Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 201217 (hersen)letsel vallende fietser; bodemzaak verwezen naar de rb waar eerder deelgeschil aanhangig was

Rb Amsterdam 201217 (hersen)letsel vallende fietser; bodemzaak verwezen naar de rb waar eerder deelgeschil aanhangig was

2. Het geschil in de hoofdzaak
2.1. [VERZOEKSTER] vordert Reaal te veroordelen tot betaling van een voorschot van € 175.668,68, een bedrag van € 15.056,13 aan juridische bijstand en een bedrag van € 1.631,08 aan buitengerechtelijke kosten. Aan haar vorderingen legt [VERZOEKSTER] het volgende ten grondslag. Op 6 augustus 2014 is [VERZOEKSTER] met de fiets ten val gekomen en met haar hoofd op de stoep terecht gekomen, doordat mevrouw X onterecht diagonaal over het fietspad liep. Zij heeft daarbij (hersen)letsel opgelopen. Reaal heeft de aansprakelijkheid namens haar verzekerde X voor de gevolgen van het ongeval erkend. Reaal heeft tot april 2016 in totaal een bedrag van € 110.000,00 als voorschot op de schadevergoeding betaald. Reaal heeft daarna niets meer betaald. [VERZOEKSTER] heeft dringend behoefte aan een voorschot op de geleden schade, omdat de (voorgeschoten) kosten hoog zijn opgelopen en het reeds betaalde voorschot Met toereikend is om de lopende kosten te voldoen.

2.2. Reaal heeft nog geen inhoudelijk verweer in de hoofdzaak gevoerd.

3. Het geschil in het incident
3.1. Reaal vordert dat deze rechtbank zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de rechtbank Den Haag. Reaal stelt daartoe het volgende. Reaal heeft op 6 juni 2017 een verzoekschrift deelgeschil op de voet van artikel 1019w van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bij de rechtbank Den Haag ingediend. In deze procedure heeft op 12 september 2017 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. De rechtbank Den Haag heeft op 18 september 2017 een beschikking gegeven. Nu het verzoekschrift voorafgaand aan de dagvaarding in deze zaak is ingediend bij de rechtbank Den Haag, is die rechtbank op grond van artikel 1019x, tweede lid, Rv (absoluut en relatief) bevoegd om van de hoofdzaak kennis te nemen.

3.2. [VERZOEKSTER] voert verweer. Volgens [VERZOEKSTER] vloeit de bevoegdheid van deze rechtbank voort uit artikel 99, eerste lid, Rv, omdat Reaal een kantoor heeft in Amstelveen. Zij wijst erop dat Reaal door [VERZOEKSTER] op 1 november 2016 in kort geding is gedagvaard voor de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, en dat de voorzieningenrechter zich toen niet onbevoegd heeft verklaard ondanks een verzoek daartoe van Reaal. Daarnaast voert [VERZOEKSTER] aan dat verwijzing naar een andere rechtbank tot onnodige vertraging leidt en daardoor niet in het belang van [VERZOEKSTER] is.

3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling in het incident
4.1. Reaal heeft een kantoor in Amstelveen, zodat deze rechtbank op grond van artikel 99 Rv in samenhang met artikel 1:14 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in beginsel relatief bevoegd is van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen.

4.2. In artikel 1019x, tweede lid, Rv is - kort samengevat - bepaald dat indien een van de partijen reeds eerder een verzoek voor een deelgeschil heeft gedaan, een verzoek voor een deelgeschil wordt gedaan aan de rechter die het eerdere verzoek laatstelijk behandeld heeft. Deze rechter is tevens bevoegd kennis te nemen van de hoofdzaak indien deze wordt aangebracht.

4.3. Hoewel uit de tekst van artikel 1019x Rv niet kan worden afgeleid dat [VERZOEKSTER] gehouden is om de hoofdzaak aan te brengen bij dezelfde rechtbank als de rechtbank die de beschikking in het deelgeschil heeft gegeven, ziet de rechtbank in het navolgende aanleiding om deze zaak naar de rechtbank Den Haag te verwijzen.

4.4. Reaal heeft het verzoek om de deelgeschilbeslissing op 6 juni 2017 ingediend. [VERZOEKSTER] heeft deze zaak aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 28 augustus 2017. Gelet op deze data is het verzoek van Reaal eerder in de zin van artikel 1019x Rv gedaan en was de deelgeschilprocedure reeds eerder aanhangig in de zin van artikel 220 Rv. In het deelgeschil heeft Reaal de rechtbank (primair) verzocht te bepalen dat de door Reaal in het verzoekschrift genoemde bescheiden ter beschikking worden gesteld aan Reaal en aan de deskundige die dan verder in overleg kan worden aangesteld. Bij beschikking van 18 september 2017 (hierna: de beschikking) heeft de rechtbank Den Haag beslist dat [VERZOEKSTER] de in de beschikking gespecificeerde stukken in het kader van de op te maken deskundigenrapporten ter beschikking dient te stellen aan (de medisch adviseur van) Reaal, die deze stukken zal doorgeleiden aan de door partijen in te schakelen deskundigen.

4.5. Uit de parlementaire geschiedenis van artikel 1019x Rv kan worden afgeleid dat de wetgever heeft beoogd dat de verschillende procedures met betrekking tot letsel- en overlijdensschade worden behandeld door dezelfde rechter. Zo staat in de Memorie van Antwoord (EK 2009-2010, 31 518, C, p. 8) vermeld: "Ingevolge het voorgestelde artikel 1019x, tweede lid, Rv, oordeelt een rechter die over een deelgeschil heeft geoordeeld niet alleen over een volgend deelgeschil in dezelfde zaak, maar ook over een eventuele daarop volgende bodemprocedure." In het stelsel van artikel 1019x Rv past dat zaken door dezelfde rechter worden afgedaan, zodat de kennis over de zaak zoveel mogelijk wordt geconcentreerd. Nu de deelgeschilprocedure en de hoofdzaak dezelfde feitelijke en juridische geschilpunten betreffen, is het om proceseconomische redenen onwenselijk om de hoofdzaak bij deze rechtbank te behandelen. Immers, de rechter die eerder in het deelgeschil heeft beschikt, heeft zich al in de zaak verdiept. Daarbij komt dat [VERZOEKSTER] in Den Haag woonplaats heeft. In zoverre kan niet worden geoordeeld dat [VERZOEKSTER] door verwijzing van de zaak naar de rechtbank Den Haag in haar belangen wordt geschaad.

4.6. Gelet op het voorgaande zal de incidentele vordering tot verwijzing worden toegewezen. 4.7. [VERZOEKSTER] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Reaal worden begroot op E 452,00 (1 punt x tarief II) aan salaris advocaat. wetdeelgeschillen.info