Hof Amsterdam 210611 regreszaak van verzekeraar op onverzekerde dader; vordering rb-kosten beperkt tot NORA tarief
- Meer over dit onderwerp:
Hof Amsterdam 210611 regreszaak van verzekeraar op onverzekerde dader; vordering rb-kosten beperkt tot NORA tarief
3.8 Grief 4 ten slotte richt zich tegen de volledige toerekening aan [ Appellant ] van de door Unigarant aan Arag en Jurilex vergoede buitengerechtelijke kosten. In essentie stelt [ Appellant ] dat de buitengerechtelijke kosten nauwelijks zijn veroorzaakt door het niet WA-verzekerd zijn van de auto en onevenredig hoog zijn ten opzichte van de aan fietser uitgekeerde schadevergoeding. De rechtbank heeft dan ook ten onrechte deze kosten niet aan de dubbele redelijkheidstoets onderworpen en vervolgens afgewezen, aldus [ Appellant ].
3.9 Het hof overweegt dat Unigarant ter gelegenheid van de bij de rechtbank gehouden comparitie heeft verklaard dat de hoogte van de gevorderde buitengerechtelijke kosten is gebaseerd op tussen rechtsbijstandverzekeraars en WAM-verzekeraars gemaakte afspraken. Bij memorie van antwoord heeft Unigarant een “Verklaring Buitengerechtelijke kosten” (hierna: de verklaring) overgelegd, alsmede een specificatie van de kosten van Arag en Jurilex. In de verklaring waar Unigarant zich kennelijk op beroept, is te lezen dat indertijd tussen rechtsbijstandsverzekeraars en WAM-verzekeraars is afgesproken dat bij afwikkeling van een schade, waarbij er sprake is van letsel, een maximale vergoeding van € 1.663,= wordt betaald. Voorts volgt uit die verklaring dat, wanneer het slachtoffer tussentijds besluit om geen gebruik meer te maken van diensten van de rechtsbijstandverzekeraar en overstapt naar een andere belangenbehartiger, de rechtsbij-standverzekeraar recht heeft op 40% van het afgesproken bedrag. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat Unigarant als WAM-verzekeraar gehouden was om (in totaal) meer dan de maximale vergoeding aan buitengerechte-lijke kosten van € 1.663,= te vergoeden. De omstandigheid dat het slachtoffer van belangenbehartiger is veranderd en zich na Arag vervolgens door Jurilex heeft laten bijstaan maakt dit niet anders. Bovendien valt niet in te zien waarom een dergelijke wijziging voor rekening van de aansprakelijke persoon zou moeten komen. Het hof is dan ook van oordeel dat aan [ Appellant ] als redelijke kosten voor - als zodanig niet voldoende weersproken verrichte - buitengerechtelijke werkzaamheden van Arag en Jurilex slechts een bedrag van
€ 1.663,= valt toe te rekenen, waarover de wettelijke rente is verschuldigd vanaf 27 maart 2008. In zoverre is grief 4 terecht opgeworpen. Voor het overige faalt hij. LJN BR2589