Overslaan en naar de inhoud gaan

GHARL 250220 afwijzing verwijzing naar schadestaat; mogelijkheid van toekomstige schade niet aannemelijk gemaakt

GHARL 250220 buurman/vriend ouders pleegt ontucht met 7-jarige dochter; € 4.400,00 smartengeld voor meisje; smartengeld voor moeder € 1.000,00; stiefvader € 250,00
- afwijzing verwijzing naar schadestaatproce; mogelijkheid van toekomstige schade niet aannemelijk gemaakt.

3.22

In hoger beroep hebben appellanten hun eis vermeerderd met de vordering om voor recht te verklaren dat de buurman volledig aansprakelijk is voor de geleden materiële en immateriële schade ( ... ), welke schade door het meisje is geleden en nog wordt geleden ten gevolge van het onrechtmatig handelen van de buurman jegens het meisje ( ... ), met verwijzing hiervoor naar de schadestaat.

Het hof is van oordeel dat appellanten geen belang hebben bij de vordering voor zover deze ziet op de reeds geleden schade, nu vergoeding van de concreet geleden materiële en immateriële schade in deze procedure onderwerp van geschil is geweest en het hof daarover een oordeel heeft gegeven.

Voor zover de vordering ziet op nog te lijden schade, stelt het hof voorop dat verwijzing naar de schadestaatprocedure enkel aan de orde kan zijn als de mogelijkheid van schade aannemelijk is gemaakt. Appellanten hebben ter onderbouwing van de vordering het volgende aangevoerd: “Zoals ook in de inleidende dagvaarding in eerste aanleg is aangegeven onder punt 9 en 10 is het nog steeds zodat de schadevergoeding voor [het meisje], zowel materieel als immaterieel, de tot nu toe geleden schade van [het meisje] betreft. [De moeder] wil op dat punt als wettelijk vertegenwoordiger geen finale kwijting afspreken voor [het meisje] schade daar [het meisje] hierover zelf moet kunnen beslissen indien zij meerderjarig is. Vandaar duidelijkheidshalve de onder a verzochte vordering in het petitum.” Met deze toelichting hebben appellanten onvoldoende feitelijke aanknopingspunten gegeven om te kunnen concluderen dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is gemaakt. Dit betekent dat deze deelvordering zal worden afgewezen. ECLI:NL:GHARL:2020:1618