Rb. Gelderland 140617 deelgeschil; vergoeding buitengerechtelijke kosten; overleggen polisvoorwaarden noodzakelijk;
- Meer over dit onderwerp:
Rb. Gelderland 140617 deelgeschil; vergoeding buitengerechtelijke kosten; overleggen polisvoorwaarden noodzakelijk
2.5.
Het verzoek strekt ertoe dat de rechtbank op de voet van artikel 1019w Rv [verweerster] zal veroordelen om over te gaan tot tussentijdse betaling van de openstaande buitengerechtelijke kosten tot en met 4 oktober 2016 ad € 37.266,71, door overschrijving naar een door de advocaat van [verzoeker] op te geven bankrekening, zulks binnen twee weken na die opgave, met begroting van en veroordeling in de kosten aan de zijde van Van Zoest bij de behandeling van het verzoek.
2.6.
[verweerster] voert verweer. Zij werpt in de eerste plaats op dat [verzoeker] tegen kosten van rechtsbijstand verzekerd is en dat hij daarom niet zelf de onbetaald gebleven rekeningen voor werkzaamheden van zijn advocaat hoeft te voldoen. Het verzoek is daarom niet toewijsbaar, aldus [verweerster] . In dit verband is het volgende van belang.
2.7.
Volgens [verzoeker] (punt 6 van de pleitnota van zijn advocaat) betreft zijn rechtsbijstandsverzekering een polis in natura. Voor buitengerechtelijke kosten bestaat alleen dekking voor zover het de kosten betreft van de inzet van een eigen medewerker van zijn verzekeraar. De buitengerechtelijke kosten van een door [verzoeker] ingeschakelde advocaat zijn niet gedekt. Proceskosten zijn onder voorwaarden wel gedekt, maar dat geldt niet voor een procedure als de onderhavige die ziet op de kosten van een buiten de verzekeraar ingeschakelde advocaat. [verzoeker] is bovendien verplicht het door zijn verzekeraar betaalde op de aansprakelijke partij te verhalen. De buitengerechtelijke kosten komen dan ook voor zijn eigen rekening, aldus [verzoeker] .
Ter zitting heeft [verweerster] in dit verband aangegeven dat zij bij haar standpunt blijft, nu [verzoeker] de polisvoorwaarden niet in het geding heeft gebracht.
[verzoeker] heeft aangeboden deze alsnog over te leggen.
2.8.
De rechtbank zal [verzoeker] in de gelegenheid stellen binnen twee weken na heden de op het onderhavige geschil toepasselijke polisvoorwaarden alsnog over te leggen. Hij kan daarbij kort toelichten hoe zijn standpunt, zoals dat in 2.7. is verwoord, in deze voorwaarden steun vindt. [verweerster] mag hierop binnen twee weken na ontvangst reageren. De met deze instructie gepaard gaande tijd, inspanning en kosten zijn, afgezet tegen het mogelijk aanzienlijke belang van de vordering ten principale en de bijdrage die een beslissing op het verzoek kan leveren aan het bereiken van een vaststellingsovereenkomst, naar het oordeel van de rechtbank dermate gering dat afwijzing van het verzoek op de voet van art. 1019z Rv niet aan de orde is.
2.9.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.ECLI:NL:RBGEL:2017:4219