Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb A'dam 180407 geen schadestaatproc.; schade zoveel mogelijk in deze procedure vaststellen

Rb A'dam 18-04-07 geen schadestaatprocedure; schade zal zoveel mogelijk in deze procedure worden vastgesteld
4.7.   Tussen partijen is in geschil of voor het vaststellen van de schade van A verwijzing naar de schadestaatprocedure aangewezen is. Voor zo’n verwijzing is gegronde reden als de schade nog niet kan worden begroot. Nu sinds het ongeval ruim zes jaren zijn verstreken is aannemelijk dat sprake is van een medische eindtoestand en dat de schade bekend is. Om proceseconomische redenen zal daarom niet verwezen worden naar de schadestaatprocedure, maar zal de schade, voor zover mogelijk, in het kader van de onderhavige procedure worden vastgesteld.
Daartoe zal andermaal een comparitie van partijen worden gelast, ter gelegenheid waarvan A zijn schade nader kan specificeren en toelichten, waarop London zal kunnen reageren. De eventuele schriftelijke stukken, die partijen in het geding willen brengen, dienen uiterlijk twee weken voor de zitting de rechtbank te hebben bereikt, met toezending van een afschrift aan de wederpartij.
Partijen kunnen vanzelfsprekend de schade, nu de mate van aansprakelijkheid van London is vastgesteld op 30%, in onderling overleg regelen. Een voortzetting van het geding is dan niet nodig. Mocht dat wel het geval zijn, dan wordt aan A in overweging gegeven zijn eis te wijzigen aangezien thans geen verwijzing naar de schadestaatprocedure plaatsvindt. Een eventuele wijziging van eis dient de rechtbank uiterlijk twee weken vóór de comparitiezitting te hebben bereikt, met afschrift aan de wederpartij.
Ter zitting zal de mogelijkheid van een schikking kunnen worden onderzocht.

4.8.  London heeft nog ter gelegenheid van de comparitie op 24 januari 2007 verzocht hoger beroep open te stellen ingeval de rechtbank bij tussenvonnis tot het oordeel zou komen dat London een vergoedingsplicht heeft aan A. Dit verzoek wijst de rechtbank af. Ingevolge de in artikel 337 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geformuleerde hoofdregel kan van een tussenvonnis slechts tegelijk met het eindvonnis hoger beroep worden ingesteld. De rechtbank acht, gelet op de mate van aansprakelijkheid van London en de omvang van het geschil, geen termen aanwezig om daarvan af te wijken.
LJN BA4579