Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Overijssel 300915 letsel door glas op vloer discotheek; bewijsopdracht slachtoffer tzv aard, omvang en duur van aanwezigheid van glasscherven

Rb Overijssel 300915 letsel door glas op vloer discotheek; bewijsopdracht slachtoffer tzv aard, omvang en duur van aanwezigheid van glasscherven

2 De feiten
De navolgende feiten die enerzijds zijn gesteld en anderzijds niet, dan onvoldoende gemotiveerd zijn weersproken, worden als vaststaand aangenomen.
2.1
Op 11 november 2012 is [eiseres] samen met anderen gaan stappen bij de discotheek van [gedaagde] . In het pand waar de discotheek is gevestigd, is [eiseres] die avond/nacht met haar rechtervoet in een stuk glas van een gebroken bierfles, dat op de grond lag, gestapt. Als gevolg daarvan heeft zij letsel aan haar rechtervoet opgelopen.

2.2
Ten tijde van dit ongeval werkte [eiseres] als verzorgende IG in de thuiszorg voor minimaal 22 uur per week. Voorafgaand aan het ongeval heeft [eiseres] psychische klachten opgelopen doordat zij getuige was van een schietincident in 2011 in het winkelcentrum te Almelo. De behandeling in verband met die psychische klachten was ten tijde van het ongeval geheel dan wel nagenoeg afgerond.

2.3
[eiseres] is arbeidsongeschikt geraakt en is op 5 februari 2014 in het kader van de WIA voor 80-100% arbeidsongeschikt verklaard. [eiseres] geniet volledige uitkering ingevolge de WIA.

2.4
De gemachtigde van [eiseres] heeft [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de schade die [eiseres] als gevolg van het letsel aan haar voet, opgelopen in de discotheek bij [gedaagde] heeft geleden en zal lijden. De verzekeraar van [gedaagde] heeft bij schrijven van 25 juli 2013 de aansprakelijkheid afgewezen.

3 Het geschil
3.1
De vordering
[eiseres] vordert, samengevat weergegeven en op de gronden als vermeld in de dagvaarding, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I te verklaren voor recht dat [gedaagde] aansprakelijk is voor alle schade die [eiseres] heeft geleden als gevolg van onrechtmatig handelen door of vanwege [gedaagde] wegens het in strijd handelen met wettelijke plichten en regelgeving zoals omschreven in de ARBO- en Warenwetgeving en in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht maatschappelijk betamelijk is;
II [gedaagde] te veroordelen om aan [eiseres] tegen finale kwijting te betalen alle door haar geleden en te lijden (letsel) schade die in causaal verband staat met het glasongeval van 11 november 2012;
III de schade voor zover mogelijk bij begroting vast te stellen dan wel nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
IV te bepalen dat over de gehele uitgekeerde schade een belastinggarantie door [gedaagde] of diens verzekeraar wordt verstrekt ter meerdere zekerheid van het slachtoffer voor eventuele fiscale navorderingen;
V [gedaagde] te veroordelen bij tussenvonnis tot betaling van een voorschot op de schade van € 15.000,-, althans enig ander bedrag dat de rechtbank redelijk acht;
VI [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over alle toegewezen schadeposten vanaf datum ongeval tot aan de dag der algehele voldoening;
VII [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de gevorderde buitengerechtelijke kosten;
VIII [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.

3.2
Het verweer
[gedaagde] heeft verweer gevoerd en geconcludeerd [eiseres] in haar vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar deze te ontzeggen, één en ander met veroordeling van [eiseres] in de kosten van dit geding, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad.

4 De beoordeling
4.1
Allereerst zijn partijen verdeeld over de vraag of de omstandigheid dat er glas op de vloer lag in de discotheek van [gedaagde] , waar [eiseres] met haar rechtervoet in is gestapt, onrechtmatig handelen van [gedaagde] oplevert. De enkele omstandigheid dat er een stuk(je) glas op de vloer lag is niet voldoende om onrechtmatig handelen aan te nemen. Daarvan zal eerst sprake zijn indien komt vast te staan dat er sprake was van een, anders dan kort na een incident, dusdanige en onnodig langdurige hoeveelheid glas op de vloer in de discotheek dat zulks onrechtmatig handelen van [gedaagde] jegens [eiseres] oplevert.
Het ligt op de weg van [eiseres] de feiten en omstandigheden die leiden tot het oordeel dat van onrechtmatig handelen aan de zijde van [gedaagde] sprake is geweest, gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde] , te bewijzen. Het gaat er daarbij in het bijzonder om dat, zoals door [eiseres] is gesteld en door [gedaagde] betwist, gedurende de avond/nacht van het ongeval sprake was van meer en/of langdurige aanwezigheid van glas op de grond, anders dan kortstondig na een incident waarbij een glas of bierflesje etc. op de grond is gevallen. Anders dan door de gemachtigde van [eiseres] is gesteld, levert de enkele omstandigheid dat [gedaagde] glazen gebruikte in plaats van plastic bekertjes geen onrechtmatig handelen van [gedaagde] op. Het gebruik van plastic bekertjes zou [eiseres] overigens ook niet helpen nu bij dagvaarding is gesteld dat zij in het glas van een bierflesje is gestapt.
Daargelaten de juistheid van die stelling, ook de enkele omstandigheid dat wellicht ARBO-regelgeving is overtreden dan wel door [gedaagde] is gehandeld in strijd met de op haar rustende zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 BW, kan niet tot het oordeel leiden dat sprake is van onrechtmatig handelen van [gedaagde] ten opzichte van [eiseres] . Genoemde regelgeving heeft tot doel werknemers te beschermen, niet bezoekers van een discotheek.

4.2
Nu [eiseres] nadrukkelijk heeft aangegeven bewijs te leveren door het horen van getuigen, zal zij tot bewijslevering in de gelegenheid worden gesteld.

4.3
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

De beslissing.
De rechtbank
I draagt [eiseres] op te bewijzen dat gelet op de aard, omvang en duur van de aanwezigheid van glasscherven op de vloer van de discotheek van [gedaagde] sprake is van onrechtmatig handelen aan de zijde van [gedaagde] ;
II verwijst de zaak voor het nemen van een akte uitlaten bewijslevering, opgave van het aantal te horen getuigen, alsmede de verhinderdata aan de zijde van [eiseres] naar de rolzitting van 28 oktober 2015. Uitstel wordt niet verleend!
III verwijst de zaak voor het nemen van een akte opgave verhinderdata aan de zijde van [gedaagde] eveneens naar de rolzitting van 28 oktober 2015. Uitstel wordt niet verleend!
IV houdt iedere verdere beslissing aan. ECLI:NL:RBOVE:2015:4539