Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 030919 Verzoek tot aanvullende vergoeding bgk afgewezen; uren zijn niet noodzakelijk gebleken

RBDHA 030919 Verzoek tot aanvullende vergoeding bgk afgewezen; uren zijn niet noodzakelijk gebleken
- Gemachtigde procedeert veelvuldig over bgk in deelgeschil en had kunnen inschatten dat deze procedure volstrekt onnodig was

De feiten

2.1.
Op 15 februari 2015 is [verzoeker] betrokken geweest bij een verkeersongeval, een aanrijding, als gevolg waarvan hij (lichamelijk en psychisch) letsel heeft opgelopen.

2.2.
Na het ongeval heeft [verzoeker] zich gewend tot rechtsbijstandsverlener DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V.

2.3.
DAS heeft Dekra, zijnde de Nederlandse vertegenwoordiger van Ethias, namens [verzoeker] bij brief van 20 februari 2015 aansprakelijk gesteld. Dekra heeft namens Ethias uiteindelijk op 25 april 2015 de aansprakelijkheid volledig erkend.

2.4.
Op 23 februari 2016 heeft mr. M. Yavuzyiğitoğlu op verzoek van [verzoeker] de belangenbehartiging overgenomen van DAS. Mr. O. Emre behandelde feitelijk de zaak.

2.5.
Op 20 maart 2017 heeft mr. Emre een eindregeling voorgesteld voor een bedrag van € 25.000,00 waarop Dekra als tegenvoorstel een bedrag van € 2.500,00 heeft geboden. Daarmee is [verzoeker] niet akkoord gegaan. Op 20 juni 2018 heeft Dekra voorgesteld de zaak af te wikkelen tegen een slotbetaling van € 4.100,00. De reeds door [verzoeker] ontvangen voorschotten waren reeds van dit bedrag afgetrokken. Met dit voorstel is [verzoeker] niet akkoord gegaan.

2.6.
Op 11 september 2018 heeft Dekra ingestemd met een neurologische expertise vanwege de discussie tussen partijen over de medische causaliteit.

2.7.
In totaal heeft mr. Emre aan buitengerechtelijk kosten bij Ethias dan wel Dekra gedeclareerd een bedrag van € 12.874,96. Dekra heeft hiervan een bedrag van € 4.518,41 vergoed. Bij brief van 25 oktober 2018 heeft Dekra aan mr. Emre bericht niet bereid te zijn tot verdere vergoeding van de buitengerechtelijke kosten.

Het geschil

3.1.
[verzoeker] verzoekt bij wijze van deelgeschil ex artikel 1019w-1019cc Rv, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,

Ethias en/of Dekra te veroordelen tot betaling van de openstaande facturen vanwege buitengerechtelijke kosten ad € 8.356,55, althans een redelijk bedrag, te voldoen binnen vijf dagen na het geven van de beschikking;

met begroting en veroordeling van Ethias en/of Dekra in de kosten van dit geding begroot op € 3.918,34 voor het verzoekschrift en een bedrag van € 1.507,06 voor de verdere behandeling van de procedure, te vermeerderen met het griffierecht.

3.2.
De gemachtigde van [verzoeker] heeft aan het verzoek – zo begrijpt de kantonrechter – artikel 6:96 lid 2 BW ten grondslag gelegd, stellende dat de buitengerechtelijke kosten de dubbele redelijkheidstoets doorstaan. Als toelichting op de buitengerechtelijke kosten heeft de gemachtigde van [verzoeker] aangevoerd dat de facturen zonder protest door Ethias dan wel Dekra zijn behouden. Het gebruikelijke advocatentarief is in rekening gebracht en het tarief is niet onredelijk. Volgens rechtspraak dienen de buitengerechtelijke kosten ook volledig vergoed te worden indien er nog discussie is over het causaal verband en onzekerheid over de schadeomvang. Er is nog geen (zicht op een) eindtoestand, aldus de gemachtigde van [verzoeker] , zodat bevoorschotting voor de hand ligt.

3.3.
Ethias en Dekra hebben geconcludeerd tot afwijzing van het verzochte en daartoe het volgende aangevoerd. Hoewel een verzoek tot bevoorschotting van de buitengerechtelijk kosten in een deelgeschilprocedure aan de orde kan worden gesteld, zal een dergelijk verzoek in dit geval niet bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst omdat er naar verwachting ook discussie zal ontstaan over de nog te declareren buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast is tussen partijen nog geen overeenstemming over de schadeomvang omdat er nog discussie is over (de onderbouwing van) het (ongevalsgerelateerde) letsel dat [verzoeker] stelt te hebben en het door hem gestelde verlies aan arbeidsvermogen. Overigens is Dekra ten onrechte als procespartij betrokken bij deze deelgeschilprocedure en zal [verzoeker] ten aanzien van haar niet ontvankelijk dienen te worden verklaard. Dekra is als vertegenwoordiger van Ethias namelijk niet aan te merken als WAM-verzekeraar.

De beoordeling

4.1.
Het doel van een deelgeschilprocedure is dat partijen met behulp van de interventie van een deelgeschilrechter dichter bij een buitengerechtelijke oplossing komen waarbij de uitspraak partijen in staat moet stellen de onderhandelingen daartoe weer op te pakken hetgeen mogelijk resulteert in de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst.

