PIV-Bulletin 2010, 4 - Voordeelstoerekening – HR 10 juli 2009, RvdW 2009/847, LJN BI3402 (TSN/Vos) Mw. Mr. C.E.B.M. Berghuis van de Loo
- Meer over dit onderwerp:
- PIV-Bulletin 2010, 4 - Voordeelstoerekening – HR 10 juli 2009, RvdW 2009/847, LJN BI3402 (TSN/Vos) Mw. Mr. C.E.B.M. Berghuis van de Loo
Het voordeel dient niet alleen in causaal verband te staan met de schadeveroorzakende gebeurtenis, maar dient ook daadwerkelijk – en dus niet fictief – te zijn genoten13. Indien in het verleden voordeel te realiseren zou zijn geweest, kan daarop niet achteraf, met de kennis van nu, een beroep worden gedaan. Als de aansprakelijke partij niets aanreikt of doet, mag een benadeelde eerder passief zijn dan wanneer de aansprakelijke partij de benadeelde aanknopingspunten tot schadebeperking heeft geboden14. De rechtspraak bij de voordeelsverrekening van uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidsverzekering bij personenschade15 en (impliciet) bij inkomstenschade16 borduurt hier op voort.
Een ander aspect is de begroting van voordeel. Hoofdregel is dat voordeel alleen in mindering kan worden gebracht op een schadepost die tot dat voordeel heeft geleid17.
Hoewel het in het arrest TSN/Vos bij toepassing van art. 6:100 BW niet tot voordeel is gekomen voor partij Vos, kunnen andere aansprakelijke dan wel benadeelde partijen (proces)economisch voordeel behalen indien zij de lijnen van de Hoge Raad kennen en volgen door de regels van de stelplicht en bewijslast optimaal te benutten.