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het in artikel 7:658 BW bedoelde gevaar, maar de strekking heeft te bewerkstelligen dat de werkgever die maatregelen neemt en die instructies geeft, die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Welke maatregelen of instructies in een concreet geval van een werkgever verlangd kunnen worden hangt dus af van de omstandigheden van het geval. Daarbij zijn de aard van de werkzaamheden, de omstandigheden waaronder die verricht moeten worden, de kenbaarheid van het gevaar, de kans op verwezenlijking daarvan en de ernst van de gevolgen alsmede de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen maatregelen van belang.
4.7 Door Tempo-Team en Albert Heijn is gesteld dat zij aan hun zorgverplichting hebben voldaan, onder meer door alle nieuwe medewerkers, waaronder [eiser], een opleiding te geven waarbij alle elementen van het werk, waaronder het bijzonder het gebruik van de rolcontainers en batterijtrucks, is uitgelegd en voorgedaan.
4.8 Tegenover de gemotiveerde ontkenning van [eiser] dat Tempo-Team en/of Albert Heijn zodanige maatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat hij in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt en met name de ontkenning dat hem specifieke instructies met betrekking tot het (veilig) uit de rolbaan halen van rolcontainers zijn gegeven, rust op Tempo-Team de bewijslast van haar stelling dat zij wèl aan die zorgplicht heeft voldaan.
4.9 Tempo-Team heeft bewijs aangeboden en zal daartoe worden toegelaten.
4.10 Elke verdere beslissing zal worden aangehouden.
LJN BO1770