4.2.
Dekra heeft terecht aangevoerd dat zij niet is aan te merken als WAM-verzekeraar aangezien zij WAM-verzekeraar Ethias slechts heeft vertegenwoordigd, hetgeen door [verzoeker] verder ook niet is bestreden. Dit betekent dat [verzoeker] ten aanzien van Dekra niet ontvankelijk in zijn verzoek dient te worden verklaard.

Geschiktheid verzoek voor behandeling in een deelgeschilprocedure

4.3.
Het meest verregaande verweer is dat het verzoek zich niet leent voor een deelgeschilprocedure omdat het niet zou bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter overweegt dat het genuanceerder ligt. De ratio van de deelgeschilprocedure is de buitengerechtelijke onderhandelingen te bevorderen zodat zodoende een bijdrage kan worden geleverd aan de totstandkoming van een vaststellingovereenkomst. Dat in een deelgeschilprocedure een (deel)geschilpunt tussen partijen aan de rechter wordt voorgelegd terwijl er nog andere discussiepunten tussen partijen zijn, maakt het voorgelegde geschil daarmee nog niet ongeschikt als deelgeschil.

4.4.
In het onderhavige geval zijn de buitengerechtelijke onderhandelingen vooral gestagneerd vanwege de impasse tussen partijen over de gedeclareerde buitengerechtelijke kosten. Zodra daarover duidelijkheid is verkregen, kunnen partijen – met inachtneming van deze beschikking – hun onderhandelingen weer voortzetten. Dat er in de toekomst mogelijk weer discussie tussen partijen zal ontstaan over de nog te declareren buitengerechtelijke kosten door mr. Emre, acht de kantonrechter een onvoldoende grond om tot het oordeel te kunnen komen dat het onderhavige verzoek zich daarmee dus niet leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure in de zin van artikel 1019z Rv.

4.5.
Het voorgaande in acht genomen zal de kantonrechter overgaan tot inhoudelijke behandeling van het verzoek.

Vergoeding buitengerechtelijke kosten

4.6.
Jegens Ethias houdt het verzoek van [verzoeker] in de buitengerechtelijke kosten van mr. Emre ad € 12.874,96 volledig te vergoeden. Op 25 oktober 2018 hadden de vorige en huidige belangenbehartiger van [verzoeker] aan buitengerechtelijke kosten in totaal al € 12.294,92 gedeclareerd waarvan Ethias een bedrag van € 6.304,12 heeft vergoed. Ter zitting heeft Ethias verklaard dat een bedrag van € 211,29 nog zal worden vergoed zodat in totaal een bedrag van € 6.515,41 aan buitengerechtelijke kosten is vergoed. Kortweg doorstaan de overig gedeclareerde kosten de dubbele redelijkheidstoets niet en dat heeft zij mr. Emre kenbaar gemaakt, aldus Ethias.

4.7.
De kantonrechter is van oordeel dat Ethias de belangenbehartiger(s) van [verzoeker] in dit stadium van het onderhandelingsproces tussen partijen zeer adequaat heeft bevoorschot. Op basis van het rapport dat op 14 mei 2019 is uitbracht naar aanleiding van een neurologisch onderzoek dat is uitgevoerd door dr. [betrokkene] , constateert de kantonrechter dat daaruit blijkt dat [verzoeker] geen (lichamelijke) beperkingen ondervindt. Thans zijn de medisch adviseurs in overleg met elkaar over een orthoptische expertise en ander nog mogelijk interdisciplinair medisch onderzoek. Weliswaar kan op dit moment, zoals mr. Emre heeft aangevoerd, niet worden vastgesteld dat er geen schade is, maar er zijn vooralsnog geen aanwijzingen die duiden op een schade-omvang van € 25.000,00 (het afwikkelingsvoorstel van [verzoeker] ) of meer. Onder de gegeven omstandigheden is er veeleer aanleiding om te veronderstellen dat de schade aanzienlijk lager zal zijn. Meegewogen is voorts dat Ethias aan [verzoeker] reeds een schadebedrag heeft uitgekeerd van € 3.900,00, waarvan de buitengerechtelijke kosten geen onderdeel uitmaken. Bij de toets of de buitengerechtelijke kosten redelijk zijn, speelt de schade-omvang een rol. Daarnaast blijkt uit de urenspecificaties van de gemachtigde van [verzoeker] dat veel uren zijn gemaakt zonder dat daarvoor een gefundeerde verklaring of rechtvaardiging is gegeven en deze noodzakelijk zijn gebleken.

4.8.
Het voorgaande betekent dat het verzochte zal worden afgewezen.

Kosten deelgeschil

4.9.
De kantonrechter zal niet overgaan tot begroting van de kosten van het deelgeschil. De kantonrechter is van oordeel dat deze deelgeschilprocedure volstrekt onnodig is ingesteld. De gemachtigde van verzoeker procedeert veelvuldig in deelgeschil over (uitsluitend) de buitengerechtelijke kosten. Op basis van de in die eerdere deelgeschillen opgedane ervaring mag van de gemachtigde worden verwacht dat deze in staat is een redelijke inschatting te maken of het verzoek om toewijzing van buitengerechtelijke kosten een redelijke kans van slagen heeft, mede gelet op de omstandigheden van het geval, waaronder het bedrag aan buitengerechtelijke kosten dat reeds is vergoed, de (in redelijkheid te verwachten) schadeomvang en de complexiteit van de zaak. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de gemachtigde in redelijkheid niet heeft kunnen verwachten dat het verzoek onder de gegeven omstandigheden (deels) zou worden toegewezen. Een begroting van de proceskosten blijft dan ook achterwege.ECLI:NL:RBDHA:2019:9